Juf verdient een standbeeld (en de meester ook)
Laïla Koubaa
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9938 |
Dirk Leyman
te/ep/17 s
Bart Koubaa (°1968) heeft zich nooit druk gemaakt over de verwachtingen van de markt. Zijn romans moet je beleven als onvoorspelbare excursies. Het oeuvre van Koubaa oogt dan ook even grillig als een geaccidenteerd bergpad in de Alpen. Gaat hij op zijn bek, dan is dat maar zo. Een volgend boek is voor Koubaa gewoon de meest logische manier om zich te revancheren.
Zijn tomeloze verbeelding, waarin hij zelf het spoor wel eens bijster raakt, leverde merkwaardige romans op als Het gebied van Nevski (2007), Maria van Barcelona (2010) of De Brooklynclub (2012). Koubaa snijdt graag wetenschappelijke of neurologische kwesties aan en is tuk op bokkensprongetjes en intertekstuele spelletjes. Maar ze vergen wel enige meegaandheid van de lezer.
Het is betekenisvol dat de uitgever op de achterflap van zijn nieuwe roman vooral laudatio's voor De leraar (2009) oplijst. Met dat boek nestelde Koubaa zich in het brein van een moegetergde leraar en stak hij de betere misdaadthriller naar de kroon. Even leek hij het grote publiek aan zijn zijde te krijgen.
Lukt dat opnieuw met De vogels van Europa? Niet onmogelijk. De vogels van Europa is een Koubaa van de toegankelijke soort. De schrijver grijpt de lezer bij het nekvel en houdt er een stevig tempo op na.
Op het eerste gezicht opteert Koubaa voor een rechttoe rechtaan roman, ja, zelfs voor een ordinaire whodunit. Maar gaandeweg triomfeert opnieuw de teugelloosheid. Het is alsof hij met een schot hagel voor onze ogen een zwerm spreeuwen uiteenjaagt. Dekking zoeken is de boodschap. De roman eindigt in een wonderlijke verwarring. Alsof Koubaa met heimelijk plezier zijn eigen verhaal welbewust saboteert.
Vechtkwartel
Hoofdpersonage Maarten De Ridder is een Jan Modaal. Werkzaam bij de stoffige Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. Vijftiger, drie kinderen, liefhebbende vrouw. Maar bij het zien van een opsporingsbericht op tv, wankelt zijn wereld wanneer blijkt dat het om een oude schoolkameraad gaat. Het is alsof er "een slapende cel (...) gewekt werd".
Eddie Bonte was medelid van het vriendengroepje van het jongenskerkkoor van weleer. Vijfendertig jaar geleden zag Maarten Eddie voor het laatst. Op stel en sprong besluit hij uit te vissen wat er gaande is. Hij dient zich met een verwarde uitleg aan bij de politie en gaat langs bij de vrouw van Eddie. Drie dagen later wordt Eddie in het kanaal teruggevonden, "als een aalscholver in het water gesprongen".
Het remt Maartens verbetenheid niet af om het naadje van de kous te kennen. Voor Maarten ligt de sleutel op Texel, waar hij samen met Eddie en twee kompanen destijds als veertienjarige een vogelaarsvakantie hield. Ze stonden bekend als "de vier samoerai". Eddie was het haantje-de-voorste en de kwistige distributeur van pornoboekjes. En ze werden vergezeld van koorleider Roland.
Gewapend met het instrumentarium van de would-bedetective neemt hij twee weken verlof. De oplossing van het raadsel wordt een regelrechte obsessie. Maar met welk motief? Dat vraagt ook Eddies dochter zich af, waarmee hij een lichte amourette heeft. Maarten reist opnieuw naar Texel om in krek dezelfde bungalow te logeren en er de zeldzame 'vechtkwartel' te ontdekken.
Ondertussen vermoedt zijn vrouw dat hij compleet de pedalen aan het verliezen is. De lezer is na een tijd dezelfde mening toegedaan. Aan zijn oversten stelt hij op een bepaald moment voor "een genuanceerder onderzoek te doen naar misbruik en ongewenste intimiteiten binnen sportverenigingen en jeugdbewegingen". Want was koorleider Roland wel zo koosjer? Het spook van de zaak-Dutroux waart door de roman, zoals dat ook al in vorige Koubaa-boeken het geval was.
Running gags
Koubaa hangt elk van zijn enerverende hoofdstukken op aan een vogel - van huiszwaluw tot eidereend en sneeuwgors - en ook in de metaforiek is hij ruimhartig met vogelbeelden ("Ik zit voor mijn computerscherm te bidden als een ruigpootbuizerd boven Jeruzalem"). Het zijn echte running gags. En wat is dat toch met Maartens almaar openstaande gulp en die heupflacon?
De vogels van Europa rakelt veel thema's op. Zelfs de controleobsessie van ouders tegenover hun kinderen wordt aangeraakt - even moet je aan Blanco van Peter Terrin denken. In de evocatie van het vriendengroepje lijkt Koubaa te alluderen op Grip van Stephan Enter. Toch loopt het misdaadverhaal met een sisser af.
Vernuftiger is het dan ook De vogels van Europa te lezen als een roman die "de betrouwbaarheid van hervonden herinneringen" op de proef stelt. Koubaa stoeit als een dolle hond met zijn lievelingsthema's. Het hoofdpersonage goochelt weliswaar met statistische informatie, maar onzekerheid en onvoorspelbaarheid zinnen hem meer.
Zeker is dat Maarten ons ferm in het ootje neemt. Want beschikt een statisticus niet over een oneindige waaier interpretatiemogelijkheden? Om met Mulisch te spreken: "Het beste is het raadsel te vergroten." Dat heeft Koubaa hier ter harte genomen. Die raadsels zijn hem uiteindelijk liever dan de ontsluiering van de precieze toedracht omtrent Eddie Bonte.
Bart Koubaa, De vogels van Europa, Querido, 237 p., 18,99 euro.
DIRK LEYMAN ■
Mark Cloostermans
te/ep/19 s
U kent de grap: een statisticus kan verdrinken in een vijver van gemiddeld een halve meter diep. Dat is min of meer wat er 'gebeurt' in deze roman van Bart Koubaa.
Als hij op tv een opsporingsbericht ziet voor een jeugdvriend, neemt Maarten de Ridder, een gelukkig getrouwde veertiger met drie kinderen, meteen enkele weken onbetaald verlof. Hij wil de verdwijning onderzoeken.
Het lichaam van Eddie Bonte wordt snel gevonden (zelfmoord), maar voor Maarten is de kous niet af. Hij kan de herinneringen niet loslaten. Maarten en Eddie waren lid van hetzelfde kerkkoor. Ze deelden een passie voor vogels. In de zomer van 1980 gingen de twee jongens, met nog een vriendje én de leider van hun kerkkoor, op uitstap naar Texel.
De lezer ruikt natuurlijk lont. Drie tienerjongens en een volwassene samen op reis? Daar komt misbruik van. En dus trauma. En dus zelfmoord. Hou de zakdoeken klaar.
Maarten ruikt die lont ook. Met dertig jaar vertraging vermoedt hij wat er gebeurd is, daar op Texel. Hij snapt echter niet dat hij zijn familie van zich vervreemdt en zijn huwelijk op het spel zet. Evenmin ziet hij dat hij binnendringt in het rouwende gezin van wijlen Eddie Bonte, net zoals de koorleider zich andermans gezin binnenwurmde. Maarten de statisticus verdrinkt in de waarschijnlijkheid van een drama en trekt zijn naasten met zich mee.
Diezelfde lontruikende lezer zal ook de waarschuwingsborden in de roman herkennen. Eerste waarschuwing: Maarten werkt voor de 'Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie'. Tweede waarschuwing, een citaat uit Maartens vogelgids: de herkenning van vogels in het wild is 'meestal het resultaat van een eliminatieproces; weinig vogels worden uitsluitend op positieve gronden geïdentificeerd'.
We hebben hier niet te maken met feiten, maar met waarschijnlijkheden. Deze roman gaat over eliminatieprocessen, kansberekening, statistiek. Alles mag dan wijzen op misbruik, de kans erop mag groot lijken, daarom hoeven de feiten zich nog niet naar die verwachting te plooien.
In een cruciale passage bedenkt Maarten: 'Ik probeerde elke mantelmeeuw en noordse stern, iedere tureluur, grutto en bontbekplevier die ik herkende te onthouden om ze later in mijn schriftje op te tekenen. Als ik niet kijk, slaap of ergens anders ben, zijn die vogels er ook, kwam het in me op, een gedachte die ik niet goed wist te plaatsen. Eerlijk gezegd weet ik nog steeds niet wat ze precies inhoudt; dat we de wereld veranderen door ernaar te kijken?' Koubaa laat het denkwerk hier expliciet aan de lezer over. Mij dunkt dat Maarten onlogisch redeneert: als de vogels er ook zijn zónder zijn waarneming, verandert die juist helemaal niets aan het zijn of niet-zijn van die vogels. De waarneming is veranderlijk, de feiten niet. Dat Maarten nu met andere ogen naar het Texel-uitstapje kijkt, zal dan ook niets veranderen aan de feiten: die zijn onveranderlijk.
Onkies spelletje
Ik heb hierboven bijna uitsluitend over de techniek van deze roman geschreven: de onbetrouwbare verteller en de waarschuwingen die de auteur aan de lezer geeft.De vogels van Europa is inderdaad een roman die zich vooral laat appreciëren als literaire spielerei: over het onderwerp 'misbruik' heeft Koubaa niets te melden. Je kunt je zelfs afvragen of het niet onkies is van de auteur om zo'n gevoelig onderwerp te gebruiken voor niet meer dan een spelletje.
Vroeger zouden we dit alles experimenteel genoemd hebben, maar deze experimenten zijn intussen zo vaak uitgehaald dat ze haast een genre op zich zijn. Geleidelijk ging ik me afvragen of Koubaa zelf wel geloofde in zijn experiment. De scènes zijn afgeraffeld, de karaktertekening vlak - alsof hij er niet al te veel tijd in wilde steken. Het maakt vanDe vogels van Europa stilistisch zeker geen onvergetelijke hoogstaande ervaring.
En wat heb je aan het eind echt in handen? Een roman over de midlifecrisis van een personage met te veel fantasie? Of: een roman waarin niets gebeurt, met een lange flashback waarin al evenmin iets gebeurt, al had er wel iets gebeurd kunnen zijn, maar dat deed het dus hoogstwaarschijnlijk niet.
BART KOUBAA
De vogels van Europa.
Querido, 240 blz., 18,99 ? (e-boek 11,99 ?).
De auteur: Vlaamse zanger en schrijver, bekend van onder meerDe leraar.
Het boek: een vogelliefhebber probeert de dood van een oude vriend te verklaren.
ONS OORDEEL: stilistisch en thematisch niet onvergetelijk.
¨¨èèè
Mark Cloostermans ■
Mr. J.J. Groen
In zijn vierde roman laat Bart Koubaa (1968 - fotograaf en schrijver) de hoofdpersoon Maarten de Ridder ontrafelen waarom zijn jeugdvriend Eddie Bonte onlangs zelfmoord pleegde. Beiden hebben elkaar sinds een vogelspot-jeugdkamp op Texel in 1980 niet meer gezien. De hoofdpersoon vraagt zich af waarom hij na vijfendertig jaar zonder contact zo obsessief die reden wil achterhalen. Het verhaal geeft alleen een suggestie: aan het einde van het kamp zou er iets kunnen zijn voorgevallen tussen de kampleider en de toen 15-jarige Bennie. Hoewel Koubaa het verhaal mooi vertelt en elk hoofdstuk de naam, en soms het karakter, van een Europese vogel geeft, blijft de verhaallijn steken in oppervlakkigheid en vage suggesties, en biedt het de lezer geen grip om de clou van het verhaal te vatten. Toch zal het lezers kunnen boeien. De stijl is een bewust onafgeronde vertelling, geschreven in heldere en prettig leesbare taal en korte hoofdtukken. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.