Aan zee : taferelen uit de kinderjaren
Eric de Kuyper
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
SUN, cop. 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KUYP |
i /ul/24 j
Eric de Kuyper keert met de bundel Villa Zeelucht terug naar waar hij in 1988 met zijn autobiografische romans begon: de Belgische Kust. Hij is weer in zijn gewone goede doen. Al vertellend over zijn levenslange haat-liefderelatie met ,,de zee'' mengt hij persoonlijke herinneringen met haarfijne bespiegelingen over de toestand vandaag.
Hoe Oostende, de stad waar hij zo vaak verbleef en verblijft, schippert tussen vergane glorie en vernieuwingsdrang en zo moeilijk omgaat met zijn verleden. Hij gaat naar Bredene en De Haan, heeft het over de invasie van toeristen en over de rustige winterperiode, over Proust en tante Mimi. Hij trekt parallellen met Normandië en Rimini. Hij spoort met de tgv naar Sète, logeert in palaces en grand hôtels .
De Kuyper is onderhoudend en erudiet, schrijft eerlijk en liefdevol over zijn onderwerp, zet alles steeds in een intiem licht, maar verkondigt ook een duidelijke mening over het hedendaagse toerisme en de architecturale verloedering van de kust. Villa Zeelucht is een verzameling teksten die je met genot proeft, een perfect tegengif voor alle clichés die elke zomer opnieuw over ,,de zee'' worden uitgestort.
Eric de Kuyper etaleert zijn kennis van het verleden en zijn visie op het heden al vertellend. De Franse journalist Marc Pasteger doet in La mer qui se souvient iets gelijkaardigs, maar met minder literair effect. Hij vertelt in korte hoofdstukjes les plus belles histoires de la Côte belge , anekdotes over bekende en onbekende mensen die van dicht en soms van zeer ver wat met de Belgische Kust te maken hadden. Hoe paus Leo XIII in België voor het eerst in zijn leven de zee zag. Byron, Barbara, Delvaux, koningin Louise-Marie, Dietrich en Ensor passeren de revue, maar ook Godelieve van Gistel, de Tempeliers en andere, minder bekende goden. Mondaine verhalen, politieke intriges, zelfs religieuze thema's, entertainment en kunst in prettig leesbare, hapklare brokken.
Mark Cloostermans
i /un/24 j
Reizen
De Kuyper zwerft langs Belgische badplaatsen
Heel schrander van Eric de Kuypers uitgever, om Villa Zeelucht net voor de vakantie op de markt te brengen. Het is een bundeling van oud en nieuw materiaal, met ,,toerisme als rode draad. In een ander jaargetijde zou al snel de vraag rijzen waarom dit gepubliceerd moest worden, maar de zomer is er om te reizen. En waarom zaniken? Eric de Kuyper schrijft een gracieus Nederlands; zijn badinerende bespiegelingen laveren tussen anekdotiek en essayistiek, fictie en realiteit. Zijn ietwat Britse gevoel voor humor valt evenmin te versmaden. De liefhebbers zullen in Villa Zeelucht veel oude bekenden (personen, plaatsen, thema's) uit eerder werk terugzien, voor de nieuwelingen is het een goed vertrekpunt.
Een echte reiziger is De Kuyper nooit geweest. Daarvoor is hij iets te veel op luxe gesteld. Bovendien, geeft hij toe, gedraagt hij zich ,,zoals de oerdomme burgers van Flaubert, die menen dat Sint-Petersburg of Casablanca, Azië of Afrika beslist overroepen zijn'.'' De fysiek bereisde ruimte in dit boek is veel kleiner dan de spanwijdte van De Kuypers gedachtegangen.
Vertrekpunt is Oostende. Als kind werd De Kuyper hele winters lang naar zijn tante in Oostende gestuurd, om gezondheidsredenen. Daardoor kent hij de stad als zijn broekzak; zijn boek Met zicht op zee was integraal gewijd aan Oostende. Dit keer is De Kuyper voornamelijk geïnteresseerd in de manier waarop de Oostendenaars met toeristen omgaan. Als kind was hij al gefascineerd door het tweeseizoenstelsel van de badstad: je hebt ,,het Seizoen'' (juli en augustus) en ,,buiten het seizoen'' (de tien andere maanden). In ,,het Seizoen'' wordt Oostende een totaal andere stad. Toerisme, speculeert De Kuyper, veronderstelt een talent voor theater bij de plaatselijke bevolking. Oostende is ,,een stad met slechts één seizoen en één niet-seizoen. Een stad met verscheidene gezichten en dus vele maskers''. Maar niet iedereen heeft theatertalent en dus catalogeert De Kuyper enkele vreemde voorbeelden van de irritatie die toeristen nog altijd bij de plaatselijke bevolking opwekken.
Langzaamaan verbreedt de focus van het boek. De auteur begint een zwerftocht langs andere Belgische badplaatsen, zijn beschouwingen worden algemener en abstracter. Hij ontwaart kenmerken van toerisme in cultuur en in kleding. De Kuyper blijkt een verfrissend positief ingesteld mens te zijn. Je moet het maar doen: over Vlaamse architectuur schrijven zonder sito presto een klaagzang aan te heffen. De schrijver kijkt naar fermettes en besluit dat de Vlaming veel affiniteit heeft met zijn erfgoed: ,,Er hoeft slechts de goede strategie te worden gevonden om al die energie en dat geld in de juiste richting - die van het restaureren en bewoonbaar maken van oude scholen, kerken, stationnetjes, enzovoort - te laten stromen.'' Dat diezelfde schrijver een zure oprisping krijgt van windmolens in zee en zijn boek vult met oude polemieken over het Oostendse erfgoedbeleid, zal de lezer hem hierna makkelijk vergeven.
In veruit het beste deel van het boek vertelt De Kuyper honderduit over zijn fascinatie voor Grand Hôtels en Palace-hotels. Het zijn de laatste restanten van een ander soort toerisme: een levensstijl van stille luxe, van onuitgesproken verstandhoudingen met het personeel, een vleugje van een andere tijd. ,,Wat je daar [...] niet mag hebben [...] is plankenkoorts. Want een Grand Hôtel [...] is een soort theater, waar rollen worden gespeeld. Mijn rol is die van gast, en die speel ik met vanzelfsprekendheid. Belangrijk is de allure, de houding: ongedwongen, zelfs nonchalant, maar niet afstandelijk of hautain (want je moet je tegenspelers, de zogenaamde personeelsleden, ook de kans geven hun rol te vertolken - ieder in zijn door de rol opgelegde register).''
Geen Grand Hôtels in Reisgenoten : in deze bundel reisreportages komt de harde realiteit van het reizen aan bod. ,,Rob, er zit een schorpioen in m'n schoen!'', het eerste verhaal uit de bundel, is daarvan een sprekend voorbeeld. Het komt er in deze vorm van literatuur vooral op aan de veilige toeristische paden te verlaten en zoveel mogelijk de moeilijkheden op te zoeken. Het theater dat De Kuyper ontwaart in toerisme, wordt hier geschuwd als de pest. Al is dat maar schijn. Ook deze vorm van toerisme is theater: het theater van de wreedheid. In de file staan en geld geven aan een bedelaar, die vervolgens een stalen bal bovenhaalt en je ruit eruit mept: dit is écht kennismaken met een land. Leedvermaak voelen bij de vermoeidheid en prikkelbaarheid van je medereizigers: het hoort er helemaal bij. Met autochtonen de plaatselijke politieke problemen onder de loep nemen: soms lijkt het alsof het reisverhaal het gat vult dat achtergelaten is door de inkrimping van de buitenlandpagina's in de kranten.
De verhalen in Reisgenoten zijn hoofdzakelijk afkomstig uit krantenbijlagen en gespecialiseerde tijdschriften; slechts enkele uitzonderingen verschenen eerder in boekvorm. Sommige verhalen zijn uiterst leerzaam (zoals die van Michaël Zeeman en Arita Baaijens), anderen volgen keurig het sjabloon ,,veel moeilijkheden en afzien, maar het uitzicht is de moeite waard. Hoe meer de auteur zichzelf in het verhaal verwerkt als personage, hoe beter en levendiger zo'n verhaal wordt. De Standaard -medewerker Filip Huysegems doet dat een beetje in zijn verhaal over de Braziliaanse keuken. Adriaan van Dis geeft toe dat hij een droom najaagt in de Stille Zuidzee, en zijn eenzame verblijf in Frans-Polynesië levert precies daardoor een mooie tekst op. Het extreemste voorbeeld is de bijdrage van Arnon Grunberg. De locatie lijkt er niet meer toe te doen: de schrijver dobbert in een motorboot met motorpech op een zonovergoten oceaan én op zijn zwartgallige, vrouwonvriendelijke gedachten. Op de gezichten van zijn collega-vakantievierders ziet hij ,,verlangen naar iets wat verder gaat dan goede organisatie en betaalbare luxe''.
Vakantie op Wadsoog is dan weer een bundel reisverhalen voor kinderen. Nee, dat is twee keer onnauwkeurig geformuleerd. Ten eerste zijn het geen reisverhalen: het zijn allemaal verhalen over, in en rond Hotel De Woelige Baren op het Waddeneiland Wadsoog. Ten tweede zijn de verhalen geschreven door zestien verschillende auteurs, met allemaal een andere stijl en een andere doelgroep, zodat iedereen tussen 10 en pakweg 16 jaar in deze bundel zijn gading vindt. Het is, kortom, een uitstalraam voor de jeugdschrijvers van uitgeverij Querido, om marketingredenen in verband gebracht met reizen en vakantie.
Judith Eiselin geeft de voorzet: zij introduceert het kindvriendelijke hotel met de kindonvriendelijke receptioniste juffrouw Parelhoen en de eerste gasten. Vooral de gemene receptioniste heeft de overige auteurs geïnspireerd.
Martha Heesen zet een paard in om Parelhoen een lesje te leren. Guus Kuijer riposteert: hij voert Robert op, muzikaal genie en ouwelijk kind, en Robert kan wèl contact maken met juffrouw Parelhoen. De receptioniste, voordien een vaag personage, alleen geschikt als mikpunt voor spot en pesterijen, wordt opeens menselijk.
Ook stilistisch steekt Kuijers' bijdrage aan Vakantie op Wadsoog boven veel anderen uit. Nogal wat bijdragen zijn geschreven in vlak, fantasieloos Nederlands. En nu het woord ,,fantasieloos toch gevallen is: het duurt geen honderd bladzijden of er wordt een schat gevonden op Wadsoog (nou ja, ,,schat: een gouden beiteltje), kalverliefdes schieten uit de grond als paddestoelen en tijdens een nachtelijke wandeling bij de molen jaagt een spook de kinderen de stuipen op het lijf.
Daartegenover staan gelukkig ook goede ideeën, zoals de sprookjeselementen in de twee bijdragen van Karlijn Stoffels. De manier waarop de schrijvers inpikken op elkaars personages en bedenksels is vaak erg grappig en geeft coherentie aan deze bundel.
DE AUTEURS Eric de Kuyper (1942) is cineast en schrijver. Hij debuteerde in 1988 met Aan zee. Rudi Wester stelde talrijke bloemlezingen van reisverhalen samen. Zij is directeur van het Institut Néerlandais in Parijs.Marc Holthof
us/ug/14 a
(tijd) - De schrijver en essayist Eric De Kuyper bewerkte onlangs werk van Marcel Proust voor film en theater. Zijn eigen oeuvre is een beetje te vergelijken met dat van de grote Proust. De Kuyper schrijft heerlijk subjectief, vol nostalgie naar een verloren periode (die van de jeugd, van de Belle Epoque), en vertrekt steevast vanuit de eigen ervaring om meer algemene vaststellingen te doen. Bovendien vormen De Kuypers boekjes - hij heeft er nu al een 18-tal gepubliceerd - eigenlijk één groot 'à la recherche du temps perdu'.
'Villa Zeelucht' omvat eerder in kranten en tijdschriften gepubliceerde bijdragen waarin de Belgische kust centraal staat. En dan vooral Oostende, waar De Kuyper een deel van het jaar woont. Hij woont er in dát deel van het jaar waarop de gewone toerist níet naar Oostende komt. Aan dat toeristische 'seizoen' en Oostende 'buiten het seizoen' wijdt De Kuyper mooie bladzijden. Hij is, als steeds, de verwonderde buitenstaander die de menselijke geplogenheden met enige ironische afstand observeert. Hij bekijkt niet alleen Oostende maar ook aanpalende badsteden. Een groot oud hotel in Den Haan, met even oude stamgasten, valt bij hem in de smaak. Hij wijdt trouwens een heel hoofdstukje aan (buitenlandse) Grand Hôtels en Palace-hotels (en het verschil tussen beide).
In 'Villa Zeelucht' bewandelt De Kuyper paden die hij eerder al in autobiografische geschriften als 'Aan Zee' of 'Met zicht op zee' behandeld heeft. Maar zijn genuanceerde visie op de Belgische kust en het hedendaagse toerisme blijft boeien.
Dirk Martens
i /ul/31 j
Mooi geformuleerd, maar de zestiger Eric De Kuyper is dan ook een van onze grootste stilisten. Als ik hem vraag of het nu de goede weg opgaat met - heerlijk cliché - de Koningin der Badsteden, waar hij een flink deel van zijn leven slijt, zucht hij: ,,Ach, het is altijd twee stappen vooruit en twee stappen achteruit. Maar er zijn onherroepelijke fouten begaan.''
Zijn nieuwe boek Villa Zeelucht is een mijmering over het effect van het massatoerisme op onze badsteden, een bundel nostalgische beschouwingen van een ,,alleenzittende oudere heer'' die dol is op de anachronistische weelde van mondaine oorden en Grand Hôtels aan de Franse kust. Villa Zeelucht is het sluitstuk van een trilogie, na Aan zee (1988) en Met zicht op zee (1997).
Eric De Kuyper : ,,Ik had de indruk dat ik nog niet was uitgeschreven over Oostende, dat mijn grimmigheid over deze stad nog niet was uitgeput. Dit boek is een aaneenschakeling van artikels geworden, polemieken dikwijls, in verschillende richtingen en toonaarden, over het hedendaags toerisme.''
,,Ik ben zelf geen toerist, maar ik ben wel gefascineerd door het toerisme. Ik neem geen vakantie en wanneer het toch gebeurt, voel ik me ontredderd en letterlijk misplaatst. Ik begrijp de codes van mijn medeburgers niet in het nemen van vrije dagen en het reizen. Het is toch zo bizar, hoe je een toeristische stad heel anders beleeft met kinderen dan als koppel, of alleen. Het is telkens een andere wereld, een andere kijk op de dingen. Telkens wanneer je je in een van die situaties bevindt, zijn de andere je vijanden. Al naar gelang van de categorie waartoe je behoort, of je met kinderen bent of alleen, word je al dan niet goed behandeld in restaurants en hotels. Het is allemaal banaal, maar het heeft sociologisch veel consequenties.''
Villa Zeelucht is een weemoedig en soms boos boek, geschreven door een lastige oudere heer met nukken en ouderwetse grillen. Heerlijk om te lezen op een terras, bij een koele muscadet of een espresso met chocolaatje. In Petit Nice, Berck-sur-Mer, Biarritz Enfin, u begrijpt me wel.
Barber van de Pol
De gedachten en beschrijvingen in Villa Zeelucht draaien weer om Oostende, De Kuypers perspectief in de wereld, zijn Madeleine. Je hebt de indruk een deel in een reeks te lezen. Heeft iedere schrijver maar één thema, zoals Hermans zei? Dat is dan bij De Kuyper de mens en zijn plaats. In deze in vieren onderverdeelde bundel is aan het 'huiselijke nomadendom' veel polemiek toegevoegd. De schrijver is vaak esthetisch gebelgd en ontvouwt daaromtrent redenaties, maar eerlijk gezegd leest men hem vooral zo graag om zijn lucide verrukking, over toen, over nu, in eindeloze aandacht ervaren. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.