Poëtica
Aristoteles
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas Contact, 2013 |
Woord Volwassenen Poezie : GERB |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas Contact, 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12329 |
15/03/2014
Piet Gerbrandy is classicus, maar als dichter schrijft hij hedendaagse poëzie. Dat valt onmiddellijk op, als je zijn nieuwe bundel Vlinderslag (Atlas Contact, 2013) openslaat. De bladspiegel is ongewoon, met gedichten die ergens halverwege de pagina beginnen en onderaan eindigen op een enigmatische, schuingedrukte zin. Deze ingreep zorgt voor een interessant schokeffect binnen de gedichten. Vaak lijkt het te gaan om een gevonden zin of stelling, die contrasteert met de tekst van het gedicht, maar retrospectief ook de betekenis ervan verandert. Deze ingreep, waarbij de dichter verschillende tekstsoorten tegen elkaar uitspeelt, geeft aan de gedichten een fris en eigentijds karakter. Bovendien hebben de eindzinnen vaak een down-to-earth effect. ‘Niet ieder is voor doe-het-zelver in de wieg gelegd.’
Gerbrandy voert nog een tweede ingreep uit in de compositie van de bundel. Hij splitst de gedichtencycli in twee stemmen: een prozastem op de linkerpagina en een lyrische stem op de rechter. Deze afwisseling van stemmen heeft een bezwerend effect op de lectuur. De lezer wordt meegenomen op het ritme van de tekst en uitgenodigd om stil te staan of zijn leeswijze aan te passen. Vooral in de lyrische stem komt deze aanpak goed tot zijn recht. Het lijkt alsof de gedichten midden in een proces beginnen en zich vervolgens voortbewegen van klank naar klank of volgens een eigen ritme. De keerzijde van dit bezwerend effect is een soort vergetelheid bij de lezer, waardoor terugkerende beelden of thema’s minder snel worden opgepikt. Gerbrandy houdt misschien ook te lang vast aan deze compositie, al heeft ze wel een mooi éénmakend effect op de bundel als geheel.
Ook het ik van de gedichten laveert tussen bezwering en vergetelheid. De man met de prozastem staat stil of bevindt zich op een kruispunt. Hoewel hij zich nadrukkelijk in de buitenwereld begeeft, blijft hij meestal aangewezen op bespiegeling en observatie. De man met de lyrische stem verliest zich in zijn ervaringen en in het ritme van z’n poëtische taal. Gerbrandy balanceert; hij poneert geen waarheden en hoedt zich ervoor krachtige metaforen neer te zetten. Zo wordt het bezwerende karakter van de taal gecounterd door een ingehouden beeldspraak, waarin de natuur een belangrijke rol speelt. Ook de toon blijft licht en prozaïsch, ondanks de hoeveelheid tegengestelde elementen die Gerbrandy in zijn poëtische taal binnensmokkelt.
Toch zijn niet zozeer die tegenstellingen op zich van belang, dan wel de beweeglijke poëtische taal die zij veroorzaken. Die beweeglijkheid of meervoudigheid is meteen de voornaamste troef van deze bundel. Voor een conventionele lezer vormt het enigzins nerveuze karakter van de gedichten en de doorgedreven compositie van de bundel mogelijk een minpunt. Maar Gerbrandy’s voorkeur voor kleine tegenstellingen en eigentijdse, prozaïsche beelden levert toch vooral pareltjes op, zoals ‘Het is nog honderd mijl naar de volgende slotsom.’ De bundel Vlinderslag mikt niet alleen hoog in zijn aspiratie om nieuwe poëzie te schrijven, maar lost die verwachtingen ook grotendeels in.
[Bart De Block]
Bernard Huyvaert
Piet Gerbrandy (1958) is classicus en dichter. Deze bundel bestaat uit een afwisseling van poëzie en proza. Drie stemmen komen aan het woord. Een eerste is de verteller die in proza verhaalt over allerlei onderwerpen. Deze tekst bevindt zich op de linkerpagina van het boek. Op de rechterpagina is de lyricus, de dromer aan het woord. Hij denkt in zijn gedichten na over grote thema’s zoals leven en dood, ziel en lichaam. Derde stem: op elke bladzijde vind je, in cursieve druk, een cliché, een dooddoener zoals 'Dat het klimaat verandert wordt nog door weinigen ontkend.' De combinatie van de nuchtere verteller, de vurige lyricus en de gemeenplaatsen is een geslaagd poëtisch experiment. Niemand heeft het laatste woord. Het middendeel van het boek ('Golfslag') bestaat uit een (fictief) gesprek in proza tussen twee Latijnse dichters uit de vierde eeuw. Zij discussiëren over een gedicht dat een andere dichter, Claudianus, schreef over de ontvoering en verkrachting van Proserpina door Pluto, god van de onderwereld. Om de indruk van authenticiteit te wekken, heeft Gerbrandy zelfs enkele lacunes ingebouwd. Won de Jan Campertprijs 2015.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.