Lagerwal : gedichten
Luuk Gruwez
Luuk Gruwez (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : 828.1 GRUW |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
De Arbeiderspers, cop. 2016 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : GRUW |
Paul Demets
2/ei/04 m
'De stem van een dichter heeft nooit veel volume gehad. Wie haar hoort, is meestal zelf een dichter.'
Luuk Gruwez handelt in zijn boek Ik wil de hemel en ik wil de straat naar de letter. Door beschouwingen, essays die eerder verschenen ter gelegenheid van Gedichtendag, recensies en brieven vraagt hij op een mooie manier aandacht voor de poëzie, zonder al te opzichtig zijn stem te verheffen.
De kwestie of het leven of de poëzie zijn prioriteit vormen, staan naar eigen zeggen al twintig jaar centraal voor Gruwez. We lezen het in een brief uit 1995 aan Hugo Brems, naar aanleiding van zijn bundel Vuile manieren, waarin Gruwez het over de kanker van zijn geliefde heeft. De dichters blijven voor hem degenen die toekijken, als het ware van achter een raam: 'Zij slaan, niet altijd even monter, het leven gade. Zij dromen er ook zelf wel eens van naar buiten te kunnen, maar weten vanwege dat raam niet goed hoe.'
Gruwez houdt zich liever niet bezig met scherpe poëticale positiebepaling. Daarom presenteert hij in Ik wil de hemel en ik wil de straat dichters met behoorlijk uiteenlopende schrifturen. Zo kun je het werk van Peter Holvoet-Hanssen en Menno Wigman of dat van Leonard Nolens en Erik Spinoy moeilijk over dezelfde kam scheren.
Gruwez geeft in een brief aan Hilde Keteleer toe dat hij het moeilijk had om kritische bedenkingen bij de bundel Navagio van Peter Holvoet-Hanssen te formuleren. Hij wil zich liever niet 'bestraffend' uitlaten over poëzie die poëticaal niet helemaal de zijne is. 'Hooguit,' schrijft Gruwez, 'wil ik een onderscheid blijven maken tussen wat ik vanwege zijn professionaliteit waardeer en datgene waarvan ik spontaan hou.'
Vakmanschap en dichterlijke intentie zijn belangrijke criteria voor Gruwez. Hij is vooral niet met zelfprofilering bezig als recensent. En dat siert hem. Van dichters die vanuit een existentiële urgentie schrijven, houdt Gruwez het meest. Zo noteert hij over Hester Knibbe, die een zoon verloor: 'Die ene dramatische tournure in haar leven maakt dat haar poëzie een grote noodzakelijkheidsfactor heeft die haar verwant maakt aan een dichter als Achterberg'.
Gruwez laat zich in dit boek niet alleen als empathische recensent zien, maar ook als vriend van een aantal dichters. Dat doet hij in een aantal brieven, waarin hij zich het duidelijkst uitspreekt. Ze leveren de beste passages op.
In een brief aan Hester Knibbe komt Gruwez nog eens terug op de vergankelijkheid. Want het gaat om meer: 'om protest tegen het schuldige verzuim van het leven. Wij zijn geen van beiden gediend met werk dat maar half is. Van ons mag niets in de steek worden gelaten. Het leven hoort zijn beloftes te houden.'
Op die manier is Ik wil de hemel en ik wil de straat niet alleen een staalkaart van de poëzieopvattingen van Luuk Gruwez als recensent, maar ook als dichter. Want die twee facetten kun je nooit van elkaar scheiden.
T. van Deel
Luuk Gruwez (1953) is dichter, romancier, verhalenschrijver en essayist en in al die hoedanigheden is hij een humane, empathische scribent. Zijn poëtische voorkeuren, zoals ze uit deze gevarieerde essaybundel blijken, zijn ruimhartig, maar liggen toch wel duidelijk in het verlengde van zijn eigen poëzie, waarin het leven zelf, en alles wat het aankleeft, ook afscheid en dood, centraal staan. Daar komt natuurlijk – Nescio is zijn grote liefde – ook het momentane en eeuwige bij kijken. Dit boek bevat meer algemene essays over poëzie en daarnaast een bloemlezing uit Gruwez' recensies, een aantal brieven gericht aan besproken en gewaardeerde dichters, plus een flink aantal besprekingen van afzonderlijke gedichten. Deze mengeling van analyse en beoordeling (Gruwez typeert vooral) maakt dit boek heel aantrekkelijk en informatief. Er komt een stoet aan dichters in ter sprake, van Claus tot Knibbe, Van Nolens tot Boog. Heel terecht is er een register toegevoegd. Een zeer tot poëzielezen animerend boek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.