Josja Pruis
Harm De Jonge
Harm De Jonge (Auteur), Fiel Venius (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Goor, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : JONG |
31/12/2008
Dit boek vertelt het wonderlijke relaas van Tjibbe Tjabbes' ontdekkingsreis rond de wereld. Dat alles wordt verteld in een droge stijl, die de verteller, de geleerde Tjibbe Tjabbes, tot op het einde volhoudt. De wat zonderlinge man schrijft zijn Journael dan ook in 1774, en dus klinkt zijn taal "in onze oren over het algemeen wat deftig", zoals in de verantwoording wordt vermeld. Tjibbes metgezel Fiel Venius, pseudoniem voor Fiel van der Veen, maakt tekeningen van de bijzondere dieren die de wereldreizigers onderweg tegenkomen. Het Handtboek Uijtsonderlijcke Beesten van het Aertrijck moet een verzameling worden van alle dieren waarvan het bestaan niet gekend is. De twee geleerden werken in opdracht van een rijk Amsterdams koopmansduo, dat ervan overtuigd is dat een nieuwe zondvloed de aarde zal overspoelen en de dieren wil redden van de ondergang. Terwijl sommige dieren, zoals de kraagpaddo's, de reizigers goedgezind zijn, bemoeilijken anderen de reis echter. Zo boren de zeilsnijders de zeilen aan flarden en brengt de blauwe waterstier uiteindelijk de ondergang van het schip teweeg.
Stukjes Journael worden afgewisseld met tekst en prenten uit het Handtboek. De wonderlijke wezens waarover verteld wordt, worden afgebeeld op Japans papier, gortvel, zeildoek, vergure-, pak-, zemelpapier... Zowel de gebruikte papiersoorten als de schilder- en tekentechnieken zijn even gevarieerd als de afgebeelde diersoorten. Net als de schrijfstijl, is Van der Veens techniek ietwat klassiek, zodat zijn illustraties perfect passen in een boek dat 18e-eeuws pretendeert te zijn. Hoewel de tekeningen dus prachtig zijn, begin je jezelf na een zoveelste beschrijving en illustratie van een volledig ongeloofwaardig fantasiedier toch af te vragen waar de auteur naartoe wil. Een spanningsboog ontbreekt immers volledig. De Jonge en Van der Veen nemen de lezer mee in een volstrekt ongeloofwaardige fantasiewereld, en dat uitgangspunt lijkt voor de auteur al spannend genoeg zijn te moeten zijn. Het boek begint met een citaat van Multatuli: "Niets in dit boek is waar en zelfs dat is niet waar." Daar moet de lezer het dus mee doen.
Gelukkig leveren enkele verwijzingen naar de mythologie toch nog een aantal mooie stukjes proza op. Zo zijn er de meerminnen die de opvarenden met hun gezang in slaap wiegen zodat het schip afwijkt van zijn koers. De kraagpaddo, een zielig dier dat gelijkenissen vertoont met de mens, zit dan weer het liefst aan de waterkant naar zijn spiegelbeeld te staren. Spijtig genoeg doet De Jonge verder weinig met deze (semi-)mythologische figuren.
Dit mooi uitgegeven boek vergt een enorm inlevingsvermogen, maar een lezer die niet al te veel spanning verwacht, komt toch een aantal mooie stukjes jeugdliteratuur tegen. [Lien Fret]
Martijn Nicolaas
Een gefingeerd ‘Journael’ uit de 18e eeuw staat centraal. In dit dagboek doet de Leidse professor Tjibbe Tjabbes verslag van zijn reis om de wereld tussen 1774 en 1777, op zoek naar uitzonderlijke dieren, in opdracht van twee kooplieden die denken van God de opdracht gekregen te hebben een tweede Ark van Noach te bouwen. Als een Darwin met zijn Beagle of een moderne Sint Brandaan verwondert Tjabbes zich over de ontdekte dieren en beschrijft ze vervolgens in ‘Het Handtboeck Uijtsonderlijcke Beesten van het Aertrijck’. Dat levert prachtige beschrijvingen op van fantasiedieren als de pantsergloep, de kraagpaddo, de molochtiet, de buiksluiper en de blauwe waterstier, die het schip en zijn bemanning uiteindelijk fataal wordt. De tekeningen en ‘schilderwerken’ van Fiel van Veen, voor de gelegenheid omgedoopt in Fiel Venius, en de oude kaarten en foto’s van gebruiksvoorwerpen uit het verhaal maken deze uitgave tot een kleurrijk geheel waarin je kunt blijven bladeren. De auteur is winnaar van de Woutertje Pieterseprijs 2007 voor 'Josja Pruis'*. Vanaf ca. 9 jaar.
Diane Thoné
ua/an/22 j
Na een zware orkaan, die heel wat modder loswoelde voor de kust van Borneo, ontdekte men in 1991 het wrak van een schip, midden in het skelet van een enorm dier. Jaren later - in 2007 - vonden bouwvakkers een kistje in obsidiaan (vulkaanglas) met daarin het reisverslag van Professor Tjibbe Tjabbes, dat licht wierp op de vondst uit 1991. Professor Tjabbes bleek te reizen in opdracht van de heren Deodaat en Godfried Panhuijs-Breskens, rijke reders uit Amsterdam, die in 1774 van God de opdracht kregen een nieuwe ark te bouwen, want op 7 juli 1777 zou de wereld door wassend water vergaan. Dit keer moesten van elke diersoort twee exemplaren gered worden. En omdat nog niet alle diersoorten ontdekt waren, werd de geleerde professor Tjibbe Tjabbes erop uit gestuurd om naar nog onbekende exemplaren op zoek te gaan. Naast het ‘Journael’ dat door Harm de Jonge uit het Oud Nederlands ‘hertaald’ werd naar een levendig, hedendaags Nederlands, bevatte het kistje ook ‘Het Handtboeck Uijtsonderlijcke Beesten van het Aertrijk’, waarin Tjabbes een poging doet om zijn ontdekkingen wetenschappelijk te beschrijven. Bovendien werd elk nieuw dier vastgelegd door Fiel Venius, een meereizende tekenaar. Harm de Jonge reconstrueert nauwgezet de reis van Tjibbe Tjabbes, Fiel Venius en kapitein Hotze Horzelkaak aan de hand van het ‘Journael’, vanaf de opdracht in 1774 tot het moment dat het schip verging in 1777. Hij vond hiervoor inspiratie bij het bijbelverhaal over de ark van Noah, maar ook in de reis van Darwin met de Beagle. Dit avontuurlijke reisverhaal wordt afgewisseld met extracten uit het ‘Handtboeck’, met prachtige beschrijvingen en illustraties van fantasiedieren als de pantsergloep, de kraagpaddo, de marmerspuiter, de penduulgoeroe, ... en de blauwe waterstier, die het schip uiteindelijk fataal wordt. Het geheel wordt verder opgefleurd door oude landkaarten en foto’s van parafernalia uit de achttiende eeuw. Het relaas over deze gefingeerde reis is absoluut geloofwaardig en de vele tekeningen van Fiel Venius (alter ego van Fiel van der Veen) maken het tot een lust voor het oog. Het motto van het boek spreekt voor zich ‘Niets in dit boek is waar en zelfs dat is niet waar’ (vrij naar Multatuli). De wereld die De Jonge beschrijft, lijkt op de onze, maar wat met die rare dieren die er in rondlopen? Fictie of uitgestorven? De scheiding tussen fictie en non-fictie is hier flinterdun en doet er ook niet toe: het boek getuigt van een tomeloze fantasie, het is een hutsepot van waarheid met heel veel verzinsels, een mix van spanning, avontuur, geschiedenis en fantasy waar je als lezer moeiteloos door geboeid blijft. Dit is een dijk van een boek!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.