De oudste jongen
Gerrit Krol
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2109 |
31/12/2007
Gerrit Krols oeuvre is sterk autobiografisch, zonder ooit sentimenteel te worden. Zelfs Een Fries huilt niet (Querido, 1983), het verhaal van zijn jeugd en misschien wel zijn meesterwerk, is nergens larmoyant, hoewel het krachtige emoties bevat. Het waarmerk van Krol is dat hij snel overstapt van het concrete naar het algemene en zijn bevindingen formuleert als waren ze wetenschappelijke uitspraken. De zinnen zijn daardoor kort en krachtig en bevatten weinig meerduidigheid. Dit is de grote aantrekkingskracht, temeer omdat de humor nooit ver weg is. Door stellingen te formuleren, stokt het verhaal, haalt de schrijver de lezer uit zijn verhaalconcentratie. Daardoor wordt de leesact bewuster en wordt de indruk gewekt van een stilstand, van een centrum (de schrijver) van waaruit alles gedirigeerd en geconstateerd wordt.
Met Duivelskermis heeft Krol, een Parkinsonpatiënt, een opvallende korte roman geschreven. Even zag het er overigens naar uit dat hij definitief met schrijven zou stoppen, maar dat is dus gelukkig niet gebeurd. Omwille van de ziekte neemt Krol medicijnen die waanvoorstellingen teweegbrengen. Het zijn deze beelden die de roman overheersen. Er komt een surrealistische waas over het verhaal te hangen, maar eigenaardig genoeg leidt dit niet tot allerlei overpeinzingen over waarheid, realiteit, waarneming, denken, het ik ? zoals we van een Gerrit Krol zouden verwachten. Hier en daar worden die thema's wel aangeraakt, maar ze worden niet uitgewerkt. Het boek heeft bijna een één-op-éénrelatie met de werkelijkheid, en daardoor is het lezen soms een schokkende ervaring. De lezer gaat mee met het verhaal, dat aanvankelijk erg grappig lijkt. Plots draait de situatie echter om en beseft hij dat niet de fantasie, maar wel de wrange neergang van een individu beschreven wordt. Voorlopig is dit boek gelukkig de triomf van het bewustzijn op de eigen geest. [Johan Velter]
Gerard Oevering
In de inleiding vertelt Krol hoe de ziekte van Parkinson zijn leven aantast, en hem in zijn functioneren steeds meer gaat beperken. Door de medicijnen gaat hij demonen zien, Jeroen Bosch-achtige verschijningen. Volgens Krol moet hij die zelf een demon wordt, het woord aan een ander geven. Krol kiest Albert, die de hoofdpersoon in een onnavolgbare en verwarrende geschiedenis wordt. Deze, Parkinsonpatiënt, gaat op reis; zijn reisdoel is Maria. Hij bezoekt een schoonheidswedstrijd, vindt de al vier jaar zwangere Maria, krijgt een kind maar ook weer niet en belandt uiteindelijk in een relatie met Irmgard. Alberts tocht wordt beheerst door geesten, het spookt in zijn hoofd; hij raakt op zijn reis steeds meer de greep op zijn werkelijkheid kwijt. Nog is deze roman typerend voor Krol: speels, spitsvondig, cerebraal, met scherpe observaties en scherpzinnige formuleringen. Maar tegelijkertijd tragisch, omdat de roman in een spel van geestverschijningen de verbeelding is geworden van de weg naar de dood. In Albert wordt duidelijk dat de strijd tegen deze ziekte niet te winnen is. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.