De gifhouten bijbel
Barbara Kingsolver
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2014 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : WETENSCHAPPEN : 570.2 MULD |
15/10/2014
Arjen Mulder koos indertijd voor de studie biologie omdat hij wilde weten wat leven is. Het allereerste practicum over de morfologie van planten was veelbelovend, maar de rest van zijn studie was ‘bleekjes’ en liet hem op zijn honger zitten. Vijfentwintig jaar later dringt de vraag zich in alle hevigheid weer aan hem op naar aanleiding van de dood van zijn vader en de geboorte van zijn zoon. Hij weigert te aanvaarden dat je alle levensprocessen kan herleiden tot en verklaren als een reeks voorspelbare reacties en interacties tussen levenloze moleculen en atomen. Deze leer van het ‘reductionisme’ doet volgens hem immers afbreuk aan het scheppend vermogen van het leven, aan de eindeloze en oneindig variërende creativiteit die hij overal in de natuur waarneemt.
In de essaybundel Wat is leven? gaat hij op zoek naar wetenschappers die net als hij het antwoord op de vraag naar wat leven is ‘van binnenuit’ zoeken door te beschrijven ‘wat het is om een lichaam te zijn, hoe een plant redeneert of een dier zijn omgeving verkent’. De wetenschappers die hij aanhaalt, zijn nobele onbekenden (‘domweg vergeten in de wisseling van de wetenschappelijke modeseizoenen’): Ludwig von Bertalanffy en Jakob von Uexküll (biologen), Leo Frobenius (etnograaf), Raoul Francé (botanicus), Francisco Varela (bioloog-filosoof). Ook enkele schrijvers brengt hij onder de aandacht: Bep Vuyck en John Cowper Powys. In de verschillende essays bespreekt hij enthousiast hun theorieën en werken. Soms confronteert hij hun theorieën met die van andere, ‘beroemdere’ denkers: Plato, Descartes, Newton, Freud, Darwin. Verschillende thema’s komen aan bod: waarom wekt de dood zo’n afkeer op (in tegenstelling tot de paradijselijke bijna-doodervaringen), in hoeverre zijn lichaam en geest onafhankelijk van elkaar, wat ervaren we als schoonheid, is er planmatigheid in het universum, hoe bepaalt de ‘vrije wil’ ons bestaan…
Het laatste hoofdstuk is een zeer persoonlijke en ontroerende reflectie over het leven en de zin ervan naar aanleiding van de dood van zijn moeder (die tijdens het schrijven van het boek overleed). Zijn moeder vond zingeving in haar (streng gereformeerd) geloof. Mulder echter – al ervaart en waardeert hij de troost van de rituelen bij het overlijden – wijst het christendom af omdat het voorhoudt dat het leven op aarde een tranendal is. Voor hem ontkent de Kerk daarmee de zekerheid dat het leven op zich ‘goed’ is. Hij vindt juist dat het leven op zich ons waarde geeft en dat het daarom al volstaat om er gewoon te zijn op deze ene blauwe planeet in een ‘vacuüm van astronomische omvang’. [Jan Vermeiren]
Dr. W. van Delden
Verwacht in dit boek geen wetenschappelijke benadering van het ontstaan van het leven of een analyse van biologische processen. De schrijver (1955; essayist, publicist en vertaler), die biologie studeerde maar daarin niet werkzaam was, geeft een beschrijving van zijn leven en gaat daarbij vaak uit van biologische invalshoeken. Zo ontstaat een zeer persoonlijke benadering, aangegeven door de ondertitel 'Queeste van een bioloog'. Bevat veel discussie over geschriften van filosofen en biologen. Voorzien van een literatuurlijst. Geen boek om onder de noemer 'Biologie' te rubriceren, maar een zeer persoonlijke autobiografie waarin biologische invalshoeken een belangrijke rol spelen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.