Alles wat was
Willem Melchior
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas Contact, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10244 |
Dirk Leyman
us/ug/13 a
De Nederlandse auteur Willem Melchior (°1966) staat bekend voor zijn hedonistisch maar ook getourmenteerd lustproza, vrij geïnspireerd op Louis Couperus en Gerard Reve. Melchior was in romans als De roeping van het vlees, Het hoofd op de buik of Lichaam der smarten niet zuinig met gedachtekrullen over lichtzinnige begeerte, schoonheid, jaloezie en opdringend verval. Maar steeds weer haalde hij ook porties puntige ironie aan boord. Melchior is een hoogkaraats stilist, die veel meer lezers verdient.
Ironisch genoeg krijgt hij die nu pas met een onbeschroomd dagboek over zijn recent bij hem vastgestelde keelkanker. In De tijd is op brengt Melchior het gedetailleerde relaas vanaf het moment dat de kwaadaardige vlek wordt vastgesteld tot de behandeling volop haar beslag krijgt.
Melchior is eerlijk over zijn lot en denkt de oorzaak te kennen: "Mijn probleem is niet dat ik rook, maar dat ik zoveel rook. Belachelijk veel, en dat al zo lang: er moest een keer narigheid van komen. Intussen ben ik nog niks wijzer."
Dansen op de vulkaan
Hij is meteen ook filosofisch en laconiek over de dood die even aan de deur komt piepen: "Ik schrik en voel me beklemd, om me vervolgens te herinneren dat je weliswaar veel geneugten misloopt als je doodgaat, maar dat je ook veel ellende bespaard blijft. J'aurais plus jamais mal aux dents."
En ach, wat maakt twintig, dertig of desnoods veertig jaar voor verschil? Niet zo veel. Regelmatig lapt Melchior alle gezondheidsadviezen aan zijn laars en blijft hij "doorzakken" met flessen wijn, lang nachtelijk opblijven en wellustig roken. Het voelt aan als "dansen op de vulkaan".
Vijfendertig bestralingen wachten hem op en ettelijke ziekenhuisbezoeken, die hij met een geamuseerde verwondering en lichte spotlust beschrijft. Soms in banale aantekeningen, dan weer genadeloos accuraat.
Maar de grootste worsteling is voor Melchior niet de zich opdringende ziekte. Dit dagboek beschrijft ook zijn haast heroïsche strijd tegen de sigaret. Stoppen met roken blijkt een huzarenklus, vooral omdat de handeling onmiskenbaar gelieerd is aan het schrijfritueel. Schijnmanoeuvres en komische fratsen moet Melchior uithalen om zich te behoeden voor een nieuwe sigaret in de mond. Je moet onwillekeurig denken aan Italo Svevo en zijn Bekentenissen van Zeno.
En ondanks de voortschrijdende ziekte cultiveert Melchior zijn licht decadente zinnelijkheid, vol intense bekommernis over het lichaam. Eerst een tempeltje van genot, nu een bron van eeuwige zorg, een vijand die van binnenuit tegen je strijdt. De medicalisering van het lijf dwingt hem tot veel overpeinzingen. Maar toch verloochent Melchior zijn aard niet. Ook in het ziekenhuis beroert hij zichzelf en mijmert hij over de elegantste manier om zijn hemd dicht te knopen.
Melchior schreef een pakkend en authentiek dagboek zonder tranentrekkerij, "een plaats voor mijzelf om in te bestaan". En paradoxaal genoeg vuurt de gewiekste ziekte zijn schrijverschap opnieuw aan. In De tijd is op reflecteert Melchior over hoe het nu verder moet. Met zijn leven, jazeker. Maar vooral ook: met zijn boeken.
Willem Melchior, De tijd is op, Atlas Contact, 221 p., 21,99 euro.
DIRK LEYMAN ■
Bert Van Raemdonck
i /un/06 j
Het lot kent geen mededogen. Toen Willem Melchior een paar jaar geleden zijn proza bundelde, gaf hij aan dat verzamelwerk de titelHet lichaam bestaat niet. Maar kort daarna liet Melchiors eigen lichaam zich genadeloos gelden. Wat als een vervelende heesheid begon, bleek een verraderlijke tumor op de stembanden.De tijd is op is een kroniek van Melchiors strijd met zijn lichaam, maar ook een intrigerende balans van een bijzondere levenswandel en een uniek schrijverschap.
Melchior is 46 wanneer hij de dood plots in de ogen kijkt. Het onduidelijke beeld van de toekomst doet hem vanzelf achteromkijken. Wie is deze schrijver die zo koppig tegen de literaire bierkaai blijft vechten en in zijn werk uiting wil geven aan zijn masochistische en narcistische verbeelding? Waarom heeft hij zich zo veel jaren overgegeven aan ongebreideld roken, drinken en een voortdurend onder hoogspanning staand seksueel verkeer? Hoe kan het dat hij als flamboyante beoefenaar van de herenliefde zo vaak angst had voor positieve hiv-tests, maar nooit dacht dat die vijftig sigaretten hem wel eens veel eerder fataal konden worden? Met een zeldzame eerlijkheid en een ontwapenende openheid komt Melchior langzaam tot meer inzicht in wat zijn eigen ziel roert.
Er zijn wel meer redenen waarom het plaveiselcelcarcinoom in Melchiors keel een misplaatste vorm van ironie lijkt. Zo schemert er doorheen heel het oeuvre van deze romanticus een intens en vurig doodsverlangen, maar zoals dat wel vaker gaat met verlangens, verliest ook deze sinistere wens een beetje zijn glans wanneer hij reëel dreigt te worden.
De rook om je hoofd
Het is geen geheim dat er tussen het werk van Willem Melchior en dat van Gerard Reve een duidelijke lijn loopt. Zijn sterk autobiografisch gekleurde proza vertoont veel aandacht voor het lichamelijke en het zinnelijke, en net als Reve combineert Melchior een ietwat zeurderige vertelstijl met een stilistische superioriteit. Melchior beschrijft hoe dit dagboek zich tijdens de eerste stadia van zijn ziekte aan hem opdrong omdat het schrijven van fictie plots niet meer lukte. Kanker vreet niet alleen aan je lichaam, maar ook aan de plannen die je onbezonnen hebt gemaakt.
Met een aandoenlijke openhartigheid vertelt Melchior inDe tijd is op over de mentale strijd waarin zijn lichaam hem heeft gewrongen. Zal hij vechten tegen de ziekte of er meteen zelf een einde aan maken? Zal hij zijn oude levensstijl opgeven of er juist nog bewuster voor kiezen? Wil hij met zijn geliefden over de ziekte praten of liever niet? En dan de hamvraag: zal hij eindelijk echt stoppen met roken, of geeft hij zich aan zijn verslaving gewonnen?
Een groot deel van dit dagboek gaat over Melchiors poging om te stoppen met roken. Wie de lokroep van tabak nooit gekend heeft, zal het wellicht niet begrijpen en het misschien zelfs veroordelen, maar ook in de periode waarin Melchior bestraald wordt, slaagt hij er niet in het roken te laten. Pijnlijk herkenbaar beschrijft hij de afspraakjes die hij met zichzelf maakt over wanneer het wel mag en wanneer niet, hoe hij redenen zoekt om die afspraken vervolgens weer te breken en daarna met een kanjer van een schuldgevoel en een brok stevige zelfhaat weer rokend achterblijft.
Melchior heeft ook een bijzondere reden waarom het stoppen met roken hem zo moeilijk valt. Hij lijkt namelijk als schrijver te falen wanneer hij niet rookt. Zijn hele schrijverschap is gebaseerd op een cocktail van rituelen waarin de afzondering en de nacht vaste ingrediënten zijn, maar waarin ook het roken een cruciale rol speelt. Moet hij als schrijver kiezen voor de literatuur of gooit hij zijn kunstenaarschap beter overboord om als mens te kunnen overleven? Melchior beschrijft dat dilemma op zo'n waarachtige manier dat het je als lezer samen met hem moreel gek maakt.
Een sensuele beleving
Met eenzelfde oprechtheid beschrijft Melchior hoe zelfs zijn wedervaren in het kankerziekenhuis een zinnelijke beleving niet in de weg staat. In zijn precieuze vorige boek (met de alweer omineuze titelLichaam der smarten) vestigde hij de aandacht op de schoonheid en de kwetsbaarheid van de mannelijke romp, en wanneer hij zich in het ziekenhuis moet laten bestralen, ervaart hij het ontkleden en manipuleren van zijn borstkas als een sensuele beleving. Ook tijdens de slapeloze nachten tussen de bestralingen blijft Melchior zijn eigen viriele zelve. Er wordt gerukt en gespoten dat het een aard heeft, maar dit dagboek bevat ook veel teergevoelige mijmeringen over het verlangen naar ware intimiteit. Over zijn drankzuchtige vriend Bavo schrijft Melchior soms hard en scherp, maar net zo vaak klinkt hij warm, zacht en kwetsbaar.
Dankzij die elementen wordtDe tijd is op een literair dagboek dat veel meer is dan een droog verslag over een medisch parcours of de sentimentele belijdenis van een ijdele schrijver. In de laatste bladzijden verontschuldigt Melchior zich omdat hij nog maar weinig heeft te vertellen: 'Het is armoedig, ik geef het toe. Maar ik ben ziek, ik heb even niet zoveel te bieden.' Toch is dit geen betekenisloos tussendoortje. Het past perfect in het literaire traject dat Melchior aflegt, en het doet ons hopen dat er nog veel tijd voor hem overblijft om zijn oeuvre te doen groeien.
WILLEM MELCHIOR
De tijd is op.
Atlas Contact, 224 blz., 21,99 ? (e-boek 14,99 ?).
De auteur: Nederlandse schrijver van romans en korte verhalen.
Het boek: een literair verslag van een ziekte en van een poging te stoppen met roken.
ONS OORDEEL: oprecht en kwetsbaar.
¨¨¨èè
Bert Van Raemdonck ■
15/09/2014
Willem Melchior is een van de interessantste stemmen in de hedendaagse Nederlandstalige literatuur. Van bij het begin werd zijn werk gekenmerkt door een obsessie met lichamelijkheid, masochisme en pijn. In De tijd is op komt die thematiek hem wel zeer dicht op de huid te zitten. In de zomer van 2012 kreeg Melchior namelijk te horen dat hij keelkanker had en begon een lang traject van onderzoeken, behandelingen, en existentiële twijfels waarvan hij hier in dagboekvorm verslag doet. Daarbij valt op dat de angst en onzekerheid rond de kanker bijna in evenwicht wordt gehouden door een andere problematiek: het feit dat Melchior het roken zal moeten opgeven. Het roken maakt dermate deel uit van zijn schrijfactiviteiten dat daarmee zijn hele schrijversbestaan op de helling komt te staan.
Wat meteen opvalt aan dit boek, is het gebrek aan pathetiek. Melchior houdt vaak een zekere ironische afstand tot de dingen en laat zich niet meeslepen door emoties. Het boek is ook zeer nadrukkelijk als een dagboek opgevat, met personen (familie en vrienden) die in medias res verschijnen zonder dat wordt toegelicht wie ze zijn. Tegelijk is er toch ook een acuut bewustzijn van de eindigheid der dingen dat zich uitdrukt in pregnante scènes, zoals een dagje aan het strand waarbij Melchior plots bedenkt dat het misschien wel zijn allerlaatste dagje aan het strand zal zijn. In zijn heldere en eenvoudige stijl weet de auteur die momenten van melancholie heel treffend te vatten. Oog voor het sprekend detail en het treffende moment koppelt hij daarbij aan een trefzeker alledaags taalgebruik.
Bij een boek als dit stelt zich natuurlijk altijd de vraag waar de documentaire eindigt en de adaptatie begint. Het boek leest in elk geval zeer waarheidsgetrouw, en Melchior laat ook zijn eigen kleine kantjes niet onbelicht. Een ander opmerkelijk aspect is dat hij ons geen einde biedt. Het boek houdt gewoon op op het moment dat zelfs het schrijven hem te zwaar lijkt te vallen omdat de last van de kankerbehandeling te zeer doorweegt. Dat is een ongewone en gedurfde keuze die opnieuw tegen een pathetische dramatisering van het eigen leven in gaat. Uiteindelijk krijg je als lezer een intieme inkijk in het leven van een kankerpatiënt, in de manier waarop de diagnose je leven overhoop kan halen, en ook op de manier waarop de zorg om de kanker zich draagbaar kan maken door zich te projecteren op een ander, maar in dit geval ook niet bepaald klein probleem, zoals een rookverslaving.
Melchior is erin geslaagd om uit het leven literatuur te maken: een autobiografisch verslag dat meer is dan het zoveelste ego-document van Iemand Met Een Grote Ziekte, maar integendeel een in het eigen leven geworteld literair kunstwerk dat in zijn bescheiden vorm de lezer aangrijpt zonder ooit op gemakkelijk sentiment te mikken.
[Christophe Van Eecke]
Annemiek Buijs
Dagboekroman van de Nederlandse auteur Melchior [1966] die diverse verhalen, novelles en romans publiceerde. Net als in zijn eerdere werk staat de vergankelijkheid van het lichaam centraal. In 2012 kreeg de schrijver te horen dat hij keelkanker op de stembanden heeft. Als homoseksueel is hij bedacht op HIV maar niet op kanker. In gestileerde dagboekvorm beschrijft hij wat hij meemaakt binnen en buiten het ziekenhuis: onderzoeken, therapieën, gesprekken met artsen, prognoses, bestralingen, vermoeidheid en reacties van familie en vrienden. Als kettingroker voert hij een heftige strijd om te stoppen met roken. Roken en schrijven zijn met elkaar verbonden, dus ook zijn schrijfwerk staat onder spanning. Dagelijks noteert hij zijn gedachten en gevoelens tijdens deze ingrijpende periode. Zeer persoonlijk, openhartig en prettig leesbaar verslag, gesitueerd in de Amsterdamse homoscene. Goed geschreven, maar soms wat veel aandacht voor details, zoals het tijdstip waarop de auteur ging slapen of wat hij precies gegeten heeft. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.