De deur
Magda Szabó
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Houtekiet, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SZAB |
31/12/2004
Magda Szabó (geb. 1917) is de meest gelauwerde Hongaarse schrijfster van na de oorlog: ze kreeg zowat alle belangrijke literaire prijzen van haar land en menig eredoctoraat (zelf is ze doctor in de klassieke filologie), werd vaak vertaald in vele talen, zelfs een keer in het Nederlands (De andere Esther in 1962), tot in 2002 een tweede vertaalde roman, De deur (oorspronkelijk uit 1987), allicht in de slipstream van Sándor Márai's Gloed geestdriftige recensies kreeg. Het laat geen twijfel dat het recent vertaalde De Katalinstraat, een boek uit 1969 (!), de zoveelste parel zal zijn uit die wonderlijke Fundgrube van kleinere Europese talen, in casu het Hongaars. Inhoudelijk en structureel is het een boek waaraan een korte samenvatting enkel onrecht kan doen. Het is het tragische verhaal van drie Hongaarse gezinnen die buren zijn in de Katalinstraat, een straat die tegen het eind van de roman, 35 jaar later, totaal veranderd is. Precies die drie huizen naast elkaar in die straat kleuren het verhaal. Slechts enkele plaatsen, enkele tijdstippen en een paar episoden bepalen een heel mensenleven, zegt het voorwoord. Aan het begin van de roman worden dan ook de 'plaatsen van handeling' uitvoerig beschreven, waarna in 'tijdstippen en episoden' zes cruciale episodes beschreven worden. De achtergrond van plaats en handeling is bewust vaag gehouden: de lezer voelt dat het verhaal in Boedapest speelt, de lezer voelt de bezetting, de opstand van 1956, maar alleen door subtiele indicaties; het 'eiland' (Engeland?) waarheen Blanka emigreert wordt nooit duidelijk, maar dat is voor het verhaal ook van geen belang. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de volwassen geworden kinderen, voor wie het verlies van het verleden en hun verloren jeugd de dramatische kern is. Meest van allen is Irén aan het woord: de oudste dochter van de familie Elekes, een ordelijk en precies meisje, oud voor haar jaren, die haar liefde voor Bálint Bíró ten onder ziet gaan en toch met hem zal huwen, al is hij nog maar de schaduw van zichzelf sinds zijn andere buurmeisje, de joodse Henriett Held, op 16-jarige leeftijd door een soldaat doodgeschoten werd. Iréns zus, Blanka, een chaotisch kind en niettemin het belangrijkste personage van het verhaal, is daar indirect verantwoordelijk voor; ze zal de zonden van de anderen op zich nemen en gedwongen emigreren. Allen blijven ze levenslang op zoek naar de Katalinstraat. De ragfijne psychologisering van de personages is indrukwekkend. Er is bijna geen directe rede gebruikt, alles wordt indirect verteld. De structurele opbouw van de roman is uitzonderlijk: de verschillende hoofdstukken van het boek zijn geschreven vanuit de optiek van telkens weer één van de kinderen, nu eens in de ikvorm, dan weer in de hijvorm. Een merkwaardige vondst van de auteur is dat ze ook de observaties van de dode Henriett gebruikt, die zich "in haar lichaam" manifesteert en telkens getuige is van weer een gebeuren in de Katalinstraat, waarnaar ze als gedreven iedere keer weerkeert. Juist dat maakt het boek zo rijk en maakt de eerste lectuur zo ontsporend: de schrijfster stelt haar personages niet voor, begint in medias res, waardoor men zich bij een eerste lectuur niet realiseert dat het in enkele hoofdstukken om het getuigenis van een 'levende' dode gaat. Maar hoe verrijkend is een obligate tweede lectuur! Een onvergetelijk boek. [Jos Van Damme]
Eszter Zinkstok
Het verhaal van drie nauw met elkaar verbonden gezinnen die tot de Tweede Wereldoorlog naast elkaar in dezelfde straat, de Katalinstraat, woonden. In het verhaal staan de onderlinge relaties tussen de familieleden en hun buren en de drama's die zich in hun levens voordoen centraal. De Katalinstraat geldt als het symbool voor het verleden dat nooit meer terugkomt, maar dat iedereen de rest van zijn leven met zich meedraagt. De roman beslaat een tijdspanne van 34 jaar, de periode tussen 1934 en 1968, en speelt zich af tegen een achtergrond van oorlog, onzekerheid en het communisme. Het verhaal wordt afwisselend verteld vanuit het perspectief van de dode Henriett, die vermoord werd op haar zestiende in 1944, en de volwassen Irén die terugblikt op haar jeugd, de relatie met haar grote liefde Bálint en de rol die haar zusje Blanka en haar rivale Henriett hierin speelden. Zijdelings passeren de gebeurtenissen van een roerige tijd de revue. Magda Szabó is een van de weinige vrouwelijke schrijfsters in Hongarije die grote populariteit genieten. Ze behandelt vooral persoonlijke thema's zoals menselijke relaties en familiegeschiedenissen. Eerder verschenen van haar in Nederlandse vertaling 'De andere Esther' en 'De deur'. Paperback; vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.