Cleo, 15 jaar, rood haar, vader onbekend
Stan Lauryssens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2004 |
VERDIEPING 2 : DUIVELSHOEK : SPANNEND : LAUR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2004 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LAUR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14356 |
Geert D'Hulster
te/ep/04 s
Stan Lauryssens breit sterk slot aan Antwerpse misdaadtrilogie
Rode Rozen is een donker, melancholisch einde van je trilogie geworden. Je commissaris is er niet vrolijker op geworden.
Klopt. Uit mijn gesprekken met mensen van de gerechtelijke politie is me duidelijk geworden dat, eens zij een bepaalde leeftijdsgrens zijn gepasseerd, het voor hen almaar moeilijker wordt om de gruwel en ellende te verwerken. Het hoe en waarom van de misdaden waarmee ze worden geconfronteerd, krijgen ze nog amper verteerd.
De commissaris uit mijn boek ziet zelfs tegen een reisje naar Hollywood op, omdat hij weet dat hij ook daar een koude douche te verwerken zal krijgen. Ik wil wel geen verkeerde indruk geven, die mensen zijn met hart en ziel met hun job bezig, het is alleen een hondenstiel.
Rode Rozen is, alle moorden en gruwel ten spijt, niet zomaar een misdaadroman.
Ik heb van in het begin gezegd dat ik niet zomaar een politieroman wilde schrijven, waarbij de speurders zich maar met één zaak bezighouden tot ze die tot een goed einde brengen. Ik geef de voorkeur aan een beschrijving van het leven van speurders, zoals zich dat in werkelijkheid voltrekt. Met de flauwe grappen, het eindeloze wachten, het met duizend-en-één-dingen tegelijk bezig zijn.
Je gaat, meer dan in Zwarte sneeuw of Dode lijken, de technische toer op. De scènes in het dodenhuisje bijvoorbeeld, of de door de speurders gebruikte wapens.
Ik heb, onder meer op de Boekenbeurs, ervaren dat mijn lezers daarop zitten te wachten. Het volstaat niet om zomaar over een riot gun te spreken, je moet blijkbaar ook even uitleggen hoe zo'n ding werkt en wat het teweeg kan brengen. Pas op, ik overdrijf niet. Bij mij geen voetnoten, of een annex met twintig bladzijden technische uitleg.
Geen schrik voor fouten?
Absoluut niet. Wat ik schrijf, check en dubbelcheck ik. Als ik vertel dat generaal Rommel de bunkers in park Den Brandt heeft bezocht, dan kan ik dat met bewijzen staven. Er is nog veel over Antwerpen te vertellen, dat amper het daglicht heeft gezien.
Je trilogie is voltooid. Wat nu?
Ik ga zeker met de commissaris verder. Het zou zelfs kunnen dat de volgende boeken er in een iets hoger tempo aankomen. Verder kan ik verklappen dat ik ernstige gesprekken aan het voeren ben met het Brusselse productiehuis Skyline omtrent de eventuele verfilming van mijn trilogie en het mogelijke vervolg erop. Ik kijk de toekomst met veel vertrouwen tegemoet.
Rode rozen
Een Russische maffiabaas wordt op klaarlichte dag neergeschoten op de De Keyserlei. Een allochtoon meisje wordt opgehangen teruggevonden in het oude stadscentrum, terwijl wat verderop een verkrachter rondwaart in de voetgangerstunnel. Werk genoeg dus voor de Antwerpse commissaris en zijn speurdersteam, de hoofdpersonages in Stan Laurysssens' misdaadtrilogie. Rode Rozen is dankzij zijn spitse dialogen, pareltjes van observatie en absurde toets 's mans beste spannende boek tot nu toe. Vooral omdat het niet echt een speurdersroman is, maar veeleer een inkijk in het soms banale, soms opwindende leven van Antwerpse flikken, die geen haar beter of slechter zijn dan hun roemruchte stadsgenoten.
Fred Braeckman
te/ep/15 s
De nieuwe thriller van Stan Lauryssens speelt opnieuw in Antwerpen. En eens te meer toont hij zich een meester in sterke dialogen en sfeerschepping.
Stan Lauryssens
Rode rozen
Manteau, Antwerpen,
331 p., 18,95 euro.
Stan Lauryssens heeft veel meegemaakt. In een vorig leven is hij in Zuid-Amerika op zoek gegaan naar nazi-beul Jozef Mengele, leerde hij in Spanje Salvador Dalí kennen, geraakte hij in de gevangenis voor een nogal duistere handel in moderne kunst, schreef hij een biografie over de Vlaamse vrouw van Aldous Huxley. Uit alle ontmoetingen en belevenissen wist hij smakelijke verhalen te distilleren. Het onderscheid ontdekken tussen waarheid en verzinsel is soms moeilijk. En Lauryssens laat dat vaak handig in de schemerzone. Drie jaar geleden begon hij thrillers te schrijven, omdat hij niet altijd in de huid van echte mensen wou kruipen. Zwarte sneeuw kreeg meteen de Hercule Poirot-prijs voor het beste Vlaamse misdaadverhaal. Sindsdien verscheen nog Dode lijken en nu Rode rozen. Alle eigenzinnige thrillers die spelen bij de moordrecherche in Antwerpen. Dit keer begint het met een moord op de Keyserlei: een Russische belangrijke gangster wordt neergeschoten. Kort daarna druipt het bloed van de muren in een drugshuis in Berchem: zes doden, onder hen een baby. En weer even later hangt het verminkte lijk van een jonge Marokkaanse aan een lantaarnpaal vlakbij de kathedraal. Is er een verband tussen al die moorden? Het is aan de wat oudere commissaris Sam - hij ziet zichzelf een beetje als Maigret, maar die kon niet met de auto rijden en hij heeft een Opel Vectra als dienstwagen - om het uit te maken. Maar Sam is vooral een filosoferende en relativerende ploegleider die zijn teamleden de indruk kan geven dat zij het initiatief nemen. De grootste bek in de ploeg is Peeters, een Vlaams-blokker die met zijn grove racistische praat het discours vaak overheerst.
Woorden als 'makakken' en 'kamelendrijvers' zijn dagelijkse kost, maar Peeters krijgt wel wat beschaafd weerwerk van een allochtone Belg die de recherchekamer komt vervoegen. Al even grof is de seksistische praat en de gore soms oude, flauwe moppen die verteld worden. Maar Lauryssens is handig: hij laat net als commissaris Sam de mensen maar praten. Bovendien moet het gezegd: hij schrijft dialogen die blijven naklinken. Die dus pijn doen, ook als ze grappig lijken. Knap tevens is de manier waarop Lauryssens het verhaal construeert: met golfbewegingen. Nu eens een rustige politiekamer waar wat geflirt wordt, dan weer de beschrijving van een bloederige moord of het griezelige werk van de wetsgeneesheer, het onderzoek zelf, de stress die weer een ontlading krijgt in de werkkamer, een beetje romantiek en nostalgie. En ook opvallende details: ja, een lijk kan nog een erectie krijgen. Geen hoofdstukken in Rode rozen, wel één lange tocht naar het donkerste van de nacht, chaotisch, ruw, vulgair, angstig, snoeihard. Lauryssens is een bijzonder knap observator die hoort, ruikt, ziet en voelt waar het om gaat. Nu eens is zijn stijl ondraaglijk barok, dan weer weet hij met slechts een paar woorden een Antwerps kwartier te schetsen: "De container was het enige groen in de wijk." Sommige bladzijden stinken van het bloed, de stront en het rottende vlees. En dan krijg je plots het verhaal van Jungle Johnny, een oudere bokser die als verdachte op een harde aanpak mag rekenen en over zijn jeugd begint. Hoe hij van de ene dag op de andere een attractie werd op de Sinksenfoor en de held was van de 'lutte met den beer': "Een echte grizzly, driehonderd kilo, en stinken, niet te geloven. Dat beest kreeg een heel suikerbrood voor het in de ring kwam, dan was het zo mak als een lam. Over zijn klauwen droeg de beer leren handschoenen met ingebouwde condooms waarin namaakbloed zat van water, paraffine, suiker en zwarte siroop. Als de grizzly een klap tegen mijn kop gaf, stroomde het bloed van mijn schedel en brulde ik alsof ik stierf van de pijn, en de mensen maar roepen en tieren terwijl het bloed in het rond spatte en ik... ik stond daar, de onnozelaar van het kermiskraam, met mijn billen bloot."
Wie van een thriller met veel vaart en suspense houdt, zal Rode rozen als geheel misschien wat traag vinden. Maar sommige scènes zijn op zichzelf wel bijzonder spannend. Meesterlijk is de finale waarin een dolle schizofreen een dialoog met zichzelf begint. Bladzijde na bladzijde hou je de adem in en komt het verrassende slot echt als een verlossing. Stan Lauryssens op zijn best en beter dan veel gereputeerde buitenlandse thrillerschrijvers.
'Rode rozen' is één lange tocht naar het donkerste van de nacht, chaotisch, ruw, vulgair, angstig, snoeihard
John Vervoort
te/ep/02 s
Het Magazijn
Bloed vloeit rijkelijk
Rode rozen is de bewust kitscherige titel van het laatste deel van een misdaadtrilogie. Stan Lauryssens begon de reeks twee jaar geleden met Zwarte sneeuw, waarvoor hij meteen de Hercule Poirot-prijs voor het beste Vlaamse misdaadverhaal kreeg. Vorig jaar verscheen Dode lijken . De trilogie volgt een ploeg Antwerpse speurders die geconfronteerd worden met de gruwelijkste misdaden. Ook deze keer vloeit het bloed rijkelijk en Lauryssens bespaart de lezer geen enkel detail. Tot twee keer toe beschrijft hij uitgebreid een autopsie. Dat gaat zo: ,,De assistent vulde de schedel op met dikke wattenproppen. Vervolgens marineerde hij de hersenen, kieperde alle organen terug in het lege lijk en naaide met grove steken de sneden dicht.'' Lauryssens vertelt zelfs dat een lijk een erectie kan krijgen. ,,Lijkstijfte duwt de teelballen leeg, zaadcellen en prostaatvloeistof vloeien in de penis en voilà, een lijk met een orgasme,'' doceert de anatoom-patholoog.
Rode rozen is niet echt spannend, maar dat is ook niet de eerste bedoeling van Stan Lauryssens. Hij werkt niet met cliffhangers en onverwachte wendingen, maar wil in de eerste plaats een portret schilderen van mensen die dagelijks geconfronteerd worden met de harde realiteit van de misdaad en toch proberen overeind te blijven.
Dat lukt niet altijd, want het boek begint met de begrafenis van een van de speurders. Die heeft zelfmoord gepleegd, iets wat in deze beroepstak wel vaker voorkomt. Talloos zijn de ogenschijnlijk banale gesprekken tussen de speurders die blijkbaar niets anders doen dan op een boertige manier praten over seks, vrouwen, vreemdelingen en Antwerpen. Sommige speurders zijn openlijk racistisch en elke vrouw wordt getaxeerd op haar beschikbaarheid. Tientallen moppen worden er verteld, de ene nog dommer, flauwer of vulgairder dan de andere. ,,Wat is het verschil tussen Brussel en Jennifer Lopez? Er is geen verschil, ze hebben allebei een binnen- en een buitenring en een welriekende dreef.'' Maar zo gaat dat volgens Lauryssens op een politiebureau. Men zit mekaar constant te koeioneren, geeft steken onder water, haalt flauwe grappen uit en vertelt schuine moppen. Migranten heten ,,makakken'' of ,,kamelendrijvers'', en dat zijn dan nog de bravere termen.
Aan het hoofd van dit zootje staat de commissaris. Hij is het prototype van de uitgebluste politieman die zich ernstige vragen stelt over de zin van zijn werk. Elke dag belanden er nieuwe dossiers op zijn bureau. Over een lijk dat in stukken is gesneden, over een maffioso die op De Keyzerlei is neergeknald, een verkrachter die in de voetgangerstunnel opereert, een zesvoudige moord in een drugspand. Steeds moedelozer en vermoeider wordt de commissaris. Bovendien wordt hij nog eens naar Hollywood gestuurd om een ontsnapte Vlaamse boef op te sporen. Ook de misdadigers komen in beeld. Ze hebben een zware moederbinding, horen lichaamloze stemmen tot hen spreken of lijden aan grootheidswaanzin. Ik vermoed dat nogal wat mensen dit boek na een paar bladzijden zullen wegleggen omdat ze de talloze flauwe grappen en de bakken gruwel te veel van het slechte vinden.
Toch is Rode rozen het beste boek van de trilogie. Lauryssens' stijl is gevarieerd, hij is een begenadigd observator en verteller. Zijn personages zijn geen wandelende clichés, maar mensen met een melancholische inborst die hun broosheid verbergen achter een muur van harde grappen en schijnbare onverschilligheid. Alleen zo blijf je overeind in een meedogenloze wereld.
STAN LAURYSSENS Rode rozen. Manteau, Antwerpen, 332 blz., 18,95 eur.
DE AUTEUR Stan Lauryssens (1946) was journalist vóór hij verkoper van onbestaande terreinen en vervalste kunst werd. Daarvoor belandde hij in de gevangenis. Hij schreef boeken over Eichmann, Mengele en Dalí - die laatste kende hij persoonlijk. Rode rozen is het laatste deel van een misdaadtrilogie die verder bestaat uit Zwarte sneeuw en Dode lijken .
31/12/2004
Met Rode rozen sluit Stan Lauryssens zijn trilogie af die twee jaar geleden begon met Zwarte sneeuw (goed voor de Hercule Poirot-prijs voor het beste Vlaamse misdaadverhaal) en vervolgde met Dode lijken. Peeters, Deridder, Desmet, Sofie Simoens en de commissaris brengen op het Schoonselhof, de Antwerpse stedelijke begraafplaats, de laatste hulde aan hun collega Lodewijckx, de rechercheur die "de kunst beheerste om op de verkeerde vrouw te vallen" en zelfmoord pleegde: "Lodewijckx strikte een koperen snoer om de poot van het bed en wikkelde fijne lussen van koperdraad om zijn hals. Hij maakte een kruisteken en sprong in één beweging over de trapleuning. Pas twee weken later werd het lichaam van de speurder per toeval gevonden, verrot en kromgetrokken, net zoals de zeepaardjes in het aquarium." De toon en het ritme zijn met deze omschrijving meteen gezet; het bonte allegaartje van het gerechtelijke team plengt een traan, iemand maakt een bedenking en knoopt daar een citaat van de Griekse wijsgeer Aristoteles aan vast, wat slaat als kut op dirk, en tot slot vertelt iemand een platvloerse grap, waarna ze de weltschmerz van zich afschudden en aan de volgende zaak beginnen, die nog veel minder fraai is dan wat Lodewijckx is overkomen.
Op de De Keyserlei is bij een schietpartij in Chicagostijl de boss van de Russische maffia geliquideerd. "De speurders stampten het slijk van het Schoonselhof van hun schoenen. 'Vroeger zat de Fouquets iedere dag vol joden', zei Desmet. 'Nu komen er alleen Oost-Europese gangsters', antwoordde Sofie. 'Joden zijn ook gangsters', zei Peeters. 'Zij schieten niet met revolvers, dat is het enige verschil'. "
Afgezien van een afrekening in het gangstermilieu maakt ook een vrouwenmoordernaar, die bijzonder tactloos te werk gaat, de binnenstad van Antwerpen onveilig. De twee zaken zijn niet echt aan elkaar gelinkt, maar het toeval maakt dat uit de oplossing van het ene ook het andere volgt. De auteur laat zijn figuren praten zoals ze gebekt zijn, wat zorgt voor ruige en gespierde dialogen, afgewisseld met korte expressionistische beschrijvingen die ook van deze laatste in de reeks een actievolle, ironische en spannende thriller maken. [Staf Schoeters]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.