Het mysterie van het Lam Gods : Filips de Goede en de Rechtvaardige Rechters van Van Eyck
Luc Dequeker
Luc Dequeker (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 934.3 DEQU |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Davidsfonds, 2000 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : DEQU |
31/12/2001
In 1370 werden te Brussel een zestal joden op de brandstapel terechtgesteld. Zij werden beschuldigd van diefstal en profanatie van geconsacreerde hosties. De joden zouden de hosties met messen doorboord hebben en op dat moment zou uit de hosties op miraculeuze wijze bloed zijn gevloeid. Onder de wat merkwaardige naam Het sacrament van Mirakel werden de hosties eeuwenlang als relikwieën bewaard en vereerd in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal, waar een devotiekapel en een aantal glasramen, schilderijen en wandtapijten nog steeds herinneren aan wat er zich in 1370 heeft afgespeeld.
Luc Dequeker, Leuvens hoogleraar in de judaïstiek, tracht in deze vrij dunne en vlot leesbare monografie aan te tonen dat de 14e-eeuwse Brusselse joden het slachtoffer werden van (in de Middeleeuwen wel vaker voorkomende) jodenhaat. Zonder daarvoor echt harde bewijzen te kunnen aandragen (de oorspronkelijke hosties waren in de 17e eeuw tot stof vergaan), poneert hij de niet onaannemelijke hypothese dat er in 1370 geen sprake was van een eucharistisch wonder. De zgn. bloedsporen zouden veroorzaakt zijn geweest door het pigment van een woekerende bacterie, waarna de zes joden in kwestie door leden van de Brusselse clerus om nog moeilijk te achterhalen redenen als zondebok moesten opdraven en valselijk beschuldigd werden van hostieschennis. Door terug te keren naar laatmiddeleeuwse archiefbronnen en teksten, maakt Dequeker duidelijk dat de terechtstelling van de joden historisch vaststaat, maar dat de overige gebeurtenissen het voorwerp waren van een legendevorming die pas in de 15e eeuw vaste contouren begint aan te nemen.
Uit het tweede deel van deze studie blijkt hoe het sacrament van Mirakel in de daaropvolgende vijf eeuwen evolueerde tot een soort nationale relikwie, die ook (om uiteenlopende redenen) vereerd werd door vorsten, prinsen en koningen, en fungeerde als een symbool voor de traditionele waarden en katholieke identiteit van het land. Pas na de Tweede Wereldoorlog begon men zich vragen te stellen over de beschuldiging van de joden en in 1977 werd in de Sacramentskapel een bronzen plaat aangebracht met een Frans-Nederlandse tekst waarin de tendentieuze aard van de aanklacht en het legendarische karakter van het sacrament van Mirakel officieel worden erkend.
Het sacrament van Mirakel vormt een boeiende en goed gedocumenteerde casestudy van een (gefingeerde) hostieprofanatie uit de 14e eeuw en neemt een duidelijk standpunt in tegen de misplaatste geloofsijver van de laatmiddeleeuwse kerk (waarbij het inderdaad vaststaat dat er in het geval van hostiewonderen vaak sprake was van bedrog en vervalsing) en de nefaste gevolgen die dit eeuwenlang had voor het joodse volk. Afgezien van de vraag of de hosties werkelijk gebloed hebben, blijft echter onduidelijk of er in Brussel (en elders) geen sprake kan geweest zijn van daadwerkelijke diefstal van hosties door joden. Deze andere kant van de medaille blijft in Dequekers vrijmoedige en goedbedoelende boek enigszins onderbelicht. [Eric De Bruyn]
Hanna Blok
Bezoekers van de St. Michiels- en St. Goedelekathedraal in Brussel kunnen in het noordelijk gedeelte, waar nu het museum gevestigd is, de zestiende-eeuwse glasramen bezichtigen waarop joodse martelaren uit Brussel en Leuven worden getoond die in 1370 zijn verbrand op beschuldiging van hostieschending. Zij zouden geconsacreerde hosties uit een kerk hebben gestolen en die met messen hebben doorboord, waarop de hosties gingen bloeden. Door hun plaats in deze kerk, waar ook nu de Belgische koningen worden gekroond, kregen de hosties als 'landsrelikwie' een belangrijke status. In deze diepgaande studie beschrijft Lux Dequeker, hoogleraar judaïstiek in Leuven, het onderzoek dat hij instelde naar deze hardnekkige legenden, die ook na de gelijkstelling van de joden in België niet verdwenen. Dequeker volgde twee sporen: de vraag naar de authenticiteit van het 'mirakel' en die naar de 'schuld' van de joden. Na Verlichting en later Secularisatie verliest het hostieverhaal in de negentiende eeuw zijn miraculeuze karakter. Voor de schuldvraag van de joden bestond minder belangstelling. Na bestudering van vele bronnen benadrukt Dequeker dat de joden in 1370 zijn veroordeeld op grond van ongeloofwaardig materiaal.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.