De avonturen van Alice in Wonderland
Lewis Carroll
Nicolaas Matsier (Bewerker), Marit Törnqvist (Illustrator), Sylvia Weve (Illustrator), Philip Hopman (Illustrator), R.E. Raspe (Naar het werk van), Gottfried A. Bürger (Naar het werk van)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Hoogland en Van Klaveren, 2010 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : AVONTUUR : VERHALEN : RASP |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Hoogland en Van Klaveren, 2010 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : RASP |
00/00/0000
Samen met Tekenaars en in dezelfde klasse-uitvoering met zwarte linnen band, zijn de Avonturen van Baron von Münchhausen verschenen in een bewerking van Nicolaas Matsier. Negentien verhalen werden er geselecteerd en voor deze gelegenheid van een prent voorzien door de in Tekenaars geportretteerde illustratoren ? met uitzondering van Dick Bruna. Deze fantastische avonturen van de achttiende-eeuwse Duitse schrijver Rudolph E. Raspe zijn een schoolvoorbeeld van de zogenaamde leugenliteratuur; de fantasieën zijn grotesk. Zo reist Baron von Münchhausen per kanonskogel over een slagveld, trekt hij zichzelf bij de haren uit het moeras, spant de wolf die zich van achteren naar voren door zijn paard heen gevreten had voor de koets etc. De absurditeit van het vertelde zal er misschien mee te maken hebben dat een aantal van de illustraties een grote onafhankelijkheid ten opzichte van de tekst vertonen. Ze vormen als het ware een vrijplaats voor de illustratoren om met de verhaalelementen een soortgelijke absurditeit te creëren als de schrijver deed; de link met wat er verhaald wordt, is veel minder dwingend dan bij een tekst die aan de werkelijkheid refereert. De prenten doen op hun beurt een beroep op de fantasie van de lezer, die er niet zozeer een interpretatie van, als wel een variërend spel met de ingrediënten in terugvindt.
Wim Hofman schilderde een kubistisch aandoende prent bij de bootreis over de Nijl naar Alexandrië, die niet zozeer op een verhaalsituatie ingaat, dan wel in een Afrikaanse figuratie een onbepaalde sfeer van ongerijmdheid oproept. Fleur van der Weel verbeelde in gemengde techniek het verhaal van de 'Wolf als trekpaard', waarbij de gigantische wolf meer ruimte behoeft dan de bladzijde kan bieden en als een onheilspellende schaduw over een ontspannen fluitende baron in het maanlicht hangt. Ze zet daarmee de duistere dreiging van de setting en de situatie aan, die ? in de context van deze losgeslagen fantasieën ? in de tekst op de achtergrond blijft. Het verhaal van de 'Bijenherder' (waarbij de baron langs een Turkse bonenplant naar de maan klimt en op zijn zo mogelijk nog absurdere weg terug naar beneden een gat van vijfentwintig meter in de grond valt, waarna hij een spade haalt en zichzelf uitgraaft) krijgt een prent van Joke van Leeuwen, die een paar elementen uit het verhaal samenbrengt: bijen, de maan, een sikkeltje (in de prent is het een bijl) op de maan. Daarmee schept ze een beeld dat de lezer de mogelijkheid biedt een scala van andere, even fantastische en even ver van de werkelijkheid afstaande verhalen te bedenken.
Maar ook de illustraties die de tekst getrouwer in beeld brengen, van Jan Jutte bijvoorbeeld, van drie (aan hun voeten) 'Opgehangen fantasten' is een vervreemdende prent vanwege de intense, dieprode achtergrond waarop Jutte zijn vriendelijke, stripachtige figuurtjes afbeeldt. Charlotte Dematons maakte een sfeervolle, wat sprookjesachtige prent in een prachtige schakering van blauwtonen die de ijzige winternacht evoceert. Ook bijzonder knap is de prent van Marit Törnqvist bij 'Het paard aan de torenspits', die ook als coverillustratie is gebruikt (zie p. 355). Het op het eerste gezicht weinig bevreemdend beeld haalt zijn interne spanning uit de immense sneeuwmassa waarop paard en ruiter zich bevinden, en waaronder een onzichtbare wereld schuilgaat.
De mateloze fantasie en het volstrekte gebrek aan enige band met de werkelijkheid lijkt mij soms een hinderpaal om de verhalen te blijven genieten. Het gedoseerde aanbod en de afgewogen omvang van de bewerkingen in dit boek, is in die zin een gelukkige keuze. Bovendien heb je door de combinatie met de prenten de mogelijk om in de verschillende stijlen en wijzen van aanpak alternatieve manieren te vinden om de tekst te hanteren. Wat een goede illustratie al niet vermag. [Jen de Groeve]
Drs. A.W.M. Duijx
Selectie van bijzondere, uitermate fantasierijke verhalen uit de klassieker over de avonturen van de Baron von Münchhausen (oorspronkelijk uit 1785). De keuze betreft vooral fragmenten van de belevenissen tijdens het verblijf van de baron in Rusland en tijdens zijn strijd tegen de Turken. In veel verhalen spelen dieren een belangrijke rol. De verhalen zijn inhoudelijk niet bedoeld voor al te jonge kinderen, maar zullen iets oudere kinderen (en zeker ook volwassenen) zeer aanspreken. De vertaling (en bewerking) door Nicolaas Matsier is van ongekende kwaliteit en een heerlijkheid om te lezen. Bij elk van de achttien verhalen (nooit meer dan één pagina lang) heeft een andere illustrator een passende, sfeervolle en vaak ook humoristische tekening gemaakt. Hierdoor is een schitterend boek ontstaan met beelden van de beste illustratoren die Nederland kent en biedt het ook een caleidoscoop aan illustratietechnieken. Aan de vormgeving is veel aandacht besteed, waardoor een briljant geheel is ontstaan met een uitermate aantrekkelijke omslag. Van dit soort boeken moeten er veel meer verschijnen. Vlag en Wimpel Penseeljury 2011. Vanaf ca. 10 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.