De goddelijke komedie
Dante Alighieri
Frans Van Dooren (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 1999 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ITAL 852 DOOR |
31/12/2000
Frans van Dooren -- bekend om zijn vertalingen van Dante, Petrarca, Macchiavelli, Michelangelo en Leopardi -- publiceerde een geschiedenis van de klassieke Italiaanse literatuur. Voor Van Dooren strekt deze periode zich uit van 1200 tot 1700. In kunst- en literatuurgeschiedenissen wordt de artistieke productie uit de Middeleeuwen gewoonlijk niet als 'klassiek' beschouwd, maar in het geval van de Italiaanse literatuur kun je er niet omheen om ook de drie groten uit het Duecento (13de eeuw), nl. Dante, Petrarca en Boccaccio, tot de klassieke literatuur te rekenen. Meer nog, Van Dooren laat de geschiedenis van de Italiaanse literatuur beginnen bij Franciscus van Assisi, de auteur van de eerste echte Italiaanse poëtische tekst, het Zonnelied. Dat de Italiaanse literatuur in vergelijking met de andere Romaanse talen, relatief laat op gang kwam, heeft alles te maken met de dominante positie van het Latijn, dat lange tijd de taal van de intellectuelen bleef. Heel wat auteurs publiceerden trouwens niet alleen in het Italiaans maar ook in het Latijn. Dante schreef zowel de Divina commedia als het Convivum. De humanisten schreven zelfs in de eerste plaats in het Latijn.
Hoe vat je een literatuurgeschiedenis op? Je kunt je beperken tot een opsomming van feiten, data, werken. Van Dooren heeft een ruimere visie: literatuurgeschiedenis is ook altijd cultuurgeschiedenis. Als hij de figuur van Dante bespreekt, behandelt hij niet alleen diens leven, maar gaat hij ook dieper in op zijn liefde voor Beatrice (het centrale thema in zijn werk) en op zijn politiek engagement. Bij de samenvatting van de Divina commedia bespreekt Van Dooren de denkbeeldige reis die Dante aflegt doorheen de drie rijken in het hiernamaals, de Hel, de Louteringsberg (vroeger het Vagevuur) en het Paradijs, zonder daarom in storende details te vervallen. Hij gaat daarentegen grondiger in op de fundamentele kenmerken van het werk: de mathematische structuur (Dante als architect) en de getallensymboliek; Dante's reis als een reis op weg naar God; het symbolisch denken, zo typisch voor de Middeleeuwen; de invloed van de aristotelische, maar ook van de neoplatonische filosofie, die vaak over het hoofd wordt gezien. Van Dooren stelt de Divina commedia voor als een summa, als een encyclopedie van het middeleeuwse denken, die tegelijkertijd ook vooruitblikt naar de Renaissance.
Het grote voorbeeld van Van Dooren is het werk van Francesco de Sanctis, Storia della lettereature italiana, gepubliceerd in 1870 -'71, 19de-eeuws dus, maar nog altijd een standaardwerk waarin de oude Italiaanse literatuur op een enthousiaste wijze beschreven wordt. Hetzelfde enthousiasme vinden we terug bij Van Dooren, die ook zelf hier en daar op de literaire toer gaat. (Van de Vita nuova zegt hij: "Het verhaal is als een schilderij waarop nevelige pasteltinten in een teer sfumato in elkaar vloeien.") Het moeilijke woord wordt hierbij niet geschuwd: "De Divina commedia als een mer à boire voor beoefenaars van de uitlegkunde."
De drie maggiori uit het Duecento (Dante, Petrarca en Boccaccio) krijgen een uitvoerige behandeling, bijna een vierde van het boek. In de Renaissance kunnen Macchiavelli, Ariosto en Tasso op een gelijkwaardige behandeling rekenen. Zij zijn wellicht even belangrijk als de drie middeleeuwse reuzen, maar bij het Vlaamse intellectuele publiek ten onrechte minder bekend.
Het werk is opgesmukt met enkele zwartwitafbeeldingen. Ieder hoofdstuk begint met een vertaald fragment uit een van de behandelde auteurs. Afsluitend vind je een bibliografie van de Nederlandse vertalingen van Italiaanse literatuur in boekvorm. Er is ook een titelregister, in het Italiaans, voor wie een bespreking van één bepaald werk wil opzoeken. Ten slotte is er een register van persoonsnamen. Een boeiend werk, neerslag van decennia vertaalwerk en studie van de Italiaanse literatuur. [Bernard Huyvaert]
Dr. M.C.A. v.d. Heijden
Frans van Dooren is bekend als deskundig en betrouwbaar vertaler van Dante, Petrarca en vele andere Italiaanse schrijvers. Zijn grote kennis heeft nu geleid tot dit kloeke boek, dat de Italiaanse literatuurgeschiedenis behandelt tot 1700. Het zwaartepunt ligt op de eerste drie eeuwen (1200-1500). De behandelde schrijvers worden duidelijk in een literair-historisch en historisch kader geplaatst. De opbouw is zoveel mogelijk strikt chronologisch. De behandeling getuigt van persoonlijk engagement voor de stof, maar is vrij van onnodig vakjargon en vaktechnische ontledingen. Van Dooren schetst een degelijk beeld van de behandelde schrijvers en werken en onthoudt zich van eigenzinnigheden of stokpaardjes. Het boek kan ook de niet-vakmatig geïnteresseerde boeien. Het laat zich lezen als verhaal, maar ook gebruiken als handboek of als naslagwerk. In een Appendix verantwoordt de auteur zijn werkwijze. Opgenomen zijn ook uitvoerige lijsten van detailstudies en van Nederlandse vertalingen, en registers van titels en personen. Met zw.w. illustraties.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.