Ulysses
James Joyce
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11784 |
Dirk Leyman
ob/kt/05 o
Huiskamergeleerde, allesweter, pasticheur, klassiek vertaler en meester-bloemlezer. Het is slechts een greep uit de bundel etiketten waar de intussen 73-jarige Paul Claes zich mee mag tooien. Al zullen sommigen er ook enigszins kwaadaardig 'wijsneus' aan toevoegen.
Claes gaat er prat op ons universum met cerebrale blik te bekijken én hem vervolgens in erudiete woorden te vatten: 'De wereld interesseert me wel, maar eerder als een object van kennis (gedistantieerd dus) dan als een object van liefde (investering, fixatie, binding). En misschien is het beter zo. Je moet alles toch loslaten, ten langen leste', schreef hij ooit in Het hart van de schorpioen (2002). Toch cultiveert Claes ook de speelsheid, met literaire puzzels à volonté.
Met liefst honderd boeken op zijn naam, waaronder ook poëzie en romans, zou je vermoeden dat Claes stilaan op zijn lauweren gaat rusten. Maar de schrijver ontwaart nog een paar lacunes in zijn oeuvre. In zijn nieuwe roman De haas en de regenboog grijpt hij terug naar de dichters Arthur Rimbaud en Paul Verlaine en hun geruchtmakende romance. Meteen Claes' momentum om de tweede helft van de 19de eeuw als decor én stilistische inspiratiebron aan te wenden.
Claes maakt er namelijk een erezaak van om zijn romans steeds in een ander tijdperk te situeren. Zo speelde De leeuwerik (2010) zich af in de tijd van de troubadours en ging hij spieden in de verlichte, 18de eeuw (De kameleon, 1998) of in het fin-de-siècle (Sfinx, 2004). Er waren ook excursies naar de 1ste eeuw van Jezus van Nazareth (De zoon van de panter, 1996) of naar de Romeinse 2de eeuw met Hadrianus en Antinoüs (Psyche, 2006). Zijn vorige roman Plastic Love zat ons dichter op de hielen: de jaren 60 en 70, tegen de achtergrond van een losser wordende moraal. Uiteraard was deze spitse roman ook een kroniek van seksuele bewustwording.
Vernuftig spiegelpaleis
Claes kent Rimbaud op z'n duimpje. Hij vertaalde zo goed als het volledige oeuvre van l'homme aux semelles de vent, de man met wind aan zijn zolen, zoals Verlaine hem ooit typeerde. Niet verbazingwekkend dat hij nu een soort aubade brengt aan een van zijn geliefde dichters.
Claes spitst zich toe op het jaar 1872 en later, wanneer Rimbaud en Verlaine het hazenpad kiezen naar Londen, na het neerslaan van de Commune in Parijs (waar Rimbaud tot zijn grote spijt niet bij was). Hun homoseksuele affaire is dan al veelbesproken en veroorzaakt immense spanningen bij Verlaines echtgenote Mathilde, terwijl de tomeloze Rimbaud er een handje van weg heeft om van huis weg te lopen, tot grote droefenis van zijn bar strenge moeder.
Maar ook tussen Verlaine en Rimbaud is het voortdurend bonje. Rimbaud, de arrogante driftkikker, is een stokebrand. De hoeveelheden absint en de opiumschuiverij dragen bij tot de veelvuldige ruzies tussen het duo, dat elkaar niettemin aanvuurt tot poëtische hoogtepunten.
We weten hoe het afloopt: met de fameuze schietpartij in Brussel én Rimbaud die zijn befaamde Une saison en enfer schrijft, waarna hij nooit meer zal dichten.
Al deze feiten worden door Claes trouw en netjes in een hoogst eloquent jasje gewikkeld, aangevuld met de omzwervingen van Paul (de haas) en Arthur (de regenboog) door Londen - van de havenbuurten naar Crystal Palace en de British Library of tussen de ex-communards.
Door de korte hoofdstukken, die telkens een aspect van Rimbauds oeuvre en leven belichten, houdt de roman een behoorlijke vaart. Het boek bevat bovendien virtuoze passages, zoals bij de openingsscènes waarin Arthur in een louche kwartier wordt meegetroond door een Maleier en bij een Chinese gastvrouw voor het eerst opium schuift.
Claes beschrijft de trip bijzonder intens én kleurrijk, aangelengd met de overdadige zwierigheid van een 19de-eeuwse roman. Londen rijst uit de smog als 'de metropool van alle rijkdom, de necropool van alle armoede'. Op elke pagina is de dadendrang van Rimbaud tastbaar: 'Zijn programma stond vast: zich verblinden om te zien, zich vergiftigen om gezond te worden, ziek worden om te genezen, wartaal uitslaan om de waarheid te spreken, zich verdoemen om gered te worden'.
Kriskras door het boek verstopt Claes de frasen die Rimbaud beroemd maakten. Zoals 'Il faut être absolument moderne' (uit Une saison en enfer). En Verlaine laat hij zeggen: 'Dichters zijn drinkers'. Wat hier ten overvloede bewezen wordt.
Opnieuw is deze nieuwe Claes een vernuftig spiegelpaleis waarin je door talloze referenties en intertekstualiteit in het ootje wordt genomen. Rimbaud-liefhebbers hebben er vast een vette kluif aan, want Verlaine krijgt in het geheel uiteindelijk maar een bijrol.
Toch ontspoort De haas en de regenboog soms in een biografisch essay of een staaltje hogere poëziehermeneutiek. Boeiend allemaal, maar minder op zijn plaats in een roman die daardoor af en toe vleugellam ligt en ja, zelfs even steriel dreigt te worden.
De Bezige Bij, 192 p., 19,99 euro.
Marijke Arijs
ob/kt/28 o
Op 10 juli 1873 kwam er in Brussel een einde aan de stormachtigste affaire uit de Franse literatuurgeschiedenis. Paul Verlaine had die ochtend in de Sint-Hubertusgalerij een pistool aangeschaft, was zich vervolgens moed gaan indrinken en later op de dag teruggewankeld naar hotel A la Ville de Courtrai in de Brouwersstraat, waar hij twee schoten afvuurde op Arthur Rimbaud. De schutter werd veroordeeld tot twee jaar cel. Het slachtoffer kwam er met een oppervlakkige wonde aan de pols vanaf.
Je wilt ze niet de kost geven, de auteurs die zich in deze turbulente relatie hebben verdiept. Nog niet zo lang geleden focuste Jean-Baptiste Baronian in de roman L'enfer d'une saison op die fatale julidagen. De biograaf van Rimbaud, Verlaine én Baudelaire was natuurlijk uitstekend geplaatst om deze affaire te beschrijven, maar Rimbaud-vertaler Paul Claes hoeft zeker niet voor zijn Franstalige landgenoot onder te doen. Als romancier kenmerkt hij zich door een haast kameleontische aanpak. De schrijver leeft zich steevast grondig in zijn onderwerp in. Zijn ik wordt een ander, zoals het een schrijver betaamt, al zet zijn scrupuleuze aanpak soms een rem op zijn verbeelding.
De haas en de regenboog vertelt het verhaal van een hellevaart. Paul Verlaine had zijn echtgenote Mathilde en zijn zoontje in Parijs achtergelaten om samen met zijn tien jaar jongere minnaar een radicale 'ontregeling van alle zintuigen' te gaan beleven in Londen. In die dagen was de Britse hoofdstad het toevluchtsoord van rooie rakkers, revolutionairen en ballingen van de Parijse Commune. De twee dichters frequenteerden de leden van de Franse kolonie, schoven opium, bezatten zich aan clandestiene absint en vlogen elkaar voortdurend in de haren. Het eeuwige geldgebrek, de kuren van Arthur en de jeremiades van Paul deden hun destructieve, sadomasochistisch getinte verhouding geen goed. Hun relatie liep uiteindelijk stuk op een haring. Toen Verlaine op 3 juli 1873 thuiskwam van de markt met een miezerig visje en Rimbaud daar een schampere opmerking over maakte, waren de rapen gaar. De nukken en grillen van zijn kwelduivel spuugzat, pakte Paul zijn koffers en nam de eerste mailboot naar Antwerpen. In de daaropvolgende vierentwintig uur schreef zijn jonge vriend hem een warrige smeekbrief en een minstens zo warrige dreigbrief. Daarna kreeg hij de onzalige ingeving om zijn broeder in het kwaad achterna te reizen naar Brussel, met de bekende gevolgen van dien.
Regenboog
De haas uit de titel is ontleend aan de Illuminations, waarin het beest 'een gebed tot de regenboog' richt. De naam Rimbaud klinkt in het Engels als Rainbow en bovendien komen zowat alle kleuren van de regenboog aan bod in de roman, die niet toevallig opent met het woord 'zwart'. Dat heeft alles te maken met 'Voyelles', het overbekende gedicht waarin de dichter iedere klinker met een kleur associeert: 'A zwart, E wit, I rood, U groen, O blauw'. Het idee daarvoor zou hij hebben opgedaan in een Londense opiumkit, waar geuren en geruchten zich plots vermengden 'tot één kleurenwaaier'. Een flagrant geval van synesthesie, waarbij verbanden worden gelegd tussen verschillende zintuiglijke sferen. Het verschijnsel wordt in geuren en kleuren uitgelegd in het boek, dat krioelt van de synesthetische ervaringen: 'Hij voelde en hoorde de kleuren in de kamer; hij rook en smaakte de geruchten van de straat'. De keren waarop de 'bateau ivre' van het gelijknamige gedicht door de roman zwalpt, zijn al evenmin te tellen. Het verhaal eindigt na de publicatie van Het seizoen in de hel, wanneer de dronken boot definitief in een zuipschuit is veranderd en is gestrand in de Franse Ardennen. In 1875 hield Rimbaud de poëzie voor bekeken, vertrok naar Abessinië en schoolde zich om tot koopman, terwijl Verlaine eindigde als clochard. Van zijn zestiende tot zijn twintigste schreef deze briljante adolescent zijn hele oeuvre bij elkaar en legde hij de basis voor de onsterfelijke mythe rond zijn persoon.
Claes staart zich gelukkig niet blind op die mythe, maar besteedt minstens evenveel aandacht aan de poëtica van dit balorige jongmens. De belevenissen van de twee kompanen vormen vooral aanleiding voor overpeinzingen over het literaire program van dit geniale enfant terrible, over zijn 'Wij moeten absoluut modern worden', zijn 'ik is een ander', zijn 'ontregeling van alle zintuigen' en zijn fameuze theorie van het visionaire dichterschap. Paul Claes is synoniem met eruditie en de auteur is niet te beroerd om zijn kennis met zijn lezers te delen. Een roman van deze schrijver is per definitie een leerzame roman, en dat is bij deze jongste niet anders.
De Bezige Bij, 192 blz., 19,99 €.
Marc De Pril
De stormachtige romance tussen Arthur Rimbaud en Paul Verlaine heeft Paul Claes (1943), schrijver en dichter, geïnspireerd tot het schrijven van deze historische roman. De auteur beschrijft het verblijf van Rimbaud en Verlaine in Londen in 1872, waar beide dichters heen waren gevlucht na het neerslaan van de Parijse Commune. Daar toetsen ze hun liefde voor elkaar en stellen die op de proef. Verlaine, een notoire dronkaard, wordt danig uitgedaagd door de veel jongere, provocerende Rimbaud, zodat hun liefdesleven vooral bestaat uit ups en downs. Verlaine krijgt het moeilijk te kiezen tussen zijn echtgenote Mathilde en Rimbaud. Na de zoveelste belachelijke ruzie vertrekt Verlaine naar Brussel. Rimbaud reist hem achterna. Op 10 juli 1873 wordt Rimbaud door Verlaine met een revolverschot gekwetst en Verlaine belandt in de gevangenis. De auteur beschrijft die ganse periode op een bijzonder poëtische en plastische wijze en neemt de tijd om te filosoferen over het nut van poëzie en literatuur. Naast historische roman mag dit boek gerust ook de titel van literair essay dragen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.