Ulysses
James Joyce
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2013 |
VOLWASSENEN : ROMANS : CLAE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11787 |
Dirk Leyman
em/ov/06 n
Op de cover van Paul Claes' nieuwe roman staat een close-up van een besproet meisjesgezicht. Felle blik, volle lippen. Het is een uitgesneden beeld van David Hamilton uit 1970. Hamilton? Was dat niet de Franse fotograaf van floue taferelen vol ontluikende erotiek? Ooit immens populair als verantwoord naaktdecorum in de huiskamer, nu scheef bekeken vanwege zijn voorkeur voor piepjonge modellen.
Plastic Love heeft dan ook een thema met een zeker Lolitatintje. Wiskundeleraar Herman wordt - na enige erotische decepties met zijn echtgenote An - tot over zijn oren verliefd op de gewiekste, vijftienjarige leerlinge Cora, terwijl hij ook nog met de wulpse collega Simone stormachtige stoeipartijen beleeft. Tot alles in de soep draait en de verwikkelingen een zwarte rand krijgen, met leugens, bedrog en een gevaarlijk Corsicaans snoepreisje. Claes haalt zelfs thrillereffecten uit de kast.
Lijfelijke roes
Het lijkt een ongewoon frivool onderwerp voor Paul Claes. Maar goed, de zeventigjarige gevierde classicus, dichter, romancier, bloemlezer en vertaler verenigt dan ook vele zielen in één borst. Zocht hij het in vorige romans als De zoon van de panter, De kameleon en Psyche vaak diep in het verleden, dan is Claes' tiende roman gesitueerd in de jaren zestig en zeventig, tegen de achtergrond van een losser wordende moraal. Uiteraard is deze spitse roman ook een kroniek van seksuele bewustwording.
Claes neemt ruim de tijd om zijn hoofdpersonage contouren te geven én een paar jeugdtaferelen op te delven. Seksuele spelletjes in het gras met prille, nog te ontginnen lichamen, dat hebben we natuurlijk vaker gelezen, zij het dat Claes er een averechtse draai aan geeft.
Dokterszoon Herman vergrijpt zich ook bijna aan het dienstmeisje, maar de vader steekt daar een stokje voor. Het mondt uit in een lange schaakpartij, die onbeslist eindigt wanneer vader op dienstreis sterft. Herman krijgt telefonisch het nieuws en betrapt vervolgens zijn moeder met een collega-arts op de sofa. De Oedipusmythe loert geniepig om de hoek.
Later zal Herman trouwen met een studente geneeskunde. Dat zijn sperma geen kind kan verwekken, wordt hem zwaar aangerekend. Pas na een acidtrip barst de erotiek voorgoed los in Plastic Love. De korte, gejaagde zinnetjes van Claes brengen de lijfelijke roes in een hoge versnelling. Het mondt uit in een diabolische rondedans tussen de personages, een wrange en spitsvondige soap, waar aan het eind de vergeefsheid overheerst. De liefde loopt letterlijk op de klippen.
Spiegeleffecten
Als meesterlijk jongleur met genres bedrijft Claes het spel van de intertekstualiteit op hoog niveau. Citaten en allusies, parodie en pastiche, in Plastic Love (slang voor 'een onmogelijke liefde') bedient Claes er zich met verbazend gemak van. Je bent dagen zoet met het ontraadselen van alle spielereitjes in deze roman, waarbij schaken en spiegeleffecten de hoofdrol krijgen toebedeeld. Toch remt dit het leesritme geenszins af, tenzij Claes zich verliest in te solipsistische essayistische bespiegelingen of een overdaad aan aforismen ten beste geeft.
Springt Claes zomaar op de modieuze kar van de lustliteratuur? Nee hoor. Plastic Love is geen toevalstreffer, want de capriolen van de liefde hebben hem altijd al munitie geleverd. Claes kent bovendien de (Franse) erotische klassiekers op zijn duimpje. Pigment en pit genoeg in deze Plastic Love, waarmee de oude sater Claes zijn collega-erotomanen van de nieuwe generatie geniepig een poepje laat ruiken.
Mark Cloostermans
ua/an/10 j
Heeft het succes van Vijftig tinten grijs onze schrijvers aan het denken gezet? Je kunt geen boek openen, of er ligt iemand op bed te kreunen. Jamal Ouariachi, David Pefko, Joost Vandecasteele en éminence grise Paul Claes: seks is back in business.
Natuurlijk heeft Claes zich niet laten beïnvloeden door E.L. James. In zijn vorige roman, De leeuwerik, verkende hij de hoofse liefde, de liefde die lichamelijkheid zo veel mogelijk vermijdt.Plastic love is het andere uiterste van het spectrum.
Het is al meteen raak, in het eerste hoofdstuk. Nochtans bevinden we ons op het platteland, in de jaren 50, en zit de hoofdpersoon te spelen in een zandbak. Echter, daar komt opeens een meisje in de zandbak zitten. Ze maakt 'ronde bergjes' in het zand. Suggestief.
Na dit idyllische voorspel tijd voor het echte werk. In hoofdstuk twee laat een meisje onze held ongevraagd haar 'witte, gewelfde schelp' zien. En in hoofdstuk drie betrapt hij twee vriendjes terwijl ze naakt in een schuur liggen. Als straf moet hij de 'tak' van een van zijn vriendjes likken.
Vooralsnog niets aan de hand. Experimenten met seks zijn eigen aan de kindertijd. Al evenmin is er iets aan de hand als Herman (zo heet de 'hij') naar de stad trekt om te studeren. Tijdvak: de jaren 60, de tijd van 'kritiese actie', van drugs om de 'doors of perception' open te beuken.
Karl May
Plastic love is al bijna in de helft, als Claes een plot begint uit te zetten. Herman trouwt, maar zowel hij als zijn vrouw shopt buiten de deur. En dan valt Herman als een blok voor een vijftienjarige leerlinge, Cora, een schoonheid die niet in haar kaarten laat kijken maar wel volgaarne gebeft wordt. 'Ze liet hem begaan (...) toen hij het rokje ophief en in het licht van de maan haar haast onbehaarde wondje zag: de gleuf van een perzik.' Herman heeft nu drie bordjes in de lucht: zijn vrouw, een volwassen en een minderjarige minnares. Dat kan niet goed aflopen.
De personages vanPlastic love groeien eigenlijk niet op. Ze blijven kinderen, ze blijven spelen. Er is een hoofdstuk waarin Herman met een vrouw in bed ligt, en zijn belangstelling voor haar verliest. Maar dan herinnert hij zich de boeken van Karl May uit zijn jeugd, stelt zich zijn vriendin voor als een vastgebonden squaw en ja hoor: daar is zijn erectie weer.
Ook in zijn gesprekken met Cora komt Herman het verste als hij zich kinderlijk gedraagt, een rolletje speelt. 'Spelletjes. Heel zijn leven bestond uit spelletjes. Schaken met mensen.' Voor Herman is dat een inzicht. Eerder in de roman had hij geklaagd dat de wereld 'zo irreëel' aanvoelde: 'nep, onecht, fake'. Maar het is meer dan dat: het onechte is spel. Een relikwie uit de kindertijd, dat de volwassenen helpt om te overleven. Het spel is een stolp, die de spelers beschermt tegen de hardere kantjes van het leven.
Claes zou Claes niet zijn als er niet wat literair te puzzelen valt. Zoek bijvoorbeeld de Shakespeare-parafrase in hoofdstuk 7 of identificeer de Couperus-titel in een befscène in hoofdstuk 12. Daarnaast spuit hij echter vooral clichés: vrouwen zitten 'kittig', men lispelt woordjes en er wordt gepruild bij het leven. Naarmate het verhaal zijn hoogtepunt nadert, sijpelt het vocabulaire van het melodrama in de zinnen.
Een roman alsPlastic love steekt zijn tong uit naar de lezer. Je kunt vinden dat de plot niet veel voorstelt, dat de personages nooit echt materialiseren en dat de taal niet veel zaaks is. Maar dan werpt de auteur waarschijnlijk tegen dat hij een pastiche heeft geschreven. De beperkingen van de roman zijn deel van het spel.
Het is niet duidelijk wat hier gepasticheerd wordt. De studentenhoofdstukken heb je al ettelijke keren eerder gelezen. En de leraar die voor een leerlinge valt: zie Jan Siebelinks oeuvre. Maar is het een verdienste om middelmatige romans perfect na te bootsen?
Als een pastiche niet eens grappig probeert te zijn, dan zou ze toch moeten proberen om de beperkingen van de gepasticheerde romans te overstijgen. Hugo Claus kon dat: zijn liefdesromannetje Het jaar van de kreeft, bijvoorbeeld, heeft een mythologische onderbouw. Hij voegde iets toe, waardoor banaliteit opeens weer interessant werd.Plastic love schiet ook als pastiche tekort.
De auteur: romancier, dichter, essayist en vertaler, die in 2012 zijn honderdste boek publiceerde.Het boek: het leven als spel, een roman als een literaire puzzel.
ONS OORDEEL: pastiche die tekortschiet.
15/03/2014
Elk van de romans van Paul Claes is gesitueerd in een welbepaalde historische context. Zijn vorige boek, De leeuwerik, speelde in de tijd van de troubadours, Sfinx in Wenen aan het einde van de negentiende eeuw en zijn meesterwerk De kameleon in de achttiende eeuw. Het zijn ook telkens pastiches: Lilly was een sentimentele meisjesroman, De kameleon een typisch achttiende-eeuws verhaal à la Les liaisons dangereuses. Die werkwijze komt voort uit een poëticale overweging: enerzijds gelooft Claes dat literatuur enkel bestaat bij gratie van de herhaling en herwerking van bestaande patronen en eerdere literatuur, anderzijds geeft hij daarmee aan dat hij elk literair (sub)genre beheerst en positioneert hij zich aldus als de meest complete auteur van zijn generatie, of tenminste toch als de meest wendbare. Ook in zijn tiende roman vinden we die beproefde strategie: Plastic love is een roman over de jaren zestig, een herschrijving van Lolita en tegelijk een parodie op de Vijftig tinten grijs-rage.
Hoofdpersonage is Herman. In de eerste scène zit hij, een jaar of drie oud, in de zandbak, met zijn mama in de buurt. Wanneer er een meisje opduikt dat met het zand ‘twee ronde bergjes’ maakt en hem uit de zandbak duwt, is de toon gezet. Dit is een roman over de verlokkingen van de vrouw, maar vooral over hoe dat Hermans ondergang wordt. Dat alles krijgt bovendien een oedipaal kader, want de scène eindigt als volgt: ‘Opeens staat mamma naast hem. Ze trekt hem mee en gaat weer op de bank zitten. Hij verstopt zijn kop in haar schoot. Zijn putje, zijn hutje.’
Tijdens de eerste honderd bladzijden zien we Herman opgroeien. Als puber voelt hij zich aangetrokken tot het dienstmeisje, wat hem op een verbod van zijn vader komt te staan. Met die vader speelt hij een langzame schaakpartij: elke dag een zet (let op de freudiaanse symboliek: de zoon die de vader tracht te (ver)slaan). Daaraan komt abrupt een einde wanneer de vader op dienstreis in het buitenland sterft. Wanneer Herman daarvan bericht krijgt en de onheilstijding wil melden aan zijn moeder, vindt hij haar vrijend op de bank met een andere man; een echte familieroman is Plastic love tot dan. Vervolgens is Herman student wiskunde aan de universiteit. Hij wordt in het studentenprotest van de jaren zestig meegezogen en ontmoet een studente geneeskunde met wie hij trouwt. Een paar jaar later is Herman leraar, het huwelijk met zijn vrouw loopt mank — zij wil een kind, hij blijkt onvruchtbaar — en allebei houden ze er een buitenechtelijke relatie met een collega op na. Tot hier toe was alles karaktertekening, context voor het echte drama dat nu pas goed op gang komt. Herman vindt een tekening op het bord waaruit blijkt dat iemand op de hoogte is van zijn relatie met z’n collega, niet veel later ontdekt hij ook een briefje achter zijn ruitenwisser. Al gauw blijkt dat zijn vijftienjarige leerlinge Cora hierachter zit. Hij spreekt met haar af en dat wordt een amour fou (in het Engels: plastic love). Ze beleven heerlijke erotische avonturen en bereiden samen een geheime reis voor, maar dan blijkt iemand te weten van deze gevaarlijke verhouding. Wanneer Herman de sportleraar opzoekt die hem probeert te chanteren en hij daar ook Cora aantreft, wordt duidelijk dat dit Cora’s voogd is. Herman lijkt in de val gelokt, maar de sportleraar blijkt ook niet ongevoelig te zijn geweest voor het pubermeisje… Dan loopt het uit de hand. Zo erg dat Herman met Cora naar het buitenland moet vluchten. Wat een idyllische trip moest worden, wat het paradijs had moeten zijn (nooit eerder was Herman dichter bij het ideaal ‘mijn putje, mijn hutje’), draait uiteindelijk uit op een nachtmerrie. Resten heel wat gewetensvragen: is Hermans liefde voor Cora echt onwelvoeglijk, wetende dat dit ware, wederzijdse liefde is? Is hij haar redder geweest of juist niet? Is de alles verzengende liefde überhaupt mogelijk (zie het motto: ‘Sans elle je n’ai rien, avec elle j’aurais tout.’)? En is het najagen daarvan niet dodelijk — letterlijk en figuurlijk?
Over the top? Schematisch? Jazeker, maar dat past binnen Claes’ literatuuropvatting. Wat knap is aan zijn romans, en wat hem met elke boek ook beter lukt, is dat je ze op twee niveaus kan lezen. De argeloze lezer zal genieten van het spannende verhaal dat niet moet onderdoen voor de betere soapserie, inclusief de vele hitsige seksscènes. Wie kennis heeft van literaire conventies, geniet echter van de vele verwijzingen die Claes in zijn boek verstopt. Soms zijn die deel van de setting (Herman rijdt uiteraard met een DS, de iconische jaren-zestigwagen — zie Roland Barthes), op andere momenten zijn ze vooral grappig. In deze roman wordt wel vaker geconverseerd met boektitels of popliedjes: ‘reis naar het einde van de nacht’, het gesprek uit Meat Love’s ‘Paradise by the dashbord light’ (‘Do you love me? Will you love me forever? Do you need me? Will you never leave me’), met daarin de dubbelzinnige regel ‘let me sleep on it’ (laat me er een nachtje over slapen, maar ook: laat me het/haar beslapen), of ‘België’ van Het goede doel. Dat soort spelletjes zijn het literaire pendant van de seksspelletjes op verhaalniveau. Net zoals die de personages doen gillen van genot, doen ze de lezer kirren van plezier. Dat is meteen het verschil met de Vijftig tinten grijs-achtige boeken. Claes’ erotische roman is vooral ook om de literaire techniek genietbaar. [Carl De Strycker]
J.T.G. Maas
In deze roman wordt beschreven hoe de jonge Herman als student de vriendin van zijn beste – en enige – vriend inpikt. Uiteindelijk wordt hij wiskundeleraar aan een meisjesschool en begint een relatie met een collega. Een meisje ontdekt dat en schrijft zowel aan hem als aan haar briefjes, met als doel de leraar in te pikken. Dat lukt ook en uiteindelijk vertrekken het minderjarige meisje (een Lolita-figuur) en Herman naar Corsica. Daar ontrolt zich een drama waarvan de leraar pas bij terugkomst in België de uiteindelijke afloop verneemt. Goed geschreven verhaal over een niet al te karaktervolle protagonist. Deze tiende roman van de productieve Vlaamse schrijver en vertaler (1943) geeft ook een tijdsbeeld van de seksuele revolutie van de jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.