Agaat
Marlene Van Niekerk
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NIEK |
31/12/2008
Met romans als Triomf en Agaat wist de Zuid-Afrikaanse schrijfster Marlene van Niekerk zich, ook in het Nederlandse taalgebied, een vooraanstaande plaats toe te eigenen. De manier waarop zij een blanke familie van have-nots tekende in Triomf of de emotioneel-psychologische krachtmeting tussen een blanke vrouw en haar bruine dienstmeid in Agaat getuigde van haar (niet steeds even optimistische) visie op de toekomst van haar land. Met Memorandum bevestigt ze al het goede dat al over haar werk werd geschreven, zij het dat het dit keer in de eerste plaats om een literaire krachttoer gaat, die vanuit romantechnisch oogpunt ontegenzeglijk grensverleggend is.
Voor een goed begrip van Memorandum is het niet onbelangrijk hier even terug te grijpen naar de oorspronkelijke uitgave in het Afrikaans. Die verscheen in bibliofiele uitgave in 2006 bij Human & Rousseau en kreeg als ondertitel mee: ''n verhaal met skilderye'. Tussen 2004 en 2006 (het jaar waarin hij overleed) schilderde Adriaan van Zyl zijn 'Hospitaalreeks', 16 werken die in een sobere en delicaat-realistische benadering de sfeer in en rond een ziekenhuis oproepen, van operatiezaal tot herstelkamer en wachtkamer. De manier waarop de werken van Van Zyl over de tekst worden uitgespreid, toont meteen aan hoe diep Van Niekerk werd geraakt door de sfeer die ervan uitgaat. Tekst en beeld vertellen elk op de hun geëigende manier een verhaal dat in en door de creatieve verbeelding van de lezer vorm krijgt en pas na herhaalde lectuur en beschouwing laat aanvoelen hoe twee benaderingen van een bepaalde werkelijkheid elkaar bijna perfect weerspiegelen. De Nederlandstalige uitgave (in een accurate vertaling van Riet de Jong-Goossens) stelt, met weglating van de ondertitel, de Van Niekerk-tekst centraal, van de 16 schilderijen worden er op buiten- en binnenomslag zes afgedrukt, zodat de lezer toch nog een eerste, zij het onvolledige indruk kan opdoen van wat het hele project van bij de aanvang moet hebben geschraagd.
Memorandum mag dan aanleunen bij de ziekenhuisreeks van Van Zyl, de roman mag de vervreemdende sfeer oproepen die een patiënt ervaart wanneer hij na de narcose in de intensive care-afdeling de stap terugzet naar de wereld, voor Marlene van Niekerk was het er in de eerste plaats om te doen haar personages daar te positioneren waar oorsprong en uiteindelijke bestemming, leven en dood elkaar onmerkbaar raken en vanuit die situatie vragen oproepen naar de zingeving van wat het leven kan inhouden. De ars moriendi die leidt naar een mogelijke ars vivendi.
Al bij de aanvang van de tekst wordt de lezer geconfronteerd met een eerste verrassing. Van Niekerk opent haar verhaal bij monde van de vertellende ik-figuur met een 'Memorandum 3'. Gelukkig wordt onmiddellijk duidelijk gemaakt dat tekst 3 in wezen toelichting moet verschaffen bij 'Memorandum 2', dat achteraan in het boek is opgenomen als 'Addendum 1' en een reeks tabellen bevat waarin de ik-persoon alles heeft genoteerd wat hem zou kunnen overkomen, nadat hij als kankerpatiënt een nieuwe ingreep heeft ondergaan. Op basis van zijn notities memoreert deze gepensioneerde ambtenaar in het hoofdverhaal (het bewuste 'Memorandum 3') de nacht die hij, een jaar geleden ongeveer, doorbracht op intensive care, waar hij de gesprekken tussen twee medepatiënten afluisterde. Al even nauwgezet, daarbij het tijdsverloop van één nacht volgend met precieze aanduiding van uren en minuten, reconstrueert hij de gesprekken waarvan hij nauwelijks iets lijkt te hebben begrepen. Meer dan eens, in 38 gevallen om precies te zijn, is hij woorden en uitdrukkingen moeten gaan opzoeken. Meteen 'Addendum 2', met de uitleg uit de woordenboeken en naslagwerken die hem door een bereidwillige bibliothecaris ter beschikking worden gesteld en hier in 'Memorandum 1' worden opgenomen. Hilarisch soms hoe hij tot zinvolle betekenissen komt: wat hij zich herinnert als "goegeneim" blijkt "Guggenheim" te zijn, "amry-kist-mors /mot-iets" moet staan voor "amicus mortis"... En om het geheel nog wat complexer te maken: in de tekst zelf, het 'verhaal' van die ic-nacht, worden voetnoten opgenomen die de lezer nog een stap verder moeten brengen in zijn poging door te dringen tot de kern van het geheel. Of, zoals de vertellende ik het verwoordt: "wat eerst is, moet laatst zijn, en wat binnen is, buiten, en elk detail moet op de juiste plaats ingemetseld worden." En verder heeft Van Niekerk het over "een batterij van metaforen", "een muiterij van ingrediënten" en over "dit soort spookwoorden". En, zo luidt het in het 'Naschrift', aan het eind van de schrijfnacht die de verteller heeft doorgemaakt: "Men moet schrijven om uit te vinden wat geschreven moet worden."
Hoe ingewikkeld dit alles ook moge lijken, gaandeweg daagt bij de lezer een inzicht in de ingenieuze manier van de hele opzet. De gesprekken tussen de twee medepatiënten, door de vertellende ik 'X' en 'Y' genoemd, focussen in hun verwarde samenhang gaandeweg meer en meer op alles wat met bouwen te maken heeft: het ontwerpen van een stadsplan o.m., maar in de verdere evolutie meer en meer toegespitst op het ontwerp van een eigen ik, zeker vanuit de beleving van de hoofdfiguur: "Zou mijn schrijven hier een poging tot afronding zijn, zowel van een enkel gebeuren als van een heel leven?" Zo dringt de ik door tot zijn eigen verleden, waarin o.m. de dood van zijn tweelingbroertje een bepalende rol heeft gespeeld. En, zo leert hij begrijpen uit de gesprekken die hij afluistert: ruimte zou wel eens te maken kunnen hebben met kwaliteit en als een barometer van liefde kunnen gelden.
Memorandum verkent op die manier vanuit een totaal eigen schriftuur het 'wat' en 'hoe' van een (ons) bestaan. Het is en blijft een uitdaging om de confrontatie met dit soort teksten aan te gaan. Een uitdaging die hoe dan ook de moeite loont, zeker als je oog en oor hebt voor de talrijke literaire verwijzingen die Van Niekerk incorporeert in haar tekst, van 'Die siel van die mier' (de Zuid-Afrikaanse versie van De plaag van David van Reybrouck) tot en met 'Hebban olla vogala' en Goethes 'Über allen Gipfeln', hier in een door de ik-figuur herinnerde en daardoor wat verbasterde versie opgenomen. En hoe speels ook Van Niekerk uit de hoek kan komen, blijkt uit het volksvers dat ze haar ik-figuur in de pen legt: "Al wieker en al wakker al over de akker, de doden houden de levenden wakker." Meteen is ook thematisch de cirkel rondgemaakt: ziekenhuis-leven-dood, of hoe dicht alles bij elkaar ligt.
[Jooris Van Hulle]
J.A.M. van den Broek
De Zuid-Afrikaanse schrijfster van het internationale succesvolle ‘Agaat’ brengt in haar nieuwste roman een ode aan de dood en de cultuur, oorspronkelijk als samenwerkingsproject met de schilder Adriaan van Zyl. Het verhaal wordt verteld door de stervende ambtenaar Wiid die op de intensive care-afdeling van het ziekenhuis tussen twee mannen, X en Y genoemd, komt te liggen. De twee praten met elkaar over zaken als kunst, architectuur, filosofie en muziek. Met behulp van een ijverige bibliothecaris probeert Wiid zijn notities van hun gespreksflarden te ontrafelen en raakt zo zelf geïnteresseerd in de culturele uitingen, waar hij voorheen geen notie van had. Hij ontdekt daarin de zin van het leven en besluit om een geplande levensverlengende operatie niet door te laten gaan, maar de rest van zijn korte leven te gebruiken om meer kennis op te doen. Het boek bevat veel moeilijke termen, voetnoten, lijstjes en ambtelijke taal. Het onbegrip van Wiid over de conversatie van X en Y is ook vaak dat van de lezer. De beschrijvingen daartussen zijn gelukkig wel goed te volgen en soms zelfs grappig. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.