Leaves of grass
Walt Whitman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nieuw Amsterdam, cop. 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12477 |
Luuk Gruwez
ua/an/10 j
'Ik ben in feite een zeer verstaanbare, goed te volgen dichter, niet bang om iets te willen mededelen aan lezers die aan dat delen mee willen doen. Het idee dat een gedicht niet per se begrijpelijk hoeft te zijn, vind ik bullshit en meestentijds een gratuit excuus.' Aldus Huub Beurskens in een recent interview inPoëziekrant. Wanneer, lijkt hij daarmee te willen pretenderen, zullen al die dichters die geen mens meer leest, ook doorhebben dat geen mens ze nog leest? Een pleidooi voor begrijpelijkheid: het klinkt wat vreemd uit de mond van iemand die in de beginperiode van zijn carrière nog bij 'talige' poëzie zwoer.
Schuld
Hotel Eden is een haast programmatische titel, die refereert aan het aardse bestaan waarin wij als in een hotel op doortocht zijn en ook aan het paradijs dat Eden heet en waar wij te allen tijde behoorlijk vergeefs naar op zoek zijn. Wij kunnen er immers bij nadenken en hetzelfde bewustzijn dat ons laat genieten, laat ons pijnlijk beseffen dat er een eind aan komt.
Maar ook introduceert de titel een dualiteit waar het hier voortdurend over gaat: die van het alledaagse en het verhevene, van het aardse verblijf dat gestalte krijgt in een hotel en een paradijs dat doortrokken is van eeuwigheid. Het is een beetje verleidelijk deze poëzie te lezen vanuit deze premisse, maar het titelgedicht waarmee de bundel aanvangt, is dan ook nogal dwingend:
'Was het voor God geen al te menselijke blamage
om in zijn hof een boom te planten en een wezen,
zich bewust van goed noch kwaad, de wacht
aan te zeggen, wetende dat het ervan eten zou,
door de eerste schuld te geven aan diens vrouw?'
Daarmee is meteen ook het thema van de schuld geformuleerd. Het lijkt wel alsof uitgerekend het schuldgevoel er de oorzaak van is dat in alles wat initieel als paradijselijk ervaren wordt, tevens de worm van het verderf zit. Beurskens weet eigenlijk niet goed wie hij moet aanklagen: de godheid die al in de tuin van Eden de verleiding om te zondigen schept of de mens die op de verlokking ingaat. Want had een meer getalenteerde schepper, zo die al had bestaan, er niet voor kunnen zorgen dat het zover niet had hoeven te komen?
Hier en nu
In deze bundel valt de totale disparaatheid van de registers op. Er staan net zo goed rijmende sonnetten in als gedichten die nauwelijks gedichten te noemen zijn. Twee nogal prozaïsche brieffragmenten, bijvoorbeeld, over wat een overleden vader nog te betekenen heeft. Wel demonstreert Beurskens ermee dat geen enkele poëtische vorm het verdient dat er een alleenzaligmakend monopolie aan toegekend wordt. Deze poëzie is dan ook doordrongen van een zeer variabele taalmuziek. Soms wordt er gejongleerd met binnenrijmen, echte rijmen en assonanties, maar elders heerst dan weer een veel soberdere zegging. Nu eens regeert de abstractie, dan weer de anekdote, getuige een prachtig gedicht over een dementerende moeder.
Als er iets is wat hier ondubbelzinnig beleden wordt, in welke vorm ook, dan is het wel het geloof in het hier en nu als enig baken waar wij ons aan kunnen vastklampen. De bundel is één groot pleidooi om dit met inzet van al onze zintuigelijkheid te doen. Meer is er namelijk niet en dat geldt voor alles wat bestaat. 'Allemaal zijn wij', heet het, en het is verleidelijk om bij dat 'allemaal' ook dieren, planten en zelfs dingen onder te brengen. Beurskens kent aan alles een zekere dionysische bezieling toe, zij het dat het vermogen om over het eigen begin en einde te reflecteren enkel de mens toekomt, wat tevens de oorzaak van diens onvrede is: hij kan niet meer terug naar de gedachteloze paradijselijkheid. De weg loopt van Eden naar heden, maar een weg terug is er niet.
Sinterklaasrijm
Beurskens is een van die vele dichters die zich intensief bezint over zijn plaats in iets oneindigs als het universum. 'Het universum/ is een prima instituut./ Het doet vermoeden/ dat alles zoals het is/ goed is, zelfs waarom je huilt', luidt het enigszins ironisch. Het universum is een instituut waar alles zijn plaats krijgt en waar zelfs de verschrikkelijkste werelddrama's astronomisch gesproken futiel zijn en zonder veel belang, als je tenminste iets als 'de grote aantrekker', een gebied in het heelal met imposante zwaartekracht, in acht neemt.
Daartegenover wil de dichter eigenlijk iets plaatsen als de totale boodschaploosheid en gewichtloosheid van sinterklaasversjes, waar zich als vanzelf betekenis aan gaat hechten: 'en wist opeens dat ik liefst elk gedicht/ met sinterklaasrijm wilde schrijven, inhoudelijk haast zonder/ gewicht'. Daardoor wordt een gedicht eigenlijk tijdloos en onaantastbaar, lijkt hij eraan toe te willen voegen. Zijn poëzie is een vorm van protest aan het adres van het al te tijdelijke. Want uiteindelijk is de tijd die ons gegeven is misschien niets anders dan een fout van de eeuwigheid.
HUUB BEURSKENS
Hotel Eden.
Nieuw Amsterdam, 46 blz., 17,50 ?.
De auteur: Nederlands dichter, romancier en vertaler van onder meer William Carlos Williams en Gottfried Benn.
Het boek: een dichtbundel met een veelvoud aan registers.
ONS OORDEEL: een bundel met enkele prachtige gedichten, maar die vanwege de geringe urgentie van andere gedichten ook een paar keer teleurstelt.
¨¨¨èè
Luuk Gruwez ■
Els van Geene
De titel verwijst naar het paradijselijk Hof dat ons bij overlevering bekend is. Maar bij de dichter is God 'een patroon van grillen die ons schiep'; het paradijsidee wordt zelfs verworpen door Beurskens' negentigjarige moeder, wat zijn visie alleen maar aanscherpt. Toch blijft een romantisch verlangen naar Eden, gezien zijn voorkeur voor idyllische plekjes van rust en stilte en uitzichten zoals geschilderd door Caspar David Friedrich. Hij realiseert zich wel dat je niet moet stilstaan bij 'zowel de Heer als nihilisme', maar veeleer moet leven 'fluitend met een broek aan'. Dat lukt de dichter evenwel meestal niet. Beurskens' taalgebruik is meesterlijk: assonerende vol-en binnenrijmen, enjambementen en herhalingen die ertoe doen. En verder treft zijn picturaal oog, dat bv. eendenkuikentjes als 'bolletjes geel' ziet. Deze 'moderne impressionist' en generalist laat de lezer weleens duizelen van al die indrukken binnen een gedicht, maar tegelijk ook genieten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.