Josja Pruis
Harm De Jonge
Harm De Jonge (Auteur), Martijn van der Linden (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Hoogland & Van Klaveren, 2014 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DEJO |
31/05/2014
Jonas zit voor het raam en kijkt naar buiten. Hij verveelt zich. Tot zijn vader hem opdraagt visjes te halen bij de viskraam van Kees Poon. Opeens weet Jonas hoe hij die saaie dag toch spannend kan maken. ‘"Wat niet gebeurt kun je wel bedenken," mompelt hij. "Dan bestaat het alleen in je hoofd, maar lijkt het toch net echt."’ Met dit adagium van de verbeelding begint een bizar verhaal. Jonas zet zijn zonnebril op en alles wordt anders: ‘De bliksem schopt dakpannen voor zich uit.’ Een oranje dameslaars belandt in de gracht en er zwemt zelfs een krokodil. Als Jonas dan eindelijk om boodschappen gaat, begin het avontuur pas echt. Hij wordt van de ene rare figuur naar de andere gestuurd, geeft een schrijver zijn verbeeldingskracht terug en krijgt uiteindelijk zelfs een eretitel van de koningin. En natuurlijk eindigt alles met een feest. Daarop presenteert drogist Hans Kruid een pil tegen de ‘hersenmist’ van de koning, waarop de lof gezongen wordt van de liefde die het leven spannender en fantasierijker maakt dan al de rest. Dit al te goedbedoelde slot is opdringerig en te weinig geïntegreerd in het verhaal. Ook elders verliest Harm de Jonge zich soms in nodeloos expliciete boodschappen, zoals de lof van de fantasie door de auteur Barrabas.
De sterkte van het verhaal steekt in de nonsensicale fantasie in de traditie van Alice in Wonderland en in de creatieve taal. Telkens als een ‘fantasiezakje’ in Jonas’ hoofd begint te kriebelen, verandert de wereld en tegelijk het vertelritme, alsof de fantasie ook echt met de lezer op de loop gaat. Tot de sterkste fragmenten behoort het bezoek aan de pianolerares die duidelijk maakt dat ook muziek de verbeelding kan prikkelen. Dit leidt tot nieuwe woorden en combinaties als ‘de toets voor de muizengaap’ of ‘de snurk van de piggelleeuw’. Ook elders in de tekst zorgen neologismen voor leesplezier. De koningin Arabella heeft altijd ‘muizenkriebel in haar tenen’ en bij de drogist kun je ‘nogablokjes met tijgermelk’ kopen. De koningin creëert overigens zelf voortdurend nieuwe samenstellingen als ‘kipvellig’ of ‘sipsneu’. Ook de beeldspraak is vaak origineel: ‘zijn snor hangt als een nat keukendoekje over zijn lip’ of ‘als hij naar haar kijkt, komt er een draaikolkje in zijn buik’.
Martijn van der Linden bracht de absurde fantasiewereld passend in beeld. Dat doet hij onder meer door surrealistische details in te lassen, zoals de bolhoed die aan Magritte doet denken of de winkels die lijken op wat er verkocht wordt: de kapperszaak heeft een dak van haar en het atelier van de schilder is een kleurrijk palet. Ook in de uitbeelding van de personages verwerkt hij ongerijmde elementen: zo heeft de visboer vinnen in plaats van schoenen.
Als je eenmaal meegezogen wordt door het verhaal, komt er af en toe een draaikolkje in je buik. Dat is wat de verbeelding doet, een verbeelding die in dit boek door zowel woorden als beelden geprikkeld wordt.
[Jan Van Coillie]
C. la Roi
Jonas verveelt zich. Maar met zijn zonnebril op ziet de wereld er ineens heel anders uit. De huizen lijken op de winkels die erin zitten, met ongewone winkeliers. ‘Fantasiezakjes’ maken zijn tocht naar Kees Poon de visboer heel speciaal. Het kleurrijke omslag roept vragen op. Wat hebben de krokodil, de gracht, twee wandelende schoorstenen, dakpannen met vleugels en pootjes, een bliksemflits, een oranje laars, een stukje van een been en een wit konijn te maken met de jongen achter het raam? Tekst en uitgebreide illustraties, waarvan sommige over een dubbele pagina, vullen elkaar aan tot een magisch-realistisch verhaal met Droste-effect. De getitelde hoofdstukken beginnen met een nieuwsgierig makend citaat uit het desbetreffende deel. Niet moeilijke, melodieuze schrijfstijl, met rijm en alliteratie, bijzondere namen en verrassende neologismen. Intertekstuele verwijzingen en open plekken vragen om een actieve leeshouding. Waar is de moeder van Jonas? Hoe erg is het om dode dieren te eten? Het besluit lijkt op een sprookje. Goede kandidaat voor zowel de Kinder-, als de Griffel- en Penseeljury. Tegelijk in het Fries verschenen*. Voorlezen vanaf ca. 8 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.