Nachtouders
Saskia De Coster
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Prometheus, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DECO |
Aanwezig |
Prometheus, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DECO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2015 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DECO |
Marnix Verplancke
te/ep/23 s
Er zit een gelukkige, glunderende vrouw voor me. "Soms heb je het gevoel dat je de juiste snaar te pakken hebt - of net niet natuurlijk", zegt ze. "Toen Wij en ik verscheen, had ik er wel een paar zaken op aan te merken. Over Wat alleen wij horen ben ik veel tevredener. Dit zit goed, ik voel het."
En inderdaad, dit zit goed, al heeft Saskia De Coster (°1976) het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. In haar nieuwe boek volgen we de bewoners van het Atlasgebouw, een vooroorlogs woonblok dat volgens de firma die er eigenaar van is zijn tijd heeft gehad en dus plaats moet maken voor nieuwbouw.
In hoofdstukken die aftellen van zeven maanden voor de afbraak tot het moment dat de springstof tot ontploffing wordt gebracht en het gebouw instort, focust De Coster op vijf personages: Anton, de eenzame, een beetje autistische conciërge en bewaker in een warenhuis; Erin, zijn zus, die aan haar tweede roman werkt en verliefd wordt op buurvrouw Lou; Melanie, die bij de openbare omroep research doet voor een praatprogramma maar wegens een mogelijke burn-out aan de kant wordt geschoven; Claus, haar zoontje, dat de veranderende wereld met reuzenogen gadeslaat; en zijn opa George, die in feite zijn opa niet is maar de dementerende buurman, die hem iedere dag van school afhaalt en die nog een keer zijn oude geliefde wil ontmoeten.
En dan zijn er nog de anderen, bewoners die even in beeld verschijnen en kleine verhaaltjes opleveren. Zoals twee meisjes die iedere dag een beetje meer afscheid nemen van elkaar, of een man die op een datingsite begint te schelden tegen een vrouw en ontdekt dat ze buren zijn.
"Ik wist dat dit boek heel snel kon ontsporen", vertelt De Coster. "Het kwam erop aan niet verloren te lopen in de veelheid van stemmen. Ik heb de neiging om mijn taal alle kanten op te laten schieten, maar door die vele personages zou dat hier tot een onbegrijpelijke brij geleid hebben. Om alles overzichtelijk te houden maakte ik uiteindelijk een plan op de muur. 'Wat heb ik mezelf aangedaan?', dacht ik toen, maar het vergroot natuurlijk ook de voldoening als het boek eenmaal klaar is. Wij en ik schreef bij wijze van spreken zichzelf. Wat alleen wij horen was zwoegen en zweten."
Doordat het boek aftelt, gaat er ook een zekere fataliteit van uit. Dit loopt ten einde, weten zowel de personages als de lezer.
"Dat was een grote uitdaging. Het aftellen legt een dwingend verloop op, als een tikkende tijdbom. Het leven is één en al aftellen. Vanaf de dag van je geboorte tel je af naar je dood en veel anders dan verval staat je niet te wachten. Een gebouw vervalt en verdwijnt ooit, samen met alle verhalen die het heeft voortgebracht. Dat is een natuurlijke, organische cyclus.
"Iets tegen heug en meug in stand willen houden, is niet altijd positief. Dat wijst er alleen maar op dat je de realiteit niet aankunt. Want er komt ook iets nieuws voor in de plaats. Het leven is een cyclus en ieder einde kan een nieuw begin zijn. Ik vind dat mooi en hoopvol. Voor mij is er dan ook eerder sprake van verandering dan van verval.
"Ik geloof sterk in de individuele vrije keuze, maar dat betekent niet dat we ons leven altijd en overal in de hand hebben. Kijk naar Erin, die vastbesloten is haar tweede boek te schrijven maar haar plan onderuitgehaald ziet door de liefde."
'De tijd proberen tegenhouden is als een wesp proberen strelen,' schrijf je, 'je zult het je berouwen, hoe zachtaardig je die ook benadert.'
"Dat is iets autobiografisch. Ik heb een maand op een verlaten eiland voor de westkust van Canada gewoond om aan dit boek te werken. Mijn zoontje van anderhalf was aan het spelen toen hij een wesp zag zitten en ze wou strelen. Dat is natuurlijk niet goed afgelopen.
"Maar nee, je kunt de tijd niet tegenhouden, en alles wat je meemaakt, verandert je. Ik vraag me weleens af hoeveel mensen je tijdens je leven ontmoet. Dat moeten er best veel zijn, en allemaal dragen ze bij aan je vorming. De grote beweging nu lijkt me inwaarts te gaan. Onze geest lijkt steeds belangrijker te worden en we moeten daar volgens mij ook op inzetten. Ons leven wordt digitaler. We kijken vaker op een scherm dan vroeger. Dat zorgt voor verinnerlijking. Het grootste deel van ons leven speelt zich in ons hoofd af."
En dat terwijl we tussen steeds meer mensen wonen.
"Precies daardoor: je zoekt een plek waar je je eigen ding kunt doen. Als je beperkt bent qua ruimte ga je naar binnen. We zijn geestelijk tot veel meer in staat dan vroeger. Je moet de huidige tv-reeksen eens naast die van twee generaties geleden leggen. Vandaag gebeurt er veel meer in een aflevering. En er komen ook veel meer personages in voor. Veertig jaar geleden had men dat gewoonweg niet begrepen of had men dat psychotisch gevonden of zo.
"En kijk naar Facebook. Niemand heeft er een probleem mee om op zijn startpagina over te schakelen van het lot van de vluchtelingen naar de dood van Joost Zwagerman en een grappig filmpje over een kind dat ik weet niet wat doet."
Dat we alleen nog met onszelf bezig zijn op Facebook en daardoor geen tijd meer hebben voor werkelijk menselijk contact vind je
positief?
"Als dat zo negatief zou zijn, waarom doet iedereen er dan aan mee? Ik vind sociale media een vooruitgang. We hebben nu veel meer opties dan vroeger. De wereld is heel groot en divers geworden. Als ik een vriendschapsverzoek krijg van Eddy die op zijn foto met een Cara-pils in de hand en in een marcelleke in zijn zetel zit en die daar zelf hartjes rond heeft getekend, aanvaard ik dat graag."
Na het verschijnen van Wij en ik zei je dat die roman in feite langer had moeten worden. Het deel dat over het heden en de toekomst van dochter Sarah ging, had je geschrapt, omdat het niet bij de rest paste. Is Wat alleen wij horen uit dat deel gegroeid?
"Niet echt, al is er wel een band tussen de twee boeken. Wij en ik ging over mijn positie tegenover mijn afkomst, milieu en tijd. Datzelfde ik staat nu tegenover de gemeenschap waarin het gedropt wordt. Als je dicht op elkaar zit, zoals in een flatgebouw, moet je je wel tot de anderen verhouden. Het interessante daaraan vind ik hoe mensen in elkaars leven binnenkomen, of juist niet, hoe ze elkaar kruisen zonder meer. En dat geplaatst tegen een achtergrond die meer of minder banaal kan lijken: een gedwongen verhuizing."
Zo banaal is dat toch niet?
"Voilà, dat bedoel ik nu net. Voor de één is dat een ramp, maar voor de ander is het een uitdaging. Terwijl Melanie zich opeens kan ontpoppen als actievoerster, waardoor ze een doel krijgt in het leven, ziet George er bijna een weerspiegeling in van zijn eigen psychische verval.
"En ik zie hier een parallel tussen mens en gebouw. Achter ieder deurtje zit een ander individu, maar dat geldt ook voor een mens. Wij zijn samengesteld uit verschillende kleine stukjes, waarvan we het bestaan niet weten tot ze op bepaalde prangende momenten naar boven komen. Waar komen die stukjes vandaan, vraagt de schrijver zich dan af: is het nature of nurture?
"Ten dele is dat natuurlijk een onbeantwoordbare vraag, maar toch moeten we ze stellen, omdat die verschillende facetten binnenin onszelf ons in staat stellen te veranderen. Als we één groot monolithisch blok zouden zijn, zouden we altijd hetzelfde denken en doen. Ken je het Vier-programma Karen & De Coster? Daarin komt een rubriek voor waarin mensen geconfronteerd worden met hun eigen agressieve Twitter-berichten. Zo bellen ze bijvoorbeeld aan bij iemand die heeft getweet dat alle vluchtelingen op de boot moeten worden gezet terug naar Afrika - of erger - en confronteren ze hem met die uitspraak. Sommigen hebben het daar heel moeilijk mee. Die mensen worden voor hun eigen gespletenheid geplaatst.
"Om verandering toe te laten in een maatschappij heb je die veelheid van stemmen nodig. En dat mensen verplicht worden om te praten over hun standpunten is op zich al goed."
En misschien zorgt zo'n programma er ook wel voor dat mensen in het vervolg twee keer nadenken voor ze iets tweeten?
"Er zit inderdaad een didactisch kantje aan, maar het werkt. Ik ken ook van die klootzakjes die op alles wat je doet met smerigheid reageren, in de trant van: 'Gij vieze lesbische hoer.' Twitter vraagt er bijna om dat het op zo'n manier misbruikt wordt. Het is een soort roddel 2.0.
"Al heb ik op zich niets tegen roddelen. Het is een perfecte manier om een gemeenschap bij elkaar te houden, omdat het een vorm van verhalen vertellen is. Vandaar ook het succes van de sociale media, denk ik. Ook zij voldoen aan een primaire behoefte. We willen allemaal vertellen. Het is zoals dat meisje dat een brief achterlaat in haar kamer waarin ze schrijft: 'Dag papa, alles gaat goed met mij. Ik ben er met Ahmed vandoor. Hij is de grote liefde van mijn leven. Samen hebben we een wiet-business opgezet, al gebruiken we zelf liever cocaïne. Ik ben zo blij dat ik zwanger ben. Bid tot Allah dat alles goed komt.' Zo gaat het nog een tijdje door, tot ze eindigt met: 'Zie je wel dat het veel erger kan zijn dan een slecht rapport. Het ligt op mijn bureau.'
"Dat meisje maakt haar slecht rapport acceptabel door er een verhaal rond te bouwen. Onze nood om verhalen te vertellen wijst op een gemis. Het is een manier om een aantal gaten of blinde vlekken in onszelf te dichten. Als schrijver komt dat falen mij natuurlijk goed uit. Zolang dat er is, is mijn toekomst als verhalenverteller verzekerd."
Vandaar het motto van T.S. Eliot: 'Go, go, go, said the bird: human kind cannot bear very much reality'?
"Er zijn veel mensen die zich realistisch en nuchter noemen en daar ook trots op zijn. Voor mij zijn ze maar halve mensen. Er bestaat een hiërarchie in menselijkheid, en zij die zeggen dat ze niet pessimistisch zijn maar wel realistisch, zijn voor mij mensen die iets hebben losgelaten. Ze durven niet meer buiten het bestaande te treden, en dat is jammer.
"Maar ik kan het ook wel begrijpen. Als je heel lang in een bepaalde leefwereld zit waar je geen tegenstemmen hoort, krijg je een enge kijk op de zaak. En dan ga je je bijvoorbeeld afvragen waarom cultuur in feite nodig is en waarom we daar met zijn allen voor moeten betalen. Mensen hebben de neiging weg te lopen van de werkelijkheid. Dat kun je hen niet kwalijk nemen."
Claus is zes. Zelf heb je een zoontje van anderhalf. Maakt zo'n jongen een schrijfster milder?
"Eeuwige roem, mijn derde boek, vind ik zelf mijn meest optimistische en hoopvolle. Ik denk dat optimisme onze enige optie is. Als je ergens in gelooft, iets maakt of een kind op de wereld zet, kun je toch niet anders dan positief zijn? Ik vind het interessant om de menselijke geest uit te pluizen in al zijn tegenstellingen, en dus ook de donkerste hoekjes ervan te verkennen, maar negativiteit vind ik uiteindelijk een zwaktebod. Ik wil gewoon walgelijk optimistisch zijn."
Ook vandaag, met alle economische, milieu- en andere crisissen die ons overvallen? Het was in de jaren zeventig toch een stuk makkelijker om optimistisch te zijn?
"Misschien, maar vind je het niet opmerkelijk dat de generatie die het toen heel makkelijk had vandaag getekend wordt door gezanik en zuurpruimerij? Alle anderen zijn profiteurs, terwijl zij wellicht het meest van al geprofiteerd hebben.
"Vandaag zie ik een generatie aankomen die wel over mildheid beschikt en de noodzaak voelt om in een gemeenschap te leven en te kunnen geven. Verstedelijking is een feit. Over twintig jaar leeft 70 procent van de wereldbevolking in een stad. Steden zijn plaatsen waar heel veel mensen dicht op elkaar zitten. Wat is dan de optie? Dat we elkaar gaan uitmoorden? Ik dacht het niet. We zullen veel conflicten en confrontaties aangaan, maar uiteindelijk zal toch een bepaalde vorm van solidariteit moeten overwinnen.
"Ik weet het, sommigen zullen de geborgenheid van het dorp missen, maar de anonimiteit van een stad kan ook heel mooi zijn. Je loopt over straat. Iemand struikelt, lacht daar zelf om en glimlacht naar jou. Jij glimlacht terug en jullie vervolgen jullie weg. In een dorp zou je dan moeten zeggen: "Oei, Jefke, gaat het? Heb je weer last van je knie?'"
Van 22 september tot 29 oktober is Saskia De Coster gastcurator van Bang!, een festival van KultuurKaffee in Brussel. Het programma in Bozar heeft aandacht voor literatuur (in de breedste zin van het woord), maar ook voor andere kunstvormen. www.kultuurkaffee.be.
MARNIX VERPLANCKE ■
drs. Cor Gerritsma
De bewoners van een flat met veertig huurappartementen aan de rand van een grote stad krijgen op een dag te horen dat het gebouw binnen een halfjaar gesloopt zal worden. De verteller belicht uitvoerig welke effecten die beslissing heeft op het leven van de vijf belangrijkste personages: George (bereisd en licht dementerend), Melanie (gescheiden radiopresentatrice), Claus (fantasierijk zoontje van Melanie), Anton (vrijgezelle bewaker in een supermarkt en conciërge van het flatgebouw) en Erin (zus van Anton en succesvol schrijfster). Het wel en wee van de talrijke andere personages komt slechts summier aan bod. De ‘microwereld’ van de flatbewoners is een afspiegeling van de ‘grote’ wereld, waarin ook van alles niet deugt of misgaat en mensen ook vaak nogal gelaten reageren op veranderingen en ingrijpende gebeurtenissen. Het verhaal - waarin werkelijkheid en verbeelding, het komische en het serieuze elkaar afwisselen - heeft een originele en heldere structuur, is sterk scenisch van opbouw en geschreven in een virtuoze (maar niet geheel vlekkeloze) taal vol verrassende beelden. Een sprankelende roman over de manieren waarop mensen omgaan met veranderingen en over elkaar kruisende levens. Een boek dat veel lezers zal boeien!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.