Identiteit : waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek
Francis Fukuyama
Francis Fukuyama (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Contact, 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 573.9 FUKU |
31/12/2002
We staan vandaag oog in oog met haast onvoorstelbare ontwikkelingen in de biotechnologische wetenschappen. Een materie met verregaande consequenties voor onze visies op mens en samenleving. Het sleutelen aan onze menselijke eigenschappen stelt ons oog in oog met onze verantwoordelijkheid. Wat zal er op termijn van de mens nog overblijven? De Amerikaanse filosoof Francis Fukuyama, wereldberoemd met zijn boek Het einde van de geschiedenis en de laatste mens, analyseert en bekritiseert nu in De nieuwe mens de maatschappelijke kansen en risico's van de biotechnologie. In het eerste deel van zijn werk brengt hij de belangrijkste trends: de erfelijkheid van onze intelligentie, gedragsbeheersing door de neurofarmacologie (zoals prozac en ritalin), de mogelijkheden tot verlenging van het leven en ten slotte de gentechnologie met de perspectieven naar tekentafelbaby's (eugenetica) en het klonen. In deel twee stelt Fukuyama de vraag naar de zin van het mens zijn. Tot aan de Moderne Tijden steunde de filosofie hiervoor sterk op de idee van de menselijke natuur, een geheel van unieke menselijke kenmerken waarover ieder mens beschikt en waaraan niet geraakt mag worden. Met Locke, Rousseau en in het bijzonder met Kant is in de filosofie de idee van de vervolmaakbaarheid van de menselijke natuur binnengekomen. Het goede is van dan af niet meer te lezen in de natuurlijke basis van de mens, het goede is een kwestie van de menselijke rede en de wil die de natuur overwint. Mensenrechten baseren zich in die visie niet op de natuurlijk basis, maar op wat mensen in onderling overleg als goed aannemen voor de verdere ontwikkeling van de samenleving, zoals vandaag bij John Rawls. Fukuyama wil echter terug naar een inhoudelijk begrip van de menselijke natuur als basis van mensenrechten. Uiteindelijk gaat het volgens hem om de menselijke waardigheid. In dat kader spreekt hij over de factor X, een moeilijk te omschrijven wezenlijke kwaliteit die een bepaald minimum aan respect verdient. Op basis van die factor X beschikken alle mensen over de genetische mogelijkheid om een compleet mens te worden, wat hen onderscheidt van alle andere schepselen. Het is deze waardigheid van de mens die beschermd moet worden tegen de dreigende excessen van de biotechnologie. Daarom is er volgens Fukuyama dringend een politieke controle nodig over de huidige ontwikkelingen in die materie. De idee dat het onmogelijk is om de vooruitgang van de techniek tegen te houden of te reguleren, is volgens hem zonder meer onjuist. We moeten als mensheid afspraken maken over het trekken van een reeks rode lijnen tussen legale en verboden activiteiten. Wat volgens Fukuyama absoluut verboden moet worden, is het reproductief klonen (klonen om een kind ter wereld te brengen). Ook wordt het hoog tijd een onderscheid te maken tussen therapie en verbetering. Verbetering dreigt op termijn onvermijdelijk naar het spook van de eugenetica te leiden.
Fukuyama brengt met dit boek een boeiende bijdrage aan het hedendaagse debat over gentechnologie en klonen, een overzicht ook van voor- en tegenstanders. Zijn eigen standpunt ligt in het conservatieve vlak dat -- al gaat het op bepaalde domeinen ver mee -- geen opening laat voor de ultieme consequenties van het biotechnologische project. Hij gaat voorbij aan het feit dat rode lijnen trekken zonder de mogelijkheid ze op termijn in vraag te stellen nefast is en een open dialoog met de toekomst moeilijk maakt. Dat is toch wel een serieus manco in dit interessante boek. Zoals steeds geeft Fukuyama een goed notenapparaat, een zeer ruime bibliografie en uitgebreid register dat naslag in het boek makkelijk maakt. [Willy Deckers]
Ir. A.P.W.M. van der Putten
Cultuurfilosoof Fukuyama onderzoekt politieke, sociale en culturele ontwikkelingen van een biotechnologische revolutie die heel concrete voordelen paart aan nogal onopvallende maar ernstige bedreigingen. Deze ontwikkelingen beloven via biotechnologisch ingrijpen in planten, dieren en mensen een betere wereld: doelgerichte bestrijding van hun kwalen met genetisch toegespitste medicijnen; ingrijpen in de genetische basis van intelligentie, criminaliteit en seksualiteit; superieur nageslacht; gedragsbeheersing met behulp van neurofarmacologie verlenging van de levensduur. Bezwaren zijn dat deze ontwikkelingen ingaan tegen diepgekoesterde opvattingen over menselijke gelijkheid en -waardigheid, terwijl de samenleving technieken in handen krijgt om het gedrag van hun burgers te beheersen. Met ruime aandacht voor een filosofische onderbouwing is Fukuyama's waarschuwende belangstelling met scherpe stellingname vooral gericht op politieke consequenties en beleid voor de toekomst. Bevat: lijst van noten; bibliografie; register van onderwerpen. Vereist belangstelling en inzicht op complex en abstract niveau.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.