De stam van de jongeren Feun en Varn is op zoek naar een nieuwe woonplek. Varn vindt, tegen de zin van de sjamaan, een nieuwe stamgrond. De sjamaan zint vervolgens op wraak. Vanaf ca. 13 jaar.
De rode dood maakt veel slachtoffers in het rendierkamp van Varn en Feun. Alleen het longkruid helpt tegen deze ziekte. Varn, Feun en haar zusje Kesse gaan op zoek naar het kruid. Vanaf ca. 13 jaar.
Als de sjamaan van de rendierstam verongelukt, moet Feun zijn taken overnemen. Wanneer Mirre, een meisje dat optrekt met wolven, zich bij de stam wil aansluiten, ontstaat er onrust. Maar als Feun in een sneeuwjacht verdwaalt en de moordenaar van het stamhoofd haar op de hielen zit, is Mirre met haar wolf de enige die haar kan redden.
Daire heeft visioenen van een jongen met felblauwe ogen. Haar grootmoeder vertelt haar dat ze toegang heeft tot de wereld tussen leven en dood. Daire moet het opnemen tegen een tegenstander die mensen van hun ziel kan beroven. Dan ontmoet ze de blauwogige jongen, Dace.
Daire moet de Onderwereld beschermen tegen de tovenaarsfamilie Richter, maar dan wordt ze verliefd op een van hen, Dace. De goedhartige Dace is de tegenpool van zijn kwaadaardige tweelingbroer Cade. Samen met Daire maakt Dace zich op voor de strijd, maar dan slaat het noodlot toe.
Daire wordt wakker in de Bovenwereld. Ze vraagt ze zich af of haar geliefde Dace nog in leven is, maar hij is ervan overtuigd dat zij dood is. Vanaf ca. 15 jaar.
Feun is sjamaan van een prehistorische rendierstam, door iedereen gerespecteerd. Ze deelt een vuurplaats met Varn, haar grote liefde. Op een dag krijgen ze bezoek. De man stelt zich voor als de zwarte magiër. Hij boezemt ontzag in, maar Feun voelt aan dat zijn bedoelingen niet helemaal zuiver zijn. Dat blijkt ook wanneer het een na het ander fout gaat. Feun staat voor een dilemma.
Nadat een Parijse vrouw, die de wereld bereist voor haar studie naar het gedrag van roofdieren, een Aziatisch jongetje heeft geadopteerd, wordt er in Parijs een aanslag op het kind gepleegd.
Op een school voor getalenteerde Navajo kinderen lijdt een vijftienjarige leerling aan bizarre aanvallen zonder dat daarvoor een lichamelijke of psychologische verklaring is; de hulp van Cree Black, parapsychologe in Seattle, wordt ingeroepen.