Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt een West-Vlaams gezin zwaar geteisterd door het simpele feit dat het te dicht bij een strategisch gelegen heuvel woont.
Een geniale Leuvense professor genetica en virologie, is geïntrigeerd door de boeken over het wolfskind Kaspar Hauser. Hij sluit zijn zoon, Kaspar zestien jaar lang op in een streng beveiligde atoomkelder onder zijn villa. Hij wil hem indoctrineren en klaarstomen als leider voor een nieuwe wereld, ‘gereinigd en gereed voor een superieur genetisch ras’.
In diverse opzichten gaat dit verhaal over de kunst van het vallen. De boventoon voert het verhaal van de verteller en het onvermogen om onbevangen lief te hebben. Een affaire, die de verteller het hele verhaal achtervolgt, loopt op niets uit. Even lijkt een romance met de jonge schoonspringer Alex de uitkomst. Zijn onschuld blijkt echter het verraad uit het verleden niet te kunnen overstemmen. Dan ontmoet de verteller Katharina. Beiden hebben ze heimwee naar iets wat niet meer bestaat. De val van de muur heeft het land dat Katharina mist voorgoed uitgewist. Ook de Sovjet-Unie is gevallen. Muziek lijkt het enige wat overeind blijft staan. Dan verstoort een val in het heden de illusie. Het verhaal is opgesplitst in twee delen, beide eindigend met een paar hoofdstukken ‘variaties’, wat weer verwijst naar de muziek.
Walter verliest zijn vrouw en kinderen bij een auto-ongeluk. Hij wil de schuld bewijzen van de dader, die vluchtmisdrijf pleegde. Daarom bespioneert hij de bewoners van een villawijk. Het kijken naar de levenswijze en het gedrag van de vermoedelijke dader om een overtuigend bewijs van zijn schuld te vinden, wordt een obsessie. Hij wordt geholpen door de gehandicapte Marniq, die zo zijn eigen reden heeft om hem te steunen.
Venetië, zeventiende eeuw. Baldassare Lancerini benoemt de jonge Francesco Serristori tot zijn privésecretaris. Voor de buitenwereld is Lancerini een gerespecteerd chirurgijn, maar Francesco leert hem kennen als een wispelturige, tirannieke vrouwengek. Lancerini gebruikt Francesco om zijn vuile klusjes op te knappen. Wanneer Francesco betrokken raakt bij zijn meesters geheime onderzoek naar de werking van het hart en de hersenen, gaat er een wereld voor hem open. Hij raakt helemaal in de ban van de wetenschap en de geheimen van het menselijk lichaam, maar zijn drang naar kennis drijft hem ver.
Roman over een verlopen stadje aan de kust. Een referendum over de verbreding van de dijk verdeelt de bewoners van een verpauperd kuststadje in twee kampen.
Veel plekken en bouwwerken in België herinneren ons aan de historische periode van 1914-1918: forten, bunkers, monumenten op slagvelden van weleer, oorlogsbegraafplaatsen, musea... Ontelbaar veel bezoekers gaan nog steeds op zoek naar de sporen van dit levend verleden. Dit is een praktisch naslagwerk over meer dan 200 oorlogslocaties in ons land. Bij elke locatie wordt uitgebreid beschreven wat er zich tijdens de oorlog heeft afgespeeld.
Ruim honderd vragen over dolfijnen, o.a. gedrag, voortplanting, vijanden, worden in het kort beantwoord. Met kleurenfoto's en tekeningen en korte fragmenten uit de serie boeken over het dolfijnenkind. Vanaf ca. 10 jaar.
De achtjarige Lotte leert dagelijks nieuwe woorden. Mooie woorden als ‘zomer’, grote woorden als ‘negen’, overbodige woorden als ‘inslapen’. Als Lotte volwassen is, wil ze woordenmaker worden. Ze oefent alvast door zelf woorden te verzinnen.
Wat maakt dat we ons ergens thuis voelen? Is het een plek, een gevoel, een taal, een draadloze verbinding of een zorgvuldig gecultiveerde illusie? Geert Buelens woonde de afgelopen tien jaar in vijf steden en drie landen. Het meest op zijn plaats voelt hij zich in Brussel en Berlijn. Zijn geboorteland België, dat hij negen jaar geleden verruilde voor Nederland, worstelt met een structurele identiteitscrisis. Als luxemigrant probeert hij in te burgeren in een land dat zichzelf zegt kwijt te zijn. Intussen zwerft een ongekend aantal mensen ontheemd over de planeet, verdampen er kapitalen die ons een dak boven het hoofd zouden garanderen en vertrouwen we wat ons het meest nabij is toe aan een wolk. Thuis gaat over een verlopen en verbeurde tijd, over woede en nostalgie, over tatoeages, tuinkabouters en teddyberen.