De Valeriusmoorden
Paul Kustermans
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Manteau, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KUST |
00/00/0000
Paul Kustermans zet zijn epos over de oertijd verder. Met het vierde deel in deze cyclus zet hij een stap verder in de geschiedenis van de mensheid. Het rendiermeisje Feun is ondertussen sjamaan geworden. Zij deelt haar vuurplaats met Varn, haar vriend uit de vorige verhalen, en nu leider van de stam. De faam van Feun, die haar macht ontleent aan de aardmoeder, heeft zich blijkbaar uitgebreid tot buiten het territorium van de rendierstam. Als uit het niets duikt een vreemde magiër op, die opvalt door zijn zwarte huidskleur. Hij is op zoek naar de oergrot, waar Feun als enige toegang toe heeft. Net als in het derde deel, Feun en het wolvenmeisje (De Leeswelp 2008, nr. 1, p. 31), zaait de komst van de vreemdeling onrust. Tot verbijstering van de vredelievende rendierstam brengt hij dood, moord en onheil mee, maar zijn schuld valt moeilijk te bewijzen. Zijn bedoeling is duidelijk: hij aast op de totale macht over alle stammen, en daartoe probeert hij door te dringen tot de geheimen van de oergrot. Feun doorziet hem en dwarsboomt hem zoveel mogelijk. Uiteindelijk kan zij zijn macht breken door zijn naam te noemen: Kroman. Ongetwijfeld verwijst Kustermans hier naar de komst van de Cro-Magnon, die zowel een tijdgenoot als een opvolger van de Neanderthaler kon zijn. In ieder geval kondigt Kroman een volgende stap in de geschiedenis van de mensheid aan, maar erg duidelijk is dit voor de jonge lezer niet. Daarvoor is de zwarte magiër te weinig geprofileerd. Wat onderscheidt hem precies van de mensen van de rendierstam? Hoe wist hij van het bestaan van Feuns grottekeningen af? En waar komt zijn magie vandaan? Hij is enkel een aanleiding tot de verdere stappen van Feun, zelf is hij van weinig betekenis. Veel nieuws kan hij de rendierstam niet leren, zij zijn zelf door hun taal, hun kennis van het vuur, de grottekeningen van Feun én door het feit dat zij een wolf tot een huisdier kunnen temmen, het stadium van Neanderthaler eigenlijk al lang voorbij. Het avontuur neemt de bovenhand op enige historische duiding en Feun groeit onder de pen van Kustermans uit tot een godin, die elke nieuwe stap verklaart door: "De aardmoeder heeft dat beslist". Als een zeer wijze sjamaan, met opvattingen die over de eeuwen heen een brug naar de eigentijdse vrouw slaan, is zij haar tijd vooruit. Een status die ze deelt met Ayla uit Jean Auels De aardkinderen, maar die hier, vanwege de beperkte kadering, naar té ver doorgedreven verheerlijking ruikt. Hoe dan ook, Feun neemt de touwtjes vastberaden in handen en ze is de slechte bedoelingen van de magiër voor. Via een ingenieus opgezet netwerk nodigt ze alle sjamanen en stamhoofden uit op een algemene vergadering waarop ze haar kennis met hen wil delen. Op de bewuste ontmoetingsdag zien allen ontzet toe hoe Feun met gesteenten uit de grot (pyriet) vuur kan maken en welke gesteenten (silex) tot messcherpe werk- en werptuigen bewerkt kunnen worden. Het bezorgt haar de naam "magiër van het vuur" en daarmee zet ze definitief een nieuw tijdperk in. Op diezelfde dag wordt de zwarte magiër door een plaatselijke aardverschuiving voor zijn wandaden en hoogmoed door de aardmoeder gestraft. Later blijkt dat hij zal herrijzen, als Mogan, maar of Paul Kustermans daarmee een vijfde deel aankondigt, valt af te wachten. Aan Feun zal het niet liggen, want zij is zwanger. Dat het een meisje zal zijn, 'een nieuwe medicijnvrouw en misschien zelfs een sjamaan', daar twijfelt ze niet aan, want de vrucht is 'verwekt in een ogenblik van volmaakte liefde'. Een duidelijker wenk kan bijna niet. Jean Auel startte in 1980 ook niet met de idee om van De Aardkinderen een vijfdelig epos te maken.
Feun en de zwarte magiër is zoals de vorige delen van de cyclus over de prehistorie vlot en meeslepend verteld, maar het blijft voornamelijk een avonturenverhaal over het wonderbaarlijke meisje. Naast haar geïdealiseerd portret verdienden enkele andere personages best wat meer aandacht. Mirka, de verhalenverteller en 'geheugen van de stam' bv. Hij had ook voor de lezers het verhaal historisch duidelijker kunnen situeren. [Jet Marchau]
Ria Scholten-Boswerger
Vierde deel* over de prehistorische rendierstam, met in de hoofdrol het meisje Feun. Ze is nu sjamaan van haar vredelievende stam en deelt de vuurplaats met haar grote liefde Varn, het stamhoofd. Op een dag krijgt de stam bezoek van een zwarte magiër. Feun voelt zijn kwade bedoelingen aan, maar kan niet voorkomen dat er van alles fout gaat. Feun ontdekt ook, dat haar sjamanengrot de ‘Ingang van de Aardmoeder’ blijkt te zijn. Ze wil deze ontdekking delen met alle stammen van de steppe, maar de zwarte magiër probeert de ontdekking voor zichzelf op te eisen. Een boeiend verhaal over het dagelijks leven van de prehistorische mens, waarin het bijgeloof en de rituelen een grote rol spelen. De verschillende karakters worden goed omschreven, en ook de couleur local komt prima uit de verf, alsof je er zelf middenin staat. Het taalgebruik is mooi en beeldend. De zinnen zijn niet te lang en gedrukt in een duidelijk lettertype. Dit deel is afzonderlijk te lezen van de voorgaande delen, maar verwijzingen naar eerdere gebeurtenissen zijn beter te begrijpen als ook de andere delen gelezen zijn. Vanaf ca. 13 jaar.
Gonda Lesaffer
ua/an/22 j
IJstijd. Hoofdpersoon is opnieuw de tot sjamaan verkozen Feun, dochter van Merrit de medicijnvrouw. Ze is gehuwd met de jager Varn, leider van de rendierstam. Een zwarte magiër reist vanuit het zuiden naar de steppen. Hij wil Feun ontmoeten, de jonge vrouw die macht heeft over de dieren. Na zijn komst gebeuren er ongelukken in de stam. De magiër, Kroman, komt om bij de instorting van de gletsjergrot. Na zijn dood nodigt Feun de jagers uit van de oerosstam, de wolvenstam en de mammoetstam. Ook ver wonende stammen uit het zuiden wordt gastvrij onthaald. Feun toont hun de grot met goudkleurig pyriet. Zo kunnen voortaan alle stammen gemakkelijk vuur maken. ‘Feun en de zwarte magiër’ is al het vierde deel van deze saga, maar kan apart worden gelezen. Voorheen verschenen ‘Feun en de vloek van de sjamaan’, ‘Feun en de geest van de rode dood’ en ‘Feun en het wolvenmeisje’. De namen klinken niet erg authentiek (Ferre, Darte, Durandee). Wordt vervolgd?
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.