Nachtouders
Saskia De Coster
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Vermist |
Prometheus, 2013 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DECO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2013 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DECO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2013 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DECO |
Mark Cloostermans
rt/aa/15 m
Wij en ik , de zesde roman van Saskia de Coster, begint en eindigt met een zwangerschap. In 1980 is er de geboorte van Sarah Vandersanden (tot grote vreugde van haar vader Stefaan en lauw enthousiasme van moeder Mieke) en het eindigt in 2013, met Sarahs eerste zwangerschap.
Stefaan Vandersanden heeft zich, zoals dat heet, bij de haren uit de klei getrokken. Er was een tijd waarin hij de mogelijke investeerders 'bijna van zijn schoot (moest) scheppen'. Maar Stefaan heeft zich laten aanwerven door een groot farmaceutisch bedrijf en zit nu in een gouden kooi. Rapportjes, vergaderingen... Hij noemt het zijn 'legbatterij'. Zijn strijdvaardigheid sijpelt weg en hij belandt in 'een kamer naast het leven'. Stefaan zucht bovendien onder de last van Een Geheim. (Zijn broertje is jong gestorven. Iedereen die meer dan één boek gelezen heeft, weet dat daar een luchtje aan zit. Verbind de puntjes.)
Mieke Vandersanden gelooft in perfectie. Ze dacht dat ze Stefaan zou kunnen 'kneden naar het beeld en de gelijkenis van haar ideale echtgenoot', maar als dat niet lukt, werpt ze zich op het huishouden. Haar hobby is het kammen van de franjes van haar tapijten, 'als een nerveuze huiskat die aan een krabpaal krabt': tegelijk oertriest en bewonderenswaardig zen. Mieke is een soort Bree Van de Kamp uitDesperate housewives : een en al façade en krimpvrije kleinburgerlijkheid. Sarah omschrijft haar ergens als 'een dictator [...] die zich vermomde als slavin'. Alles wat de sleur doorbreekt, al is het maar een rinkelende telefoon, leidt tot haar stopwoordje: 'Oeioei.'
Vicieuze cirkel
De Vandersandes zijn onaffe mensen. De centrale vraag is: zullen ze kunnen uitstijgen boven hun voorgeschiedenis?Wij en ik toont het familieleven als een vicieuze cirkel, waarin kinderen het risico lopen hun ouders te kopiëren, zelfs als dat het laatste is wat ze willen. Mieke zegt ergens dat er 'tijdbommen tikken in haar genen', maar dat moet een vergissing zijn. Veeleer gaat het hier om deselffulfilling prophecy van familieverhalen: wie de familiale zwakheden kent uit oeverloos vaak vertelde anekdotes, gaat zich ermee vereenzelvigen. De familie is een stempel die op de mens gestampt wordt (en een flinke klap van de molen achterlaat).
De kamer naast het leven
Wij en ik leunt een beetje aan tegenEen uitzonderlijke vrouw van Christophe Vekeman. De Coster en Vekeman zijn van dezelfde generatie, en de kindertijd die ze beschrijven (ook al is het dan de kindertijd van hun personages) bestrijkt dezelfde jaren zeventig en tachtig. Maar Vekeman interesseerde zich vooral voor de vorming van de identiteit bij de dochter; De Coster zoomt in op de ouders.
Verder is er enige invloed van Grunberg aan te wijzen - vooral in de scènes met Stefaan. Wie hier ontbreekt, is de 'oude' Saskia de Coster. Waar is de tijd dat haar verbeelding hoge toppen scheerde, en haar plot amper te volgen was? InDit is van mij (2009) hadden we nog een onbetrouwbare verteller,Wij en ik is een heel kalme, stabiele roman. Dat is geen kritiek, hooguit een wonderlijke evolutie.
Er is wel nog steeds die 'levensgeest', zo sterk aanwezig inEeuwige roem (2006): een soort energie die op de voorgrond treedt als leven en dood in het geding zijn. Deze 'wij' uit de titel nemen dan het stokje over als vertelinstantie en trachten de personages bij te staan. Niet dat die daar veel baat bij hebben, maar het zijn wel momenten die de vertelling even optillen. Even de ramen van de huiskamer openzetten.
De nieuwe De Coster is mij iets te wijdlopig. Vooral de hoofdstukken over Stefaan voegen weinig toe aan de roman en doen de boel versloffen. Maar ze is wel lekker op dreef in haar portrettering van de opgroeiende Sarah én van Mieke, die de roman in wandelt als een neurotische 'koelkastmoeder', maar die geleidelijk meer diepte, meer karakter krijgt. De roman zou nog beter zijn geweest als De Coster de rol van Stefaan - die hoe dan ook steeds afweziger is, op het werk en thuis - drastisch had ingeperkt. Maar ook met dat randje buikvet isWij en ik een ijzingwekkende roman over niet durven te leven. Over een bestaan in de kamer naast het leven. Een roman als een waarschuwingsbord.
De auteur: bouwde een stevige en eigenzinnige reputatie op met romans als 'Jeuk', 'Eeuwige roem' en 'Dit is van mij'.Het boek: hoe het leven van een gezin verzandt in een vicieuze cirkel.
ONS OORDEEL: een beklemmende roman over niet durven te leven.
31/10/2013
De spanning tussen de bestaande orde en de wil om die te vernietigen of te overstijgen is een constante in het werk van Saskia De Coster. Haar personages verlangen er vaak naar larger than life te zijn, ontwikkelen hun eigen totalitaire visie op de werkelijkheid en reiken naar het hoogste. Haar nieuwste roman vormt grotendeels een breuk met haar vorige romans. Wij en ik wil duidelijk een kroniek brengen van onze tijd, en De Coster houdt haar verhaal binnen de limieten van de ons bekende maatschappelijke orde. Ook is meteen duidelijk dat Wij en ik een realistische vertelling is met weinig tot geen bizarre elementen of ongewone plotwendingen.
Over een periode van 33 jaar volgt Wij en ik het gezin Vandersanden-De Kinder: van de geboorte van Sarah in een Vlaamse verkaveling tot Sarah die, ondertussen verhuisd naar New York, zich afvraagt of zij een kind ter wereld wil brengen. Dat dilemma rijst vanwege de familiale genen waarin verdriet, depressie, ongeluk en zelfmoord stevig vervat zitten. De centrale vragen zijn: in welke mate kun je je als individu losrukken uit de traditie en het gezin waarin je geboren bent? Is het mogelijk om helemaal opnieuw te beginnen en de herhaling van de geschiedenis stop te zetten? En welke verantwoordelijkheid heeft het individu ten opzichte van zijn kind en partner? Tegelijk toont de roman hoe het ‘ik’ met zijn geheimen, zijn verborgen verlangens en angsten nooit volledig op kan gaan in een ‘wij’.
De Coster vertelt de lotgevallen van dit gezin nogal wijdlopig en de portrettering van de personages scheert langs de oppervlakkigheid en het karikaturale. Toch zijn de personages niet eenzijdig: ze zijn zich best bewust van hun gebreken en blijken in staat een andere wending aan hun leven te geven en keuzes te maken die tegen hun karakter ingaan. De psychologische dimensie van de roman gaat echter nooit verder dan afstandelijke vaststellingen. Nergens wordt de moeite genomen om de denkpatronen van de personages tot in de diepste details te volgen — zodat die echt op de spits gedreven worden, en waardoor de roman ons intenser zou kunnen confronteren met de mechanismen waarmee de mens zijn onmacht tot leven verhult en in stand houdt. Tegelijk verhindert dezelfde verteltrant dat de roman werkelijk afstandelijk of objectief wordt: de verschillende gebeurtenissen krijgen telkens een zekere psychologische verklaring.
Er wordt verwezen naar enkele belangrijke (politieke) gebeurtenissen en de maatschappelijke ontwikkeling van de nouveaux riches, maar deze ontwikkelingen hebben weinig invloed op de familiekroniek. In die zin zou je Wij en ik postideologisch kunnen noemen: de grote verhalen van liberalisme of socialisme hebben weinig of geen invloed op het bestaan, van belang is het concrete, alledaagse leven van familie en werk. Maar net die denkbeweging is door en door ideologisch.
Minder dan in haar vorige werken slaagt De Coster erin iets te zeggen over menselijke relaties en identiteit. Ook plaatst ze zich boven deze tijd en haar personages zonder er een diepgaande kritische reflectie op te bieden. De ambitie van elke schrijver zou echter in de durf moeten bestaan dat wel te doen.
(Dit is een abstract van een artikel van Hans Demeyer. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 4, 2013.)
[Hans Demeyer]
Eldrid Deleu
rt/aa/18 m
De familieroman lijkt een genre dat nog maar weinig fut in zich heeft, maar Saskia de Coster (foto) heeft het eigenhandig weer tot leven gewekt. «'Wij en ik' is inderdaad een familieroman, maar mijn opzet was veel groter. Mijn bedoeling was om een dwarsdoorsnede te maken van 1980 tot vandaag», legt de schrijfster uit.Waarom staan net families centraal?«Families zijn iets universeels en onontkoombaars. Hoe je het ook draait of keert, iedereen is uit andere mensen voortgekomen. En hoe je je tot die familie verhoudt, is altijd een beetje moeilijk. Altijd komt weer die vraag 'wie ben ik eigenlijk?' Ben ik een product van mijn ouders of voorouders, en welke patronen worden er doorgezet? Ik vind dat erg interessante vragen. Geworstel met families is iets van alle tijden.»Waarom koos u voor een rijke conservatieve familie in de hoofdrol?«Ik vond het geschetste milieu om een paar redenen interessant en nodig. Ten eerste heb je al een hele trits Vlaamse romans die de arbeidersmilieus typeren, met mensen die een miserabel leven leiden. Er zijn ook veel van die burgerromannetjes met een middenstander of een schoolmeester in de hoofdrol. Maar een rechts milieu dat gegoed is, dat, zoals ik het schets, op een verkaveling op de berg woont en waar iedereen torenhoge ambities heeft en naar elkaar kijkt met schaamte en afgunst, dat vond ik een lacune.«Bovendien geeft de familie Vandersanden heel gecondenseerd weer wat er leeft in de samenleving. Iedereen heeft in zekere zin wel ambities, maar ceo's zoals de vader Stefaan hebben dat toch nog altijd een graad meer. En in de literatuur is het altijd interessant om de zaken wat scherper te stellen. Het milieu dat ik heb geschetst is mij bovendien vertrouwd.»U komt ook van een verkaveling op een berg?«Ja. Ik moest dat milieu dus niet volledig uit mijn duim zuigen, ik kon het van binnenaf schrijven. De logica van Stefaans vrouw Mieke, die voor zichzelf een heel star en paradoxaal waardensysteem heeft uitgewerkt, kon ik dus ook heel goed weergeven. Mieke kwam gewoonweg uit mijn pen gekropen. Zij is de vrouw die zichzelf wegcijfert, maar tegelijkertijd daar zo de aandacht op vestigt dat er nog nauwelijks ruimte overblijft voor de andere huisgenoten. Ook de vraag waarom mensen bepaalde ideologieën aanhangen vind ik heel boeiend.«Vandaar is het ook heel logisch dat mensen op een verkaveling, die in grote villa's wonen en veel hebben, dat willen behouden. Er is altijd de angst om dat te verliezen, en zeker de voorbije dertig jaar wordt die steeds groter. En dan zie je bijvoorbeeld bij iemand als Stefaan, een rasechte babyboomer en een typische West-Europeaan, dat hoe hoger je klimt, hoe groter de kans om naar beneden te donderen.»Twee generaties zwijgen hun problemen stil en geven zich over aan een vorm van fatalisme, waardoor ze diep ongelukkig zijn.«Bij Stefaan is er vooral een angst voor de angst, een angst dat wat er in zijn familie al aan drama's is gebeurd, ook bij hemzelf zal gebeuren. Mensen worden schijnbaar erg gedetermineerd door genetica. 'Het zit in de genen, dus ik kan er niets aan doen.' Ook de omgeving en het moment, die verkaveling in de gefragmenteerde jaren 90, maken het hem moeilijk. Ik geloof sterk in de wil van een individu, maar je ziet dat als je, zoals bij Stefaan, een veer zodanig gaat opspannen er dan gewoon iets breekt.»Is uw boek een vorm van kritiek over het feit dat er niet meer over problemen wordt gepraat?«In zekere zin wel, ja. In het begin zie je moemoe orakelen tegen God over haar verdriet. Godsdienst op zich vind ik wel iets positiefs, een manier om allerlei problemen en verdriet ergens te kunnen neerleggen. Wat je nu vaak ziet is dat mensen met problemen aangeraden worden om naar een psycholoog te gaan, die alles dan wel zal oplossen. Vroeger hadden we dus het katholicisme, nu heb je de psycholoog. Ik denk dat de oplossing ergens tussenin ligt. We moeten op een normale manier over dingen kunnen spreken, zonder daarvoor alleen maar bij een of andere instantie terecht te kunnen.»Tussen de jaren 80 en nu komt de ene crisis na de andere voor. Maakt wat er gebeurt in de maatschappij alles nog ondraaglijker?«Ja, natuurlijk. Wij worden bepaald door het moment waarin we leven. Alles hangt allemaal samen, de maatschappij is gewoon de som van alle individuele verhalen. Hoe mensen gaan stemmen en hoe ze zich verhouden in het politieke debat heeft zeker te maken met hoe ze in een gezin samenleven, en omgekeerd. Had moemoe kunnen praten over haar verdriet en alles kunnen verwerken, was er misschien iets helemaal anders gebeurd met Stefaan.»Had 'Wij en ik' ook bijvoorbeeld in de jaren 60 kunnen plaatsvinden?«Nee, dan was het een totaal ander verhaal geweest. Toen waren de babyboomers net heel optimistisch. Ze konden eindeloos klimmen en vergaarden op veel vlakken voordelen, en nu verdwijnt dat allemaal. Het zijn zij die nu veel klagen omdat hen dingen worden afgenomen tegenover vroeger, terwijl het probleem misschien eerder is dat ze toen boven hun stand hebben geleefd.»Zitten er elementen van uzelf in Stefaans dochter Sarah?«Vooral feitelijkheden eigenlijk, waar ze mee bezig is, de muziek waar ze naar luistert. Ik ben ook opgegroeid in de jaren 90, maar Sarah is pakken socialer dan ikzelf was. (lacht) Naast de worstelende Stefaan en Mieke in haar doolhof van logica's, is Sarah degene die zich op een gewone manier ontwikkelt.»Wie is de 'wij' die aan het woord komt?«Je kunt er niet één woord opplakken, maar de wij is de levensstroom die verdergaat, een soort van dwang en groei. Naast mensen en hun eigen wil heb je ook die genetica, die het leven voortzet en verder wil. Het is geen verteller, maar iets dat het ons overstijgt. Vandaar de titel 'Wij en ik'. 'Wie ben ik ten opzichte van het collectief of de groep?', is een vraag die altijd terugkomt.»
rt/aa/18 m
Saskia De Coster houdt in 'Wij en ik' de welgestelde familie Vandersanden tegen het licht. Hoewel vader Stefaan zich van een simpele boerenzoon heeft opgewerkt tot kaderlid van een groot farmaceutisch bedrijf, blijven de familiegeschiedenis en de drama's die zich in het verleden hebben afgespeeld hem achtervolgen. Zijn vrouw Mieke is het toonbeeld van de rijke, kleinburgerlijke huisvrouw, die - in tegenstelling tot de clichés - niet haar toevlucht zoekt tot de fles, maar wel fanatiek haar tapijten kamt. Hun enige dochter Sarah probeert vooral normaal op te groeien en vlucht daarom zo veel mogelijk het huis uit. 'Wij en ik' is een tragische familiekroniek, waarin voorbestemdheid een centrale rol speelt. De Vandersandens doen bij momenten een glimlach opborrelen, en hebben aanvankelijk een 'In de gloria'-clichégeurtje, maar ze ontwikkelen zich gaandeweg tot herkenbare mensen van vlees en bloed. Een scherpzinnige roman met prachtige portretten. (edl)
Marieke van Middelkoop
Deze roman gaat over de welgestelde familie Vandersanden, die in een villawijkje op een berg in Vlaanderen woont. Het is een wat vreemde familie, met mislukte mannen, manische huisvrouwen en getroebleerde tieners. In het verhaal worden vader Stefaan, moeder Mieke en dochter Sarah gevolgd. Het wordt al snel duidelijk dat Stefaan bezig is zijn eigen ondergang te bewerkstelligen en het is vooral Sarah die achtervolgd wordt door de neerslachtigheid van haar familie. In Amerika, waar ze naartoe reist na de dood van haar vader, probeert ze zich hieraan te ontworstelen. De zesde roman van Saskia de Coster (1976), en ook hier houdt ze haar scherpe, beeldende en soms bevreemdende schrijfstijl vast. In Vlaanderen wordt ze inmiddels tot de grootste schrijvers van het land gerekend, en met dit boek schreef ze een prachtige familieroman, die na de dramatische gebeurtenissen toch hoopvol eindigt. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.