Bladgrond
Roland Jooris
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij BV, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : JOOR |
Paul Demets
2/ei/15 m
Roland Jooris is altijd een onmodieuze dichter geweest. Vandaag is hij het meer dan ooit. Er zijn nog dichters, zoals Bart Janssen, F. Van Dixhoorn en B. Zwaal die de taal minimalistisch behandelen, maar vooral narratieve poëzie kan momenteel op aandacht rekenen. Dat Roland Jooris snoeit in de taal tot betekenissen zich vertakken, valt daardoor des te meer op.
Jooris lijkt een fascinatie voor het ambachtelijke te hebben, minstens evenveel als voor het picturale.
Misschien heeft het te maken met het feit dat hij de zoon is van een hoefsmid en een hoedenmaakster. Maar het komt ongetwijfeld door zijn levenslange verwantschap met beeldende kunstenaars.
Zijn poëzie roept niet alleen het picturale en het ambachtelijke, maar ook het sculpturale op. Jooris werkt met de weerbarstige materie van de taal en maakt haar tastbaar. Hij kapt en snijdt zijn gedichten tevoorschijn tot ze naakte taallichamen worden. Met het creëren van schoonheid heeft dat niets te maken. In zijn streven zit ook een besef van onmacht: je kan de werkelijkheid onmogelijk helemaal laten zien. Altijd is er iets dat ontsnapt. Roland Jooris toont dit, vertrekkend van het wit van het papier. Hij blijft schrijven vanuit een paradox: iets maken waarvan hij weet dat het nooit volmaakt en af zal zijn. Vandaar dat zijn gedichten vaak over de wording gaan en als poëticale gedichten kunnen worden gelezen. Er zit een grote vitale kracht in, een onrust ook, omdat de taal 'hoekig vertakt' en op die manier 'dieper tast' naar de 'onpeilbaarheid', zoals we in het openingsgedicht van Vertakkingen kunnen lezen. Het concrete laat hij in een hoger verband zien. Het is een soort aardse mystiek, als zoiets zou bestaan.
Raveel en De Keyser
Roland Jooris abstraheert wat hij waarneemt. Hij kleedt de waarneming uit om naar het wezen van de dingen te tasten. Het verbindt hem met het werk van Roger Raveel en Raoul De Keyser, twee schilders met wie hij nauw bevriend was en wiens artistiek parcours hij gedeeld en begeleid heeft. Hun werk is zoekend, sober, aarzelend soms. Maar plastisch is het trefzeker en overrompelt het, bijvoorbeeld door het coloriet bij Raveel. Zoals Jooris schrijft in de cyclus 'Ginds', waarvan de gedichten oorspronkelijk in een bibliofiele uitgave gepubliceerd werden, gecombineerd met werk van Raveel: 'In elke kwaststreek/ vlaagt/ het licht/ als van nature'.
Nergens wordt zijn poëzie anekdotisch. En toch benadert ze de dingen om hem heen, zodat ze tastbaar worden: 'een hijgend/ luisteren naar adem/ op een blad// wit en volledig'. De taal wordt een soort object dat woord voor woord gestapeld wordt, groeit en vertakt, vertrekkend van het witte blad. Het woord wordt materie. Jooris tast het verband tussen de werkelijkheid en de taal af. Hij kan alleen maar benaderend schrijven. De titels van de cycli in de bundel suggereren dit: 'Stapvoets', 'Benaderen', 'Ginds', 'Naderhand' en 'Terloops'. Ze laten een menselijke beweging zien, uitgepuurd en tot hun essentie herleid, op weg naar nergens, in een opeenvolging van momenten van stilstand, zoals de sculpturen van Alberto Giacometti. Niet toevallig wijdde Roland Jooris er een van zijn gedichten aan: 'strak/ in de geharrewar/ voorover/ een gevoel dat bewogen/ instemt// als naar nergens/ een stap naar graatmager/ vergaan'.
Ook met de muziek heeft de poëzie van Jooris banden, alleen al door de klankkleur. Maar we zien het expliciet in de cyclus 'Impromptu', een verwijzing naar het ongepolijste, want geïmproviseerde karakter van dit soort muziek. Heeft Roland Jooris de Windsonates van Paul Hindemith voor ogen als hij het eerste gedicht uit deze cyclus 'Atonaal' noemt? Het zou kunnen, maar veeleer gaat het over de wind zelf als eigenzinnige componist: 'De wind/ door een willekeurige/ orde getrokken// het atonale geritsel/ tegen vensterglas// het geblader// niets ligt vast/ op het uitzicht van/ zijn partituur'. Jooris verruimt, zoals in dit gedicht, het perspectief, terwijl hij toch concreet blijft. Zoals hij het befaamde witte vierkant van Raveel beschrijft: 'Binnen het ruwe vierkant/ het uitzicht op/ ontlediging/ tijdloos/ dichtbij'.
Spanningsveld
Het is waar dat het werk van Roland Jooris geëvolueerd is, als we denken aan zijn poëzie die aansloot bij De Nieuwe Visie, het begrip waarmee Jooris het werk van Raveel in 1965 typeerde, als een manier om de nieuwe manier van kijken, waarin het concrete en het abstracte, de natuur en de moderniteit door Raveel op een gedurfde manier met elkaar gecombineerd werden, te definiëren. Maar toen al dacht Roland Jooris na over het spanningsveld tussen de realiteit en de neerslag daarvan in het gedicht. Er is dus geen sprake van een breuk met de poëtica uit het verleden. In de loop der tijd heeft Jooris dit verder onderzocht en op de spits gedreven. In deze bundel laat hij gedachten met elkaar botsen. Er ontstaat wrijving, er is negativiteit. Maar altijd groeit er iets in de blik van de lezer.
Soms wordt de recente poëzie van Roland Jooris als meer hermetisch getypeerd, in vergelijking met zijn werk uit de jaren 60, 70 en 80. Dat is onterecht. De gedichten in Vertakkingen sluiten de lezer zeker niet uit. Integendeel: ze omarmen hem op een intieme manier door de ervaring van de taal. Die taal is weerbarstig, zeker, maar wat heb je aan een al te gemakkelijk lief? De versregels zijn kort. En sommige laat hij inspringen, zodat er een weerbarstige, hoekige dynamiek ontstaat. De lezer moet de versregels en hun betekenis als het ware bij elkaar sprokkelen, om te merken hoe ze door zijn lectuur in de knop komen en vertakken.
Roland Jooris is goed op weg naar zijn vijfentachtigste verjaardag. Zijn poëzie is erg vitaal. Onder zijn hand verslapt de taal niet. Daar getuigt Vertakkingen volop van. 'Vaak tracht ik te zoeken/ wat ik niet kan duiden', schrijft hij. Zijn zoektocht blijft fascinerend.
Querido, 56 blz., 16,99 €.
Albert Hagenaars
Het is bewonderenswaardig dat de regelmatig gelauwerde Roland Jooris (1936, Wetteren) op hoge leeftijd nog altijd dicht én daarbij niks aan kwaliteit inlevert! ‘Vertakkingen’ is een toepasselijke titel, want de betreffende verzen, deels eerder gepubliceerd, doen met hun smalle vorm aan stammen denken en bieden, veel belangrijker, in al hun karigheid tal van perspectieven, zowel op basis van denkprocessen als associaties. Een treffende combinatie van deze twee benaderingen: 'Veel verder dan / de verte // Veel dichter dan / dichtbij // Veel lichter dan / louter // Veel minder zonder / meer'. Je kunt dus genieten van het taalspel op zich en er ook filosofisch tegenaan gaan! Jooris schrijft wel uiterst eenvoudig, maar de wondertjes van zijn stijl voltrekken zich tussen de woorden d.w.z. ín de tekstverbanden. De interpretaties van de lezer spelen hierbij een stevige rol. Wie de bundel bestelt, haalt boeiende poëzie in huis. Je kunt ook, na ‘Gedichten 1958-1978’, wachten op een nieuwe selectie, vanaf het begin tot nu of, nog beter, op zijn Verzamelde Gedichten. Daar is het wel tijd voor! Goede poëzie van een dichter die al de nodige prijzen won. Dit werk voegt echter qua stijl niks nieuws meer aan z'n oeuvre toe.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.