Josja Pruis
Harm De Jonge
Harm De Jonge (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Goor, cop. 2007 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : JONG |
31/12/2008
De verhalen uit deze bundel verschenen afzonderlijk al in 1997, 1998 en 2001 (zie De Leeswelp 2002, p.64). Door ze nu samen in één boek te vinden, wordt pas duidelijk hoezeer ze met elkaar verbonden zijn, als drie delen van een triptiek of de bewegingen van een cyclus.
De drie verhalen spelen in of kort na de Tweede Wereldoorlog in een wijk die de Oost wordt genoemd. Centraal in elk verhaal staat een bijzondere vriendschap, die even plots ontstaat als weer verdwijnt. Telkens duikt een mysterieuze jongen op in het leven van de ik-verteller, op wie hij een belangrijke invloed heeft, en steeds is die jongen een verhalenverteller, een fantast voor wie het onderscheid tussen realiteit en fantasie niet lijkt te bestaan. In elk verhaal ook is de jongen verbonden met een geheim, waardoor hij niet blijkt te zijn wie hij zegt te zijn. Op het eind wordt zijn fantasiewereld (deels) ontmaskerd, maar nooit helemaal voor de hoofdfiguur, die in die magie en vooral in zijn vriend blijft geloven. Daarnaast keren nog allerlei motieven terug, zoals de fascinatie voor het circus en de bijzondere krachttermen die fungeren als een soort bezweringen.
Plots is er bij Joni op het schoolplein een vreemde jongen. Brakker, zo heet hij, en hij betovert Joni met de wonderlijke spullen uit zijn broekzakken en met zijn verhalen over de hongerige soldaten van Napoleon, die "vette neuzen van kozakken" in de soep gooiden, Chinezen die met een figuurzaag een luikje in je hoofd zagen, of kinderen die zonder ogen geboren worden. Hij kent vreselijke krachttermen als "tsjessus" en "kotsammekrake". Wie Brakker echt is, blijft een mysterie. Zelf zegt hij uit het noorden te komen en een tijgertemmer te zijn. Geleidelijk wordt duidelijk de Brakkers verhalen hem afschermen van een vreselijke realiteit. Niet alleen onder zijn pet ? die nooit af mag ? maar ook dieper verbergt hij een geheim, dat met onmenselijk leed te maken heeft. Slechts heel af en toe wordt daar iets van duidelijk, zoals wanneer hij een tijgertraan aan zijn vriend schenkt. Ook dan suggereert De Jonge echter veel meer dan dat hij expliciteert. Hierdoor vermijdt hij elke nodeloze dramatiek of sensatie, wat prachtige, geladen passages oplevert: "'Er zijn maar een paar tijgertranen op de wereld,' zei hij. 'Heel zeldzaam. Zo veel sabeltandtijgers zijn er nou ook weer niet gevonden. En bovendien huilen tijgers eigenlijk nooit. Andere dieren ook niet. Heb je wel eens een hond zien huilen? Echt, met tranen? Een kop ook niet, al sla je hem zijn kop af.' 'Alleen mensen huilen,' zei ik. 'Alleen mensen hebben verdriet.' 'Bij mensen is alles erger omdat ze kunnen denken.'"
Waar Tijgers huilen niet zich vlak na de Tweede Wereldoorlog afspeelt, speelt Jesse, Ballewal-Tsji in het laatste jaar van die oorlog. Rogger leert Jesse kennen terwijl die op het Soldatenplein bezig is de banden van een legertruck lek te steken. Jesse woont helemaal alleen in de kelder onder het vernielde huis van zijn ouders. Net als Brakker kent hij wonderlijke verhalen en wijsheden over de lijnen in je hand of hoe je vuur spuwt. Vooral over Marrakas weet hij alles, want daar wil hij heen. Op dat eiland wonen wolfspinnen, vleermuizen en ontelbare vuurvliegjes. Naast zijn ouders leeft ook de dodo er. Soms lijkt de rivier de Marrakijn in brand te staan door de vulkaankorrels, die voor een machtig schouwspel zorgen. "'En die vulkaankorrels zijn ook nog allemachtig lekker. Ze smaken naar kaneelstokken en noga. De meisjes van Marrakas zijn er gek op. Maar...' Hij steekt een waarschuwende vinger op. 'Je kunt er alleen op sabbelen als je een sopje van spuug in je mond houdt. Als je een droge keel krijgt ontploft de boel. Dan knallen de kiezen door je wangen. Het is heel erg, al die meisjes daar met kapotte lippen en gaten in de wangen.'" Jesses lijfspreuk is "Ballewal-Tji", een zigeunervloek die rommelt als de donder, met een zweepslag aan het eind. Samen zwerven de twee vrienden door het puin en beramen ze plannen tegen de soldaten. Rogger ontdekt hoe Jesse hem moed en kracht geeft en hoe hij zich door hem aangetrokken voelt. Op het eind blijkt Jesse trouwens 'Jessie' te zijn, maar dan is ze al uit Roggers leven verdwenen, samen met de laatste mensen uit zijn wijk, die door de soldaten worden weggevoerd.
De circusfietser draait om de bijzondere vriendschap tussen Homme en Joeke, twee jongens die opgroeien zonder vader. Ook hier komt Joeke plotseling in het leven van de ik-verteller, die helemaal in de ban raakt van de mysterieuze jongen: "Zo was van de ene op de andere dag mijn leven vol met Joeke". Joeke komt uit de "hongerstad", die kort voor de bevrijding gebombardeerd werd. Hij fantaseert zich een vader die echter is dan de werkelijkheid, in Mexico woont en een beroemd circusartiest is. Joeke wil niets liever dan in zijn voetspoor treden en oefent halsbrekende toeren op een fiets op een touw. Hij beweert onsterfelijk te zijn. Hij heeft immers een kolibri waarin de laatste zucht van een stervende koning is opgevangen, en ook hij kent een geweldig woord dat hem sterk maakt: "Axolotl!". Waar Joeke zichzelf een vader schept, praat Homme met zijn overleden vader op zijn geheime plekje. Dat doet hij ook op het eind, nadat Joeke bruusk uit zijn leven is verdwenen. In dat indringende gesprek kan hij al zijn dromen, twijfels, zorgen en verdriet kwijt in luttele woorden.
Precies daarin schuilt de kracht van deze verhalen: in de sobere, trefzekere stijl waarmee de auteur dromen en emoties oproept. Hij slaagt erin de vriendschappen onvergetelijk te maken. Je ziet de twee vrienden voor je en voelt wat hen bindt, zonder dat ze het uitspreken. Deze drie verhalen van De Jonge blijven nog altijd de moeite van het lezen meer dan waard. Ze maken het op een vanzelfsprekende en tegelijk intense manier mogelijk mee te gaan in de wonderlijke verbeeldingswereld van kinderen die zich proberen te redden in onmenselijke omstandigheden. Ze zijn een aangrijpende ode aan weerbaarheid, vriendschap en fantasie. [Jan Van Coillie]
Redactie
Bundeling van de drie, eerder afzonderlijk verschenen zgn. vriendschapsboeken; hoewel los van elkaar staand, zijn er overeenkomsten waardoor ze bij elkaar horen. De verhalen gaan alle drie over vriendschap in of kort na de Tweede Wereldoorlog in een buurtje in Groningen: de (diepe) Oost. 'Tijgers huilen niet' speelt in de jaren '50. Dagelijks is een groepje jongens na schooltijd op een schoolplein te vinden. Dan verschijnt er een mysterieuze, onpeilbare nieuwkomer. Alles aan die jongen is spannend: zijn uiterlijk, zijn afkomst, zijn woonplaats, zijn komst en zijn vertrek. In 'Jesse, 'ballewal-tjí'' ontmoet Rogger Jesse, een kind dat in een gat in de grond leeft. Het kind bedenkt plannen om de soldaten te saboteren en leeft daarnaast in een fantasiewereld. De ontmoeting met Jesse is intens en levensbepalend. 'De circusfietser' gaat over Joeke, die na de oorlog naar het dorp komt om aan te sterken. Hij sluit vriendschap met Homme. Hij gelooft dat zijn talisman 'een glazen kolibrie' hem zal beschermen als hij met zijn eenwielige fiets op een touw hoog boven de grond, zonder vangnet, fietst. Alle verhalen zijn in de ik-persoon geschreven. Vanaf ca. 10 jaar.
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
In dit schitterende drieluik van Harm de Jonge lees je over korte, maar zeer waardevolle en beklijvende vriendschappen in of kort na de Tweede Wereldoorlog. In een bijna poëtische taal haalt in elk boek het hoofdpersonage in de ik-persoon herinneringen op aan een vluchtige ontmoeting in zijn jeugd. Het gaat om bijzondere contacten met vreemde figuren die verhalen vol mysterie vertellen. In 'Tijgers huilen niet' duikt Brakker, een jongen uit een rondtrekkend circus, op bij Joni op het schoolplein. Hij vertelt wonderlijke verhalen en zijn broekzakken zitten vol bijzondere spullen. Rogger maakt in 'Jesse,'ballewal-tsji' kennis met Jesse, een kind uit de Zwarte Oost, dat in zijn eentje in een kelder ondergedoken leeft en fantaseert over de Grote Aanval op de soldaten en de vuurbom die hij wil maken. Urenlang luistert Rogger naar prachtige verhalen over Marrakas, vuurspuwers, meisjes met lucifervlees, waggelkippen en wolfsspinnen. 'De circusfietser' gaat over Joeke, een magere jongen die een tijdje bij Homme in de klas komt. Hij is stil en verlegen, maar durft hoog in de lucht over een draad te fietsen. Met een glazen vogeltje uit Mexico in je zak, kan je immers niet doodvallen! De drie boeken zijn los van elkaar te lezen, maar ze horen zowel qua inhoud als stijl bij elkaar, hoewel 'De circusfietser' directer is en minder gevoelvol geschreven. Als een rode draad doorheen de drie verhalen, is de oorlog steeds aanwezig, maar dit weegt niet door. Het zijn geen verhalen over oorlogsgruwelen of gebeurtenissen aan het front, maar een bijna melancholische terugblik op de kindertijd. Ze vertellen over de dagelijkse realiteit van gewone dingen en hoe kinderen die ervaren. Het avontuur zit in de fantastische verhalen. De personages slagen erin zo in hun fantasie op te gaan dat ze al het andere om zich heen vergeten. De volwassenen hebben een bijrol, maar komen wel terug in de verschillende boeken, soms met een andere naam, maar steeds met dezelfde kenmerken, zoals de meester, juf Stubbe en een vader waarvan je in het tweede boek vaag begrijpt dat hij zich met verzetsactiviteiten bezighoudt en die in het derde boek overleden is. Ook andere elementen keren terug, zoals de setting (Groningen) en de roodgeverfde blikken vuurtorens in het raam. De verhalen zitten vol autobiografische elementen, maar krijgen een tijdloos karakter door de aanwezigheid en het belang van de vele vertellingen. De grens tussen fantasie en werkelijkheid is zeer mistig. Voor een select publiek van ervaren lezers die bijzondere momenten weten te waarderen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.