Het thema, de liefde, is oeroud, maar de auteur blaast het in deze bundel met verve, virtuositeit en ongekende energie nieuw leven in. De titel verwijst naar de beginregel van een Italiaans kinderliedje en is een in vormtechnisch opzicht niet eerder vertoonde gedichtencyclus in de Nederlandstalige literatuur. Het is een volledig aan alle strenge regels gehoorzamende sonnettenkrans, een uitermate complex en moeilijk sluitend te krijgen geheel van vijftien sonnetten. Een pijnlijke liefdesrondedans van begeren naar beminnen naar verliezen naar missen.