Cleo, 15 jaar, rood haar, vader onbekend
Stan Lauryssens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2008 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LAUR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Manteau, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6891 |
Filip Huysegems
us/ug/29 a
Walt Disney kon zelfs zijn eigen naam niet schrijven
Dalí & I. Het ware verhaal vertelt de waargebeurde avonturen van Stan Lauryssens. In een vorig leven werkte hij voor een dubieuze Antwerpse beleggingsfirma, en verkocht hij vervalste werken van de beroemde schilder Salvador Dalí. Hij liep tegen de lamp, ging de gevangenis in, verkaste nadien naar zijn vriendin in Spanje en bleek plots, als bij surrealistische toverslag, de buurman te zijn van Salvador Dalí zelve. 'Ik, die zelf de grote oplichter was geweest, ontdekte dat de grootste oplichter Dalí zelf was, want zijn studio produceerde aan de lopende band Dalí-kunst waar hij zelf niet bij te pas kwam.' Vandaag woont Lauryssens in het landelijke Nukerke, bij Ronse, terwijl in California regisseur Andrew Niccol - bekend van The Truman Show - warmdraait voor de verfilming van Stans lotgevallen. Want ja, Dalí & I. Het ware verhaal wordt een Hollywoodrolprent. De première staat gepland voor het filmfestival van Cannes, in mei 2009.
Hoe kwam uw boek in Hollywood terecht?
'Een jaar of zeven, acht geleden interviewde Humo mij over mijn belevenissen in Spanje. Iemand in Duitsland las dat en belde mij op. "Uw verhaal is een film waard", zei hij, en regelde een afspraak met een scenarist uit New York. Met die scenarist, John Salvati, ben ik naar Spanje gegaan. Ik toonde hem de plaats waar ik woonde en ik vertelde en vertelde en vertelde, uren en uren, dagen na mekaar. Twee maanden later stuurde hij mij een scenario.'
Met een scenario alleen ben je er nog niet.
'Daarna bleef het lang stil, en toen kreeg ik plots een telefoontje uit Hollywood: "Wij zijn Room 9 Entertainment, we hebben het scenario gekocht en willen het verfilmen." Ik zeg: "Welke films hebben jullie al gemaakt?" Het antwoord: "Geen." Stilte. "Maar we hebben wel geld. Ik ben degene die PayPal heeft uitgevonden. [Een betaalsysteem via internet, fh] Dat heb ik verkocht voor 1,5 miljard dollar aan e-Bay. Daarmee wil ik films maken." Ik: "Oké. Nu kunnen we praten." '
Al Pacino zal de rol van Dalí spelen. Dat is niet min.
'Bij het eerste gesprek al vroegen ze me wie ik in de rol van Salvador Dalí zag. Al Pacino zou schitterend zijn, zei ik. Ik hoorde weer een hele tijd niets - want die lui hangen niet voortdurend aan je telefoon, hoor - en dan kreeg ik een bericht: Pacino vraagt tien miljoen dollar, dat is te veel, maar we hebben iemand anders op het oog en hij is akkoord: Johnny Depp. Voor twee miljoen. De tijd verstrijkt, ondertussen komen Pirates of the Carribean 1& 2 uit, en Depp verhoogt zijn prijs tot twintig miljoen. Dag Depp. Daarna zijn er een heleboel namen gepasseerd: Ben Kingsley - Gandhi, Schindler's list - de Mexicaan Benicio del Toro, dan Antonio Banderas...'
'Tot ik een jaar geleden in een Berlijns hotel rustig zat te ontbijten, en het radionieuws van 8 uur begon. Eerste item: "De Amerikaanse acteur Al Pacino gaat de hoofdrol spelen in de film naar het boek van de beroemde kunsthandelaar Stan Lauryssens." Haha! De beroemde kunsthandelaar Lauryssens! Maar toen ik de naam Al Pacino hoorde, viel ik bijna van mijn stoel. Tien minuten later kreeg ik telefoon uit Hollywood: "Stan! Al has signed." '
Wordt er in Antwerpen gefilmd?
'Nee, de hoofdpersoon is nu een New Yorker, al heet hij nog altijd Stan Lauryssens [spreek uit: Sten Lorrisens, fh]. Hij rookt als een ketter, terwijl ik niet rook, hij zuipt als een tempelier, terwijl ik heel matig drink, hij snuift coke langs twee neusgaten tegelijk en loopt de hele tijd achter de vrouwen. Voilà. Dat hebben ze ervan gemaakt.'
U beweert in uw boek dat veel werken van Dalí, zelfs in beroemde musea, nep zijn.
'75 procent is vals, 25 procent is echt. Ik preciseer. Er zijn drie soorten werken van Dalí. De echt-echte, de echt-valse, en de vals-valse. Echt-echt zijn de werken uit de jaren dertig, de authentieke, honderdpercentig surrealistische schilderijen. Echt-vals zijn werken uit de jaren '50, '60 en '70, toen Dalí was leeggeschilderd maar wel nog veel geld wilde scheppen. Wat deed hij? Assistenten zoeken die het werk voor hem deden. Vals-vals is alles van de laatste vijftien jaar. Alle litho's die op de markt zijn, zijn fake. Dalí heeft nooit zelf litho's gemaakt.'
(We bladeren door het boek Dali van Conroy Maddox, en komen bij het schilderij Galacidalacidesoxyribonucleïnezuur, 1963.)
'Neem dit. Zie de afmetingen: drie meter op vier. Dit was een achtergrond voor een theatervoorstelling, gemaakt door de decorschilder Isidro Bea, die werkte voor de opera van Barcelona. Dalí heeft het gekocht en er zijn vrouw Gala bijgeschilderd. Of er laten bijschilderen.'
Was Dalí echt krankjorum of speelde hij een rol?
'Dalí is een showman geworden met de opkomst van de televisie. Toen pas is hij die enorme snor beginnen te kweken. Kijk op foto's van vroeger: toen had hij een klein snorretje. Door die snor en zijn grote rollende ogen was hij heel aantrekkelijk voor de camera. Het gekke is: hoe meer show hij verkocht, hoe beter de schilderijen van de hand gingen. Hij trok daaruit zijn conclusies: als er maar schilderijen zijn, het speelt geen rol hoe, ik zal wel voor de promotie zorgen. Op de duur was hij alleen nog maar de showman en anderen maakten de werken.'
U stelt dat Dalí de Disney van de moderne kunst wilde worden.
'In de jaren veertig werd Dalí in Amerika ontvangen door Walt Disney. Hij kwam erachter dat Disney dan wel de drijvende kracht achter zijn onderneming was, maar nooit zelf iets tekende. Disney kon zelfs zijn eigen naam niet schrijven. Je kent die zwierige letters? Dat was iemand van de studio die dat deed. Toen zei Dalí bij zichzelf : ik hoef al die werken niet zelf te maken, ik moet gewoon degene zijn die de machine draaiende houdt. Ik neem hem dat niet kwalijk. Het principe heeft altijd bestaan. Rubens kon geen dieren schilderen. Hij deed het liefst vrouwen, zo bloot mogelijk en zo wit mogelijk en zo dik mogelijk. Maar dieren lagen hem niet, dus dat deed de Antwerpse schilder Snijers voor hem. Snijers deed ook het fruit. Daar heeft nooit een haan naar gekraaid. Of neem hedendaagse kunstenaars. Jeff Koons, wat maakt die zelf? Alleen de ideeën. Of Damien Hirst. Je denkt toch niet dat die zelf die koe in twee gezaagd heeft? Of dat hij zelf die haai heeft gepekeld? Maar als het over Dalí gaat, is het plots controversieel. De grote fout ligt bij zijn entourage, die per se de mythe van het gedreven, authentieke genie intact wil houden.'
U schrijft ook over uitzinnige seksparty's met Dalí als dirigent. Bent u zeker dat dat echt gebeurd is?
'Alles wat ik schrijf, kan bewezen worden. Dalí heeft altijd gezegd dat zijn schilderijen afbeeldingen waren van zijn nachtmerries, dromen en seksuele wensen. Op een zeker moment had hij geen zin meer om te schilderen, maar wel om zijn seksfantasieën waar te maken. Toen is hij begonnen met de zogenaamde "circussen van de seks". In de eerste versie van mijn boek heb ik de namen van mensen genoemd die eraan meededen, maar die heb ik op aanraden van mijn uitgever weggelaten.'
Mia Farrow bijvoorbeeld.
'De Mia Farrow die later trouwde met Frank Sinatra en met Woody Allen. Ze had een neus voor wie rijk en beroemd was. Dus ook voor Dalí. Toen ze jong was, was Mia Farrow de matras van New York.'
Bent u al tegengesproken door mensen die in het boek rondlopen?
'Nee, door niemand. De Spaanse Stichting Dalí probeert me tegen te werken. Ze is eigenaar van het portretrecht van Dalí en weigert uitgevers foto's af te staan voor mijn boek. Maar meer kan ze me niet maken.'
Zijn de dialogen in het boek authentiek, of hebt u ze samengesteld uit diverse bronnen?
'Alle gesprekken zijn door mij gevoerd, maar ik heb ze wel samengelijmd uit verschillende ontmoetingen. In het boek kom ik maar een keer of drie Amanda Lear of Ultra Violet tegen, twee vrouwen die in de nabijheid van Dalí hebben geleefd. In werkelijkheid heb ik hen veel vaker gezien. Amanda Lear leerde ik kennen in 1978, op een tentoonstelling van haar schilderijen in Dordrecht, waar ik gevraagd was om de inleiding te geven. Op die manier is mijn contact met haar gegroeid.'
Er bestaat ook een eerdere versie van uw boek, uit 1998, bij een andere uitgever.
'Dat is toen verschenen bij Van Halewyck, en is heel anders, veel zakelijker. Tachtig procent bestaat uit biografische weetjes en anekdotes over Dalí, twintig procent gaat over mij. Ik was toen pas uit de gevangenis en had een enorme schroom om het over mezelf te hebben. Ik sloop toen als een dief in de nacht langs de huizen, ik dacht dat er in grote letters op mijn voorhoofd "Komt Uit De Nor" stond. Maar sindsdien zijn er jaren gepasseerd, je perspectief verandert en voor deze versie heb ik het verhaal verteld zoals ik het beleefd heb, zonder schaamte.'
We zouden haast vergeten dat u een thrillerschrijver bent. Uw volgende, 'Bloedrozen', gaat over moorden bij de set waar het leven van Dalí verfilmd wordt.
'Ik ben op een rare manier in het thrillergenre gerold. Ik heb in Spanje vier maanden de cel gedeeld met Amerikaanse drugssmokkelaars, Russische mafioski, Italiaanse maffiosi en Britse gangsters. Dag aan dag praat je met elkaar, want je hebt niets anders omhanden. Toen ik vrijkwam, had ik niet het gevoel dat ik daar iets mee kon doen. Ik had geen geld meer, en zei tegen mijn veertienjarige zoon: "Ik ga een boek schrijven." Hij zei toen: "Papa, als je nu eens een boek schreef dat ik en mijn schoolkameraden ook graag zouden lezen, over policías en de guardia civil en boeven. Toen ben ik begonnen aan Zwarte sneeuw. Dat heeft 45.000 exemplaren verkocht en won meteen de Hercule Poirotprijs.'
In 'Dalí and I' bedriegt iedereen iedereen. De slager, de kaasmarchand, de textielfabrikant, de kunsthandelaar, Stan Lauryssens, en helemaal in de top Salvador Dalí. Wat wil u daarmee duidelijk maken?
'Hebzucht. Daar gaat het boek over. Vlaamse middenstanders waren mijn grootste klanten. Ze wisten met hun zwart geld geen blijf. Hoe kwamen ze daaraan? Door hun klanten te bedriegen met minderwaardige producten. Door belastingen te ontduiken en zo de staat op te lichten. Ooit was ik bij een beenhouwer in Mol die boven zijn winkel woonde en met een bescheiden autootje reed. Zijn kleerkast lag vol goudstaven. Ik heb bij zulke mensen enorme hoeveelheden aquarellen en tekeningen weggezet, maar er nooit iets van Dalí aan de muur zien hangen. De meesten vonden het te lelijk en verstopten het onder het bed of achter de kleerkast. Om het later voor veel meer geld te kunnen verkopen.'
'Om van mezelf nog te zwijgen. Als je doorhebt dat je met een vingerknip 100.000 dollar kunt verdienen door mensen een fraai verhaaltje wijs te maken, dan is het enorm verleidelijk om door te gaan en van 100.000 dollar 200.000 dollar te maken. Op de duur was mensen bedriegen een sport voor mij. Je voelt niet meer dat wat je doet verkeerd is. Je ziet het verschil niet meer tussen normaal en abnormaal, tussen goed en kwaad.'
Welke waarden wil u uw kinderen meegeven?
'Tja... Het is moeilijk om tegen mijn zoons te zeggen: loop niet in de val waar ik ben ingelopen. Want dan zeggen ze: maar papa, misdaad loont, je bent er het beste bewijs van; je belevenissen worden in Amerika verfilmd, het boek wordt vertaald in 33 landen. Inderdaad. Ik heb geluk. Een groot deel van mijn leven heb ik op een oneerlijke manier geld verdiend aan Salvador Dalí, en nu verdien ik ook nog eens op een eerlijke manier geld aan Salvador Dalí.'
U bent intussen geïnterviewd door media van over de hele wereld, van Spanje tot Tsjechië tot Australië tot China. Welke vraag wordt het meest gesteld?
'Of ik nu binnen ben voor de regen.'
STAN LAURYSSENS
Dalí & I. Het ware verhaal.
Manteau, 280 blz., 19,95 euro.
Steven De Foer
ua/an/22 j
BRUSSEL.
DALI & I: the surreal story : zo gaat de film heten waarin Al Pacino gestalte geeft aan de Spaanse schilder. Het scenario en de regie zijn in handen van de Nieuw-Zeelander Andrew Niccol, de regisseur van Gattaca en Lord of war, en de scenarist van The Truman show . De film gaat over de relatie tussen de aftakelende Dalí en Stan Lauryssens, in de film niet langer een kunsthandelaar maar wel een van de vervalsers die nep-Dalí's vervaardigt.
Lauryssens is in de wolken met de keuze voor Pacino. ,,Hij is altijd een van mijn helden geweest en hij is fysiek geknipt voor de rol.'' Voor de rol van Lauryssens zelf circuleren de namen van Heath Ledger, Jared Leto en Ethan Hawke. ,,Bij mijn weten word ik de derde echt bestaande Belg in een Amerikaanse film, na pater Damiaan en Soeur Sourire. Twee halve heiligen en nu een halve gangster.'' (lacht)
Lauryssens doelt op de maanden die hij ooit doorbracht in een Spaanse cel, wegens de verkoop van valse kunst. Door een toeval was hij in de jaren tachtig in Cadaqués beland, waar hij de enige buurman werd van de surrealistische grootmeester. ,,Die was in die tijd al lang niet meer tot schilderen in staat, maar de winkel moest blijven draaien. Dalí's omgeving verzamelde een reeks jonge artiesten rond hem die zijn oude ideeën recycleerden en de litho's en aquarellen met zijn naam signeerden. Door de oude meester te laten poseren naast het werk werd de indruk gegeven dat het om een echte Dalí ging. Veel goedgelovige middenstanders tuinden erin.''
Van zijn periode achter de tralies in Madrid heeft Lauryssens geen spijt. ,,Op de binnenplaats kon ik de hele dag de verhalen aanhoren van internationale topgangsters. Wat een inspiratiebron!'' Lauryssens werd een succesvolle misdaadauteur, sinds hij met zijn eerste misdaadthriller Zwarte sneeuw de Hercule Poirotprijs won.
Lauryssens ontmoette Dalí slechts één keer. ,,Hij zat in een wagentje, bevend en schuddend. De kwijl liep uit zijn mond: een afgetakelde man. Mijn toenmalige vriendin werd ingehuurd om hem voor te lezen uit Der Spiegel . Hij verstond geen Duits, maar het maakte hem rustig.'' Lauryssens leerde van Dalí's medewerkers ook alles over diens excentrieke gedrag en uitspattingen. ,,Hij liet beroemde vrouwen als Mia Farrow, Ali McGraw en Isabelle Adjani meedoen aan orgieën met de lelijkste mannen. Hij liep daartussen en feliciteerde iedereen die een orgasme kreeg.''
Lauryssens pende zijn ervaringen én de getuigenissen op in Dalí en ik . Kort na het verschijnen van dat boek in 1998, kocht een Duitse producent de filmrechten en schreef de scenarist John Salvati een filmscenario. ,,Later werd het project verkocht aan het Hollywoodproductiehuis Room 9. Ik verdiende er goed aan, maar was niet zeker dat het ooit iets zou worden met de film. Tot vorige zomer Andrew Niccol de zaak in handen kreeg.''
In oktober stuurde Niccol Lauryssens zijn nieuwe scenario op. ,,Er zit nu meer lijn in het verhaal en de personages. Stan Lauryssens is in de film geen naar Spanje uitgeweken Belgische veertiger, maar een 27-jarige New Yorker die aan de cocaïne zit en achter de wijven loopt. Zelf was ik al een stuk kalmer in die periode, maar het is nu eenmaal film.''
Een lichtvoetige film wordt het volgens Lauryssens niet. ,,In het begin eventjes, als Dalí als de onconventionele surrealist moet worden geschetst. Zelfs de wilde feestjes komen dan aan bod, in een gekuiste versie. Maar verder verwacht ik een veeleer ingetogen film over een aftakelende man. Het zou ook visueel heel mooi kunnen worden, met computeranimaties van typische Dalí-beelden. Volgens het scenario beginnen we met beelden van brandende giraffen en op het einde, als de stervende Dalí mijmerend naar de zee kijkt, komen die beroemde olifanten met hun lange poten eruit gestapt.''
Van de cast heeft vooralsnog alleen Pacino getekend, maar Lauryssens durft al verder te dromen. ,,Onlangs zag ik een recente film met Faye Dunaway en dacht ik meteen: dát zou de geknipte actrice zijn voor Gala, de muze van Dalí. Ik heb het meteen aan Andrew Niccol gesuggereerd, en hij mailde terug: daar praten we al mee.''
Volgens Lauryssens geloven de producenten ook dat ze met dit project Oscarpotentieel hebben. ,,Zelfs de timing wordt daarop gericht. Het is geen goed idee in Spanje op locatie te filmen in juni, omdat het dan te druk is. Toch gaan ze dat wellicht doen, omdat ze anders niet op tijd klaar zijn om de film te lanceren voor het prijzenseizoen.''
Jo De Ruyck
ru/eb/11 f
In Dalí en ik vertelt Stan Lauryssens (63) hoe hij als kunstmarchand valse Dalí's verkocht, daarvoor in de gevangenis belandde en door een speling van het lot in Spanje de buurman werd van Dalí zelf. 'Daar ontdekte ik dat Dalí zelf meewerkte aan de vervalsing van zijn werk en dat hij er een heel liederlijke levensstijl op nahield, inclusief seksfeesten met jonge vrouwen', aldus Lauryssens.
Wachten op verfilming
Dalí en ik werd een bestseller die ondertussen al in achttien landen is verschenen. Ook de verfilming van de roman staat in de steigers, hoewel Lauryssens zelf toegeeft dat het nog jaren kan duren eer de film, waaraan zowel Al Pacino als Hellen Mirren al werden gekoppeld, er inderdaad ook komt. Op 16 februari verschijnt de Franse vertaling, Ma vie criminelle avec Salvador Dalí en de Fundació Gala-Salvador Dalí heeft met gerechtelijke stappen gedreigd als er in het boek ook maar één afbeelding van Dalí voorkomt. De stichting die de nalatenschap overwaakt vindt het boek 'schandalig en lasterlijk'.
'Op de cover staat een foto van Dalí met enkele stoeipoezen en wij zijn niet van plan daar iets aan te veranderen', zegt Lauryssens. 'Trouwens, de stichting probeert al een tijd mijn boek te laten verbieden. Dalí en ik is verkocht aan 33 landen en al die uitgevers hebben een brief van de Fundació gekregen waarin staat dat ze gerechtelijke stappen zullen ondernemen als een afbeelding van Dalí wordt gebruikt of als er ook maar één leugen in het boek staat. De meesten hebben dat naast zich neergelegd, maar bij enkele heeft het gewerkt. In Taiwan bijvoorbeeld. Daar heeft de uitgever een foto van mezelf met Dalí-snor op de kaft gezet.'
Geniale gek
Volgens Lauryssens herhaalt de stichting bij elke nieuwe vertaling haar dreigementen. 'Tot dusver is er evenwel nog niks gebeurd en ik weet waarom: omdat mijn boek gewoon de waarheid vertelt. Dalí wás de geniale gek, mét de seksfeesten, mét de vervalsingen waarvan hij zelf op de hoogte was. De erfgenamen doen evenwel hun uiterste best Dalí een imago van serieuze kunstenaar aan te meten, niet in het minst om zijn prijzen op de kunstmarkt op peil te houden. Eigenlijk zijn ze nu zelf bezig met de vervalsing van het beeld van Dalí.'
Bij wijze van ludiek protest tegen de aanhoudende dreigementen van de Fundació Gala-Salvador Dalí, zal tijdens de voorstelling van de Franse vertaling in een Parijse galerie de coverfoto van het boek worden nagespeeld. 'Het moet een happening in de surrealistische traditie van de schilder zelf worden met enkele naakte fotomodellen, een valse Dalí en mezelf in de hoofdrollen.'
Ondertussen legt Lauryssens de laatste hand aan een nieuw boek over de mens Salvador Dalí. Opkomst en ondergang van een geniale gek moet na de zomer bij Manteau verschijnen. 'En het wordt opnieuw een schandaalboek, niet omdat er onwaarheden in staan, maar gewoon omdat Dalí een ongelooflijk straf leven heeft geleid', aldus de auteur.
31/12/2008
'Het ware verhaal': uit de mond van succesauteur Stan Lauryssens klinkt het enigszins ambigu, in de eerste plaats omdat hij zelf steeds heeft uitgebazuind dat hij enige tijd in de 'lik' heeft doorgebracht omdat hij 'onwaarheid' vertelde en 'vervalste' kunst verkocht. Deze keer is het hem echter ernst, of zo lijkt het althans. Als voorrede schrijft hij dan ook: "Dit is een echt gebeurd verhaal. Alle gebeurtenissen heb ik op mijn manier verteld, zoals zij voortleven in mijn herinnering, hoewel sommige namen werden veranderd en uiterlijke kenmerken werden aangepast. Ook alle gesprekken in dialoogvorm zijn gebaseerd op mijn herinnering en mogen niet worden gelezen als een letterlijk verslag, woord voor woord; wel zijn zij een duidelijke en juiste weergave van de sfeer en de inhoud van mijn gesprekken." Vrij vertaald geeft dit: de waarheid met een flinke korrel zout. Stan Lauryssens ten voeten uit.
De eerste uitgave van Dalí en ik, die in 1998 verscheen bij een andere uitgeverij, wordt hier nog eens dunnetjes overgedaan. Het verhaal vormt een potpourri van de klassieke ingrediënten: schelmenstreken, uitweidingen over seks en kunst, een lach en een traan. Dat alles krijgt een jazzy en gestroomlijnd kleedje aangemeten. Maar Dalí blijft Dalí, en Lauryssens blijft Lauryssens. De vos verliest zijn haren, maar nooit zijn streken. We lezen hoe Stan, na in België de gevangenis te hebben verlaten in berooide toestand, naar het zonnige zuiden vertrok. Hij nam zijn intrek in een villa op de berg boven Cadaqués, met zicht op de Middellandse Zee, en wordt daarmee meteen ook de buurman van Salvador Dalí. We lezen hoe Lauryssens in de ban raakte van de meester, zijn kunst en zijn bonte entourage, en hoe hij als een Vlaamse Tijl Uilenspiegel de kleermaker werd van de keizer van schijn en show. Het resultaat is een exuberant geromantiseerde autobiografie, maar wie zal er malen over wat 'waar' of 'verzonnen' is ?
Zoals de auteur zelf stelt: kunst is wat de gek ervoor geeft. Stan zet hoge heren uit de kunstwereld een neus en wint daarmee de sympathie van Jan Modaal. Met zijn burleske stijl, zijn grappen en grollen boven en onder de navel, krijgt hij de lachers op de hand. Stan speelt met veel succes de nar, en de kunstwereld is zijn schouwtoneel.
Voor wie het overigens nog steeds niet zou weten: 'Dalí & I' wordt verfilmd in Hollywood, met Al Pacino als Dalí en Cillian Murphy als 'Stan'. Wordt vervolgd! [Staf Schoeters]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek vertelt de Vlaamse misdaadauteur Stan Lauryssens hoe hij als verkoper van valse schilderijen van Salvador Dalí vrijkwam uit de gevangenis om daarna in Spanje de buurman van de beroemde schilder te worden. Het boek verscheen oorspronkelijk in 1998, en werd nu lichtjes herschreven naar aanleiding van de Hollywoodverfilming, met Al Pacino als Dalí en Cillian Murphy als Stan. We lezen hoe Lauryssens, na in België de gevangenis te hebben verlaten, in berooide toestand naar het zonnige zuiden vertrekt. Daar neemt hij zijn intrek in een villa op de berg boven Cadaqués, met zicht op de Middellandse Zee en met Salvador Dalí als buurman. Lauryssens raakt al snel in de ban van de meester, zijn kunst en zijn bonte entourage, en ontdekt de ware toedracht achter de vervalste schilderijen. Het verhaal vormt een potpourri van schelmenstreken, uitwijdingen over seks en kunst, een lach en een traan. Het resultaat is een exuberant geromantiseerde autobiografie, maar wie zal er malen over wat 'waar' of 'verzonnen' is? Met zijn burleske stijl krijgt Lauryssens de lezer immers gemakkelijk op de hand. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.