Beschermvrouwe van de verschoppelingen. [1]
Delphine Lecompte
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij Antwerpen, 2013 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : LECO |
31/05/2013
Delphine Lecompte behoort ongetwijfeld tot de productiefste dichterlijke talenten van het Nederlandse taalgebied. In haar met de C. Buddingh’-prijs 2010 bekroonde debuut (2009) bekent ze dat ze ‘diep (moet) graven om oppervlakkig te zijn’. Het resultaat van dat aanhoudende graafwerk is een aanzienlijke vracht gedichten, verzameld in (2010) en (2012), weinig later gevolgd door (2013). Laatstgenoemde bundel voegt een indrukwekkend luik toe aan een oeuvre dat van meet af aan een eigen toon heeft aangeslagen. Het valt niet mee die toon te omschrijven. Je zou kunnen stellen dat Lecompte een groot aantal niet-heroïsche personages in scène zet. Hoewel ze indringend inzoomt op de vader, moeder, grootvader en grootmoeder van de ik-figuur en allerlei terloopse nevenpersonages (als een ‘malicieuze sponzenverkoper’, een ‘rondborstige nicht’ of ‘adembenemende neef’), besteedt ze op z’n minst evenveel aandacht aan een mannelijke figuur die ‘mijn muze’ of ‘de oude kruisboogschutter’ wordt genoemd. Die personages worden bij voorkeur in een hilarische situatie geplaatst, waarin normaal geachte verbanden niet gelden en de gekste/banaalste feiten vers na vers schijnbaar achteloos worden opgesomd. De ik-figuur lijkt daarbij eindeloos te ‘kibbelen’ met haar muze (p. 139) of als een spin te verdwalen in haar eigen dichterlijke web (p. 65 en p. 100). Het resultaat van deze werkwijze is een lyriek die ronduit episch oogt, al zijn de gedichten even strofisch opgebouwd als een sonnet en sluit het einde meestal keurig aan op het begin. Gedichten dus waarin vakkundig cirkels worden gesloten, of toch bijna, en die bovendien vaak op een pointe of volte eindigen. Dat zijn hoe dan ook klassieke procedés, die hier allesbehalve klassieke verzen opleveren. Verzen die vooral iets zijn: ze zijn niet mystiek (hoewel naar Jezus en gelovig zijn graag wordt verwezen), niet romantisch of sentimenteel (hoewel erotische liefde nooit veraf is), nagenoeg rijmloos (hoewel een enkel eindrijm onverwacht opduikt), niet poëticaal (hoewel de dichteres een enkele keer verzucht ‘dat het nog goed gekomen is met (haar) gedicht’) en evenmin anekdotisch (hoewel talloze knipogen onmiskenbaar autobiografisch of descriptief van inslag zijn). Daarvoor lezen ze te zeer als de smeulende restanten van een surreële droom of een grillig sprookje, waarin bijvoorbeeld ‘een volwassen man een meisje geselt / Met achtereenvolgens een dode fret, een eerste druk / Van Goethes , een schildpad op wieltjes’.Een beetje aanleg voor fantasie helpt de lezer een eind vooruit, evenzeer als enig gevoel voor cynisch laconisme. ‘Ik lees een sprookje en / Put moed uit de moed van Klein Duimpje / Nog voor de zon ondergaat is mijn muze opnieuw van mij / Of een been kwijt’. Of dreigender: ‘Ik droom dat ik droomloos wakker word / In een sobere slaapkamer in een boerderij / Naast mij ligt een neuriënde man / Hij probeert mij te wurgen’. Het verschil uitvlakken tussen droom en daad, dood en leven, daar lijkt het Lecompte om begonnen. Onder meer daarom voert ze een vader op die lang ‘slaapt om de dood de loef af te steken’, of nog, een vader die ‘voortdurend over de dood (speekt) / Terwijl hij klaarwakker nauwelijks morbide is’.Delphine Lecompte valt in ieder geval niet voor één gat te vangen. Daarvoor is haar poëzie te verrassend en onberekenbaar. Zoals een van haar personages, ‘stift’ ze ‘de misprijzende lippen van haar spiegelbeeld’. Ze lapt gedicht na gedicht ‘de regels aan (haar) laars’, waarbij het niet alleen gaat om de regels van het dichterschap, maar ook om wat maatschappelijk of ideologisch oorbaar lijkt. Haar poëzie gaat in tegen de keer, is ongeremd vrijmoedig, grossiert niet in stijlfiguren of metaforen en is zowel ontluisterend als ontregelend van aard. Lecompte bedrijft, wat mij betreft, een vorm van ironisch/sardonisch realisme. Dat haar associatief vermogen haar voortstuwt, staat buiten kijf en wie daarin wil meegaan, wordt telkens weer beloond. Zoals hopelijk blijkt uit volgende verzen: Mijn muze is verkoudenHij werkt niet op mijn zenuwen vandaagGisteren mocht ik voordragen in de WolstraatWanneer ik wol schrijf denk je aan een schaapSommigen denken na schaap aan slaap. Maar de meeste mensen denken aan wolfEen wolf in schapenvachtOf een wolf met stenen in zijn maagVroeger was ik schaapachtigToen ik werkte in de zuivelafdelingVan een supermarkt was ik mak. [Yvan de Maesschalck]
T. van Deel
De Vlaamse dichteres (1978) debuteerde in 2009 met ‘De dieren in mij’ (tweemaal beprijsd) dat in 2012 gevolgd werd door ‘Blinde gedichten’. Een jaar later verschijnt deze derde bundel van bijna 150 grote bladzijden die meestal tot de nok toe gevuld zijn met een gedicht. Deze dichteres opereert dus onvervaard en heeft stof en techniek te over. Het is bijzonder lastig dit exuberante werk bondig samen te vatten, daarvoor is het te associatief en in zeker opzicht zelfs langdradig en breedsprakig. Het droomachtige karakter rechtvaardigt de talloze ongefundeerde overgangen die zij toestaat. Wel is duidelijk dat vader, moeder, jeugd, grootouders, 'mijn muze', de oude kruisboomschutter, steeds weerkerende personages zijn, maar die komen in zulke vreemde nesten terecht dat ze blijven intrigeren. Maar het intrigerendst van allen is de 'ik' die het weinig met zichzelf en de wereld lijkt getroffen te hebben, en ook de poëzie is niet alles, in een gedicht waarin zij zichzelf als 'Delphine' aanspreekt: 'Niemand wacht op mijn rauwe bekentenissen / Vermomd als pretentieloze raaskalgedichten.' Als vermomde poëtische biografie mogen we deze hoe dan ook opmerkelijke en lijvige bundel waarschijnlijk wel lezen. Neem er de tijd voor!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.