Wanneer Maria Stepanova door de spullen van een overleden tante gaat, ontdekt ze een voor haar onbekende familiegeschiedenis. De oude postkaarten, brieven, dagboeken, foto's en souvenirs tonen haar hoe een schijnbaar gewone Russisch joodse familie erin slaagde de turbulente 20ste eeuw te overleven en te verwerken. Uit een poging tot reconstructie van de gebeurtenissen en figuren uit deze voor Stepanova weinig bekende wereld, ontstaat een omvattend filosofisch essay - deels memoire - over het geheugen. Stepanova gebruikt hierbij tal van culturele referenties: ideeën van visionairs als Barthes, Susan Sontag, Nabokov, WG Sebald - om er maar een paar te noemen, komen voortdurend naar voren in het verhaal.
Persoonlijke familiegeschiedenis van de Britse historicus Mazower; de levens van veel van zijn familieleden werden getekend door de Russische revolutie en de Shoah.
Ervaringen van asielzoekers - echt, verzonnen of geleend - beschrijven de geschiedenis van het Rusland van de twintigste eeuw en raken vervlochten met persoonlijke herinneringen van een tolk.
Via verhalen, dagboeken en brieven van de schrijver wordt een beeld geschetst van zijn levensgeschiedenis tussen 1915 en 1968 en van de tijd waarin hij leefde.
De lijdensweg van een eenvoudige Joods-Russische handwerksman die omstreeks 1910 wegens een klein vergrijp gearresteerd wordt en, beschuldigd van het plegen van een rituele moord, onder mensonterende omstandigheden, zonder uitzicht op een eerlijk proces, gevangen wordt gehouden.
Tijdens de laatste maanden van zijn gevangenschap (1917-18) bouwt de ten dode opgeschreven tsaar Nicolaas II van Rusland een relatie op met de dochter van de beruchte genezer Gregory Rasputin,