Wat je van bloed weet
Philip Huff
Philip Huff (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12563 |
Dirk Leyman
em/ov/25 n
Dat de nieuwe Nederlandse literatuur er in de breedte redelijk goed voorstaat, bewezen ook de drie romans van Philip Huff (°1984). Zijn debuut Dagen van gras (2009), Niemand in de stad (2012) en Het boek van de doden (2014) sloegen aan. Huffs vrij uitgepuurde stijl met die typische korte zinnetjes toonde zich effectief in het oproepen van een licht nihilistisch wereldbeeld, waarin de ongemakken van de liefde de hoofdpersonages in crisissen doen tuimelen en van het ene bed in het andere doen sukkelen.
Symbiose
In de essaybundel Het verdriet van anderen gooit Huff het over een andere boeg, al suggereert ook die titel niet meteen vrolijkheid. Het uitgangspunt is erg persoonlijk. Huff kampt sinds zijn vroege jeugd met een aangeboren hartziekte, die hem in de herfst van 2012 noopte tot langdurig ziekenhuisverblijf in Groningen en een paar prangende operaties, met een aantal complicaties tot gevolg. Huff trok na zijn revalidatie op reis door Australië en Nieuw-Zeeland en besloot werk te maken van het herlezen van een aantal romans die zijn wereldbeeld vormden.
'Er ontstond voor mij in Groningen een relatie tussen mijn ervaringen in het ziekenhuis en de meest indrukwekkende literatuur die ik had gelezen', schrijft hij. Omdat het besef rijpte dat het zo voorbij kon zijn, vond Huff het 'het moment voor rustige reflectie' over zijn geliefkoosde lectuur. En hij ontdekte: 'Literatuur helpt je het leven vol te houden.'
Iets wat overigens wetenschappelijk is aangetoond. Onderzoekers Raymond Mar en Keith Oatley argumenteren dat volwassenen die vaak fictie lezen andere mensen beter begrijpen, kortom, empathischer zijn. Lezen is dus niet zomaar een ontsnapping uit het leven, maar juist een manier om er dieper in te duiken. Huff haalt daarbij Julian Barnes aan: 'Lezen en leven zijn symbiotisch.' Lezen kan een geïsoleerde bezigheid lijken, 'maar de effecten zijn bij uitstek socialer dan die van menig zogenaamd social medium'.
Huffs pleidooi voor het belang van lezen leidt tot een verzameling ingetogen maar vaak enthousiasmerende essays over zijn favoriete boeken. Hij zoomt in op 'het proces van schrijven-als-kijken' en vraagt zich af hoe literatuur precies je wereldbeeld vormt. Zo komen onder meer Ernest Hemingway, Virginia Woolf, Jennifer Egan, Jon Krakauer, Sylvia Plath of George Orwell aan bod. Maar ook Gerbrand Bakkers Boven is het stil en Maartje Wortels IJstijd passeren de revue.
Huff legt steeds weer linkjes met zijn verblijf in het ziekenhuis en het gevoel van 'pijn als een dichte bunker'. Toch is dit geen teneerdrukkend boek. Neen, het is vooral een hartstochtelijk pleidooi voor lezen, waarbij Huff nogal diverse argumenten inzet. Want 'een roman is dicht bij de pijn van een vreemde komen, het verdriet van anderen voelen'.
Huff strooit de aanzetjes tot meningen in het rond, maar maakt ze niet altijd af. Hij reflecteert over seks in de hedendaagse Nederlandse roman of hij wijst op de Instagram- en Facebook-fictie die we zelf construeren en denken te beleven: 'De achterkant van de Instagram-foto's is een wereld van wazige, stille wanhoop.'
Wollig
Huff verzeilt soms in behoorlijk wollige formuleringen en stampt tegelijk open deuren in: 'Als de schrijver één taak heeft, dan is het om de werkelijkheid te herordenen tot een nieuwe werkelijkheid, op basis van zijn waarheden.' Om dat iets later als volgt bij te slijpen: 'Een schrijver dient op papier de wereld naar zijn idee te herscheppen om iets van waarde te creëren.' En dan weer in nog dieper drijfzand te belanden: 'Nee, je bent schrijver omdat je niet weet wat je wil zeggen, maar omdat je voelt dat je iets wil zeggen waarover je hebt nagedacht.'
Erg fraai verwoord is dat. Daardoor maakt Het verdriet van anderen soms een rondtastende indruk, alsof Huff zijn ideeën nog aan het aftoetsen is.
DIRK LEYMAN ■
Gerard Oevering
Tijdens de ziekteperiode vanwege een 'weeffout' in zijn DNA (hartkwaal) reflecteert de schrijver (1984) op ziek-zijn, de literatuur die grote indruk op hem maakte en het voorbijgaan van zijn jeugd. Het besef dat het leven zomaar voorbij kan zijn, doet hem naar verhalen uit de wereldliteratuur grijpen. Literatuur geeft zin aan het leven dat hij als zinloos ziet. Het wereldbeeld dat in de literatuur verbeeld wordt, raakt hem. Gedachten in deze bundel zijn: literatuur draagt bij aan het begrijpen van het leven, literatuur is zonder liefde ondenkbaar. 'Lezen en leven zijn symbiotisch' (17). De schrijver geeft zich rekenschap van de auteurs die hem anders naar de wereld deden kijken, zoals McCandless, McGahern, Hemingway, Coetzee, Capote, Gerbrand Bakker en Maartje Wortel. In hun werk ontdekt hij een antwoord op zijn zingevingsvragen. Daarnaast geeft hij impressies van het schrijverschap. In rust en reflectie ziet hij een antwoord op de digitale wereld, die zo versnipperd tot ons komt. 'Dieplezen' als antwoord. Dit mooie boek is een mozaïek van biografie, reisverslag, literatuur en essay.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.