De oudste jongen
Gerrit Krol
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KROL |
31/12/2004
Een groep wetenschappers komt samen in Padua en Venetië. Daarbij ook J.J. Pipper, die tezamen met de dochter van overleden vrienden van hem naar Italië is gekomen. Juist voor zijn afreis heeft hij haar bij toeval ontmoet en ze zijn als koppel vertrokken.
Natuurlijk gaat de roman van Krol weer over de man-vrouwverhouding. De vrouw staat voor het levenslustige, voor een manier van leven die het leven als een natuurlijkheid ervaart en aanvaardt. De man is diegene die star is, reflecteert, problemen zoekt en creëert.
Het hele oeuvre van Krol is geënt op de vraag hoe te leven en te denken. Hij doet dat op een voor velen verrassende manier. Krol is géén wetenschappelijke schrijver, maar hij gebruikt de wetenschap als een kader om na te denken, om te beschrijven. De wetenschap is een manier van 'verkort' denken: het hoeft geen rekening te houden met omgevingsfactoren, met de vuilnis van het dagelijkse leven. Krol zet dit af tegen het werkelijke leven en hij fictionaliseert. Hij hanteert de -- sociologische -- blik van de wetenschapper: hij isoleert zijn figuren zoals in een laboratorium. Hij beschrijft wat dan gebeurt én becommentarieert dat gedrag.
In dit boek voert hij de schrijver Michel Houellebecq op (hij heet hier M. Welbeke) en dat is natuurlijk geen verrassing, want ook voor Krol luidt de vraag: wat kan nog waarheid, rationaliteit zijn in een wereld waar de wetenschap de chaos ontdekt heeft? Is het causale denken nog mogelijk en als dit niet zo is, hoe moeten wij dan leven, hoe moet de moraal dan opgebouwd worden? Laten we duidelijk zijn: Gerrit Krol is géén verdediger van de chaostheorie -- noch in de wetenschap, noch in het maatschappelijke leven. Hij tracht juist aan te tonen hoe het ene invloed heeft op het andere, hoe er een keten van gebeurtenissen en gedachten ontstaat. Krol is en blijft de verdediger van de verwetenschappelijking van het leven en hij ageert tegen het mythologiseren. Het mysterie is in het leven zelf te vinden.
Krol laat voor zijn doen veel personages optreden en dat levert verschillende taalregisters op. Hij laat de wetenschappers een betoog houden en de een doet dat langdradig, de ander spitsvondig. De mooiste voordracht wordt gegeven door prof. Dr. Mayer-Kuckuck. Hij geeft een opsomming van wetenschappers en toont daarmee aan hoe alles met elkaar verstrengeld is, hoe elk op de schouders van een ander staat. Ik citeer een fragment: "Galilei dan leerde van Kepler, die de zon zijn ellipsen gaf, Kepler van Tycho, Huygens van Kepler en Papin van Huygens. En Torricelli leerde Von Guericke en deze leerde Boyle, [...]" Hier toont Krol ook zijn wereldbeeld: door de verworven kennis wordt de wereld geschapen: de wetenschap ontdekt niet, maar maakt de wereld.
Het merkwaardigste van dit boek is echter de opvoering van gestorven, historische figuren als Pythagoras en Brodsky, omdat dit 'niet past' in deze wereld. Krol is natuurlijk ook een romanschrijver en net zoals de wetenschapper is hij autonoom: hij maakt zijn eigen wereld. Hij laat mogelijkheden open en toont onverwachte gebeurtenissen, gedachteflitsen.
Misschien is dit de laatste roman van Gerrit Krol -- hij lijdt aan de ziekte van Parkinson -- en ook al stijgt deze roman boven de middelmaat uit, hij is niet het sterkste werk dat hij afgeleverd heeft. Daarvoor mist hij gebaldheid, is hij te wijdlopig en worden te veel thema's aangeraakt maar niet echt uitgewerkt. Deze Rondo Veneziano is te veel mogelijkheid, te weinig resultaat. [Johan Velter]
L.A.A. Kruse
De wiskundige Jan Pipper (1945) neemt deel aan een internationaal colloquium in Padua en Venetië. Allerlei wetenschappers buigen zich over de vraag door wie en wat de hegemonie van de natuurwetenschappen kan worden overgenomen. Pipper is een briljant man, maar ook een oplichter: hij heeft niet eens lagere school, stal zijn bul in Göttingen en heeft zelfs een strafblad. Maar hij is ook geniaal en ontdekt het getal waarmee men de beroemde Riemann-hypothese kan falsifiëren. Roem verwerft hij niet met zijn opzienbarende ontdekking - wel de achting en liefde van zijn veel jongere vriendin Vicky. Een echte Krol: dus met veel 'peinzerij', maar altijd met beide benen vast op Groningse grond. En met vlotte dialogen, veel spanning, droge humor en sfeervolle Paduaanse en Venetiaanse couleur locale. Door zijn ziekte (Parkinson) werkte de nu 70-jarige Krol ongewoon lang (drie jaar) aan wat wel eens zijn laatste roman zal kunnen zijn. Paperback, vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.