Wat we toen al wisten : de vergeten groene geschiedenis van 1972
Geert Buelens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo|Anthos, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12429 |
Paul Demets
il/pr/09 a
Want "Je zou je zo graag een centrum/ wanen zo graag/ weten wat een honk inhoudt", lezen we in 'Waar het hart is (ID)'. Buelens' poëzie weerspiegelt onze tijd. Zijn bundel opent vanuit het perspectief van asielzoekers, die vrezen als profiteurs beschouwd te worden: "We zullen worden gezien/ als luxepaarden, als kamelen zonder baat". Maar ditzelfde gedicht, 'Transit (Gelukzoeken)', opent wellicht niet toevallig met de versregel "Wij zijn samen onderweg". Het geeft geen zin om in een wij-zijdenken te vervallen. Ook wij, westerlingen, zijn op zoek, maar dan op een andere manier. Overleven kan overal, lezen we in 'Dorothy (Ontworteling)': "Ook in een boomhut kun je leven/ in parken, op banken, de mesthoop/ in het midden van de stad". Buelens verbloemt trouwens de scheldwoorden niet die we soms over ons heen krijgen "Beginnen we de dag als hoerenzoon/ invectieven uit een kindermond/ zo fris". Maar hij laat ook onze fascinatie voor de grootstad zien: "Voor onze ogen verkleurt dit gebied/ wordt het groter en als vanzelf/ komen er gaten in".
Bezit en winst kunnen ons geen onderdak bieden. Geert Buelens neemt onze bezitsdrang ironisch op de korrel in 'Lottotrekking (Huishoudkunde)': "een wiekslag leidt niet langer af/ het inkasseren kent geen einde meer". In de derde afdeling van zijn bundel, 'Nieuwe economische liedjes', fileert hij speels, maar ook messcherp ons economisch huishouden. We proberen krampachtig het kapitalisme in stand te houden: "We klampen ons vast/ aan elke wielklem die op ons pad/ komt als gelegen, als tenminste iets/ dat ons gegund blijft". Al even scherp is hij in de eerste afdeling, 'De roep van thuis', onder andere in 'Schuurtje (Koterij)' voor onze neiging om alles te laten rondslingeren en op die manier de aardbol te vervuilen: "rommel geldt hier als fundament/ een recht op afscheiding// Thuis is waar de boel is/ gebleven als voorheen".
Toch baadt deze bundel niet in doemdenken. We kunnen niet anders dan ons openstellen voor de ander, voor het vreemde, suggereert de dichter terecht in 'Open deur (Huisvredebreuk)': "Bezitsverlies is onvermijdelijk/ ook ongevraagd wordt er gedeeld". Buelens' gedichten hebben een soort lichtheid, door de klankkleur van de woorden. Hier is een dichter aan het woord die zich kwetsbaar durft op te stellen en in het slotgedicht 'Lichaam & geest (Standard)' aangeeft dat het rationele niet alleen zaligmakend is: "Een zekere veronachtzaming/ is het gevolg/ een soort van schisma/ van mijzelf in duizend nesten/ gewerkt en daar blijven hangen". Thuis is geen bundel van een profeet of, erger, van een kamerfilosoof, maar wel van een dichter die weet wat er in de maatschappij gebeurt en ons een spiegel wil voorhouden. En dat is nodig.
Geert Buelens, Thuis, Ambo, 63 p., 17,95 euro.
PAUL DEMETS ■
Sarah Vankersschaever
il/pr/18 a
We hadden het kunnen weten. Of we hadden het op zijn minst kunnen vermoeden. Op de grijsblauwe foto op de kaft van Geert Buelens' dichtbundelThuis staat geen thuis. Zelfs geen huis. Er tekenen zich enkel contouren af van wat ooit een woonst moet zijn geweest. Op de blinde muur van de buur zie je nog de sporen, als een kader die na twintig jaar van het behang werd getild. En dus: we hadden het kunnen vermoeden. Dat we in de poëzie vanThuis geen nestwarmte zouden vinden. Het eerste gedicht 'Transit (Gelukzoeken)' zet meteen de toon: we lezen over ankerloze, gedesillusioneerde figuren op zoek naar een plek om te enteren. De ontgoochelde start van de een pingpongt met het koele welkom van de ander in 'Grootstad (Couleur locale)': 'wentelen we ons in wee / en ach als van weleer // Voor onze ogen verkleurt dit gebied'. Het antwoord komt een pagina later met 'Waar het hart is (ID)', waarin de gelukzoeker zijn wonden likt: 'Je zou je zo graag een centrum / wanen zo graag / weten wat een honk inhoudt'. De oversteek in 'bootjes die kapseizen' wordt een homerun. Letterlijk.
De cyclus 'De roep van thuis' schetst de fantoompijn van de thuisloze, de nostalgie van de ancien en ja, ook de etiquette van de kleinburgerlijkheid. Vooral bij dat laatste durft Buelens cynisch te worden. In 'Schuurtje (Koterij)' gaat het hard. 'Ziehier het microkrediet van de eerste wereld / waarom recycleren als je ook kunt stockeren / (...) Thuis is waar de boel is / gebleven als voorheen'. De koterij-Vlaming met zijn zelfverklaarde 'recht op afscheiding' mag zich aangesproken voelen.
Buelens kijkt als een migrant naar zijn geboorteland. Afstandelijk en hard, spottend zelfs. Wetende dat de dichter België verruilde voor een universiteit in Nederland, kost het moeite om de indruk te negeren dat hij neerkijkt op de achterblijvers.
Music Hall en Live Nation
Opgewekt word je niet vanThuis. De negentien gedichten uit de eerste cyclus zijn zwaar en donker. Maar ze vormen wel een eenheid, iets wat je moeilijker kunt zeggen over de kortere cycli 'Cocon', 'Nieuwe economische liedjes' en 'Persoonlijkheidstest'. Een tweetal gedichten zagen we opduiken inHet Liegend Konijn in 2005. Het doet ons vermoeden dat de drie cycli een bundeling zijn van ouder werk. Een vermoeden dat bevestigd lijkt te worden door stilistische keuzes die we ook duidelijk in zijn vroegere bundelsHet is (2002) enVerzeker u (2005) zagen opduiken.
Zo speelt Buelens met onze talige verwachtingen: in de regel 'voelt u zich daardoor onthand' speelt hij in op onze neiging om 'ontheemd' te lezen, wat meteen ook de onderliggende betekenis is van het gedicht 'One 2 Read (Leesbevordering)', over de taal als de heimat van de eeuwige denker, willens nillens.
Ook de muzikaliteit waarnaar Buelens zo graag teruggreep in zijn vorige bundels, duikt op: 'Aan het raam van Van Dyke Parks (Interludium)' en 'Elvispop (Gospel)' zijn rechtstreekse verwijzingen, maar de muzikaliteit valt ook in een handvol andere gedichten op: de woorden dansen over de bladspiegel, ze groeperen zich in oh oh oh's en o o o's.
Springerige bladspiegel, dansende klinkers, muzikaliteit en groteske karikaturen... Inderdaad, voor Geert Buelens geenThuis zonder zijn stokpaardje Paul van Ostaijen. Buelens schreef in 2001 de poëziestudieVan Ostaijen tot heden, zijn invloed op de Vlaamse poëzie. We zouden ondertussen een vervolg kunnen schrijven met 'De invloed van Van Ostaijen op Buelens'. De bekende bundelMusic-Hall krijgt met het gedicht 'Live Nation (Contactzone)' een bescheiden maar wel vrolijke, eenentwintigste-eeuwse tegenhanger. Het is meteen ook een van de meer lichtvoetige gedichten inThuis.
Thuis zal voor Buelens-liefhebbers voelen als thuiskomen. Wie minder vertrouwd is met zijn poëzie, zal nu eens niet-begrijpend een bladzijde omslaan, af en toe een donkere wolk wegwuiven en na afloop naar antiserum grijpen: nestwarmte.
GEERT BUELENS
Thuis.
Ambo, 50 blz., 17,95 ? (e-boek 9,95 ?).
De auteur: is behalve dichter, essayist en columnist ook hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Utrecht.
De bundel: over thuiskomen en dus ook over België.
ONS OORDEEL: als een koele, soms te cynische minnaar dissecteert de dichter het begrip 'thuis'.
¨¨¨èè
Sarah Vankersschaever ■
Gerard Oevering
De schrijver (1971) is dichter, essayist en hoogleraar Nederlandse letterkunde in Utrecht. In de bundel verkent de dichter zichzelf in zijn relatie tot de wereld. In het gedicht 'Waar het hart is' spreekt hij over de betekenis van het onderweg-zijn: 'Je zou je zo graag een centrum / wanen zo graag / weten wat een honk inhoudt'. De dichter typeert zichzelf als 'een soort schisma / van mijzelf in duizend nesten'. Dit schisma wil hij opheffen. Uit de bundel blijkt dat niet het doel maar vooral de weg de kern van deze poëzie is. De bundel bevat op het eerste gezicht impressies ontleend aan de actualiteit, maar zijn ingenieuze zoektochten in de diepte naar de betekenis van thuiskomen en thuiszijn. Wel zet de laatste strofe of de laatste regel de in het gedicht opgebouwde gedachte soms op scherp. De korte, rijmloze, ogenschijnlijk vlotlopende versregels verhullen echter een intens denkproces over wat 'thuis' betekent. De gedichten zijn in geconcentreerde taal geschreven introspecties en observaties en vereisen aandachtige (her)lezing.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.