Ethica
Aristoteles
Aristoteles (Auteur), Frank Ankersmit (Auteur), Josine H. Blok (Auteur), Midas Dekkers (Auteur), Piet Gerbrandy (Auteur), Bas Heijne (Auteur), Luuk Van Middelaar (Auteur), Wouter Vanstiphout (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Historische Uitgeverij, 2010 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 153.2 POLI |
31/12/2011
In het kader van de Maand van de Filosofie en naar aanleiding van de Nederlandse vertaling van Aristoteles' Politica, publiceerde de Historische Uitgeverij in april 2010 een klein, fijn boekje over 'het politieke dier', een begrip dat geïnitieerd werd door de Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v.C.). De mens is niet enkel een verstandig, maar ook een politiek dier. Zeven hedendaagse essayisten nemen Aristoteles' stellingen over politiek als uitgangspunt voor een aantal persoonlijke beschouwingen. In deze hoogst verwarrende politieke tijden komt Aristoteles' politieke theorie over het algemeen belang ? bijna tweeënhalf millennium oud ? nog steeds verbazingwekkend actueel over. In de woorden van inleider Coen Simon: 'Als de groep politieke dieren steeds kleiner wordt, rukken er steeds meer losgeslagen stenen op'.
Historica Josine H. Blok verduidelijkt Aristoteles' politieke begrip. De hedendaagse uitdrukking 'politiek dier' heeft een ietwat negatieve connotatie. Het typeert iemand die geïnteresseerd is in politieke verhoudingen omwille van de macht. Aristoteles had iets anders voor ogen. Hij ziet het begrip 'politiek' als een algemene menselijke conditie: een politiek dier is ieder talig wezen in een gemeenschap dat aanspraak maakt op de rechtvaardigheid van de gemeenschap. Met zijn standpunt dat een leefbare, stabiele samenleving een afspiegeling moet zijn van het begrip van rechtvaardigheid van haar leden, sluit Aristoteles aan bij de kerngedachten van de Griekse politieke theorie. In een goed functionerende polis zal ook iemand zonder politieke functie zich niet tekortgedaan voelen zolang hij het geheel als rechtvaardig ervaart. Daaruit vloeit volgens Aristoteles voort dat het vak van homo politicus ervaring vereist en dat een homo politicus ook aan zichzelf moet denken. Politiek filosoof Luuk van Middelaar vult aan: 'Politiek vraagt om een gevoel voor rechtvaardigheid, zeker, maar ook om kennis van gedrag, drijfveren en zwaktes van andere mensen. Dat vergt ook ondeugden. Hoogmoed om te denken dat je president of premier kunt worden. IJdelheid om avond aan avond in zaaltjes hetzelfde verhaal te vertellen'. Bescheidenheid is voor publieke dieren geen verdienste, maar een ondeugd. Bioloog Midas Dekkers maakt kanttekeningen bij Aristoteles' stelling dat 'de mens in vergelijking met andere levende wezens als enige een gewaarwording heeft van goed en kwaad, recht en onrecht...' Elk dier is een politicus, is de conclusie van zijn polemische stuk. Classicus Piet Gerbrandy filosofeert over de taligheid van de mens. Mensen beschikken in tegenstelling tot dieren over moreel besef, en de taal is het gereedschap waarmee zij dat operationeel maken. En zij die moraliteit en taal met elkaar delen, sluiten zich van nature aaneen tot sociale verbanden, waarvan de polis de ideale verschijning is. Geschiedfilosoof Frank Ankersmit benadrukt in een zeer heldere bijdrage dat de ideeën van Aristoteles nog steeds relevantie hebben voor de hedendaagse politiek. De Griekse filosoof zou nu een 'communautarist' worden genoemd, naar analogie van de christendemocraten, die het individu steeds als een onderdeel van de bredere gemeenschap beschouwen. Hoogleraar Ontwerp en Politiek Wouter Vanstiphout past de 'ordelijke' ideeën van Aristoteles toe op de hedendaagse architectuur en op de steeds mislukkende pogingen van de mens om via allerlei planningsmodellen de wereld te ordenen. 'Als we naar de geschiedenis van de grote planningsmodellen in de twintigste eeuw kijken, zien we een pseudowetenschap, waarvan de centrale hypotheses telkenmale onderuit worden gehaald door de wijze waarop grootschalige plannen systematisch door uiteenlopende omstandigheden in hun tegendeel veranderen'. Essayist Bas Heijne neemt de twitterende Nederlandse CDA-politicus Maxime Verhagen op de korrel, die meespeelt in de 'bijna darwinistische strijd' om aandacht. Hij staat mijlenver van Aristoteles' ideaal van de zôon politikon. [Gunter Bousset]
L. van der Hulst
Bundel essays rond de politieke theorie van Aristoteles (384-322 voor Christus): 'Wie niet in staat is deel te nemen in een gemeenschap, of daaraan geen behoefte heeft omdat hij zichzelf genoeg is, maakt geen deel uit van de polis, en is dus ofwel een beest, ofwel een god'. De mens is inherent een politiek wezen. Het eerste essay is van hoogleraar antieke geschiedenis Josine Blok. Zij geeft een analyse van het idee van Aristoteles, gevolgd door diens eigen tekst. Daarna reageren diverse hedendaagse denkers vanuit hun respectievelijke disciplines op Aristoteles: Middas Dekkers (bioloog), Frank Ankersmit (hoogleraar filosofie van de geschiedenis), Luuk van Middelaar (filosoof), Piet Gerbrandy (classicus en vertaler), Bas Heijne (publicist) en Wouter Vanstiphout (stedebouwkundige). Interessant zijn de essays van Bas Heijne over twitterende politici en Vanstiphout over stadsontwikkeling als politiek instrument. De bijdrages zijn behoorlijk abstract en vooral geschikt voor de gevorderde filosofielezer. De uitgave is fraai vormgegeven met een inleiding van Coen Simon.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.