De stem van mijn moeder : roman
Abdelkader Benali
Abdelkader Benali (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 929.1 BENA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2011 |
VOLW. : NON FICTIE : 961 BENA |
31/12/2011
In zijn gedicht ‘The Ballad of East and West’ (1892) schreef de Britse dichter Rudyard Kipling de veel geciteerde regels: ‘Oh, East is East, and West is West, and never the twain shall meet’. De regels zijn vaak gebruikt in discussies over de (on)mogelijkheid van een interculturele dialoog tussen Oost en West. De titel van Abdelkader Benali’s essaybundel lijkt een meer dan affirmatief antwoord te zijn op de mogelijkheid van een ontmoeting: Oost=West. Oost en West hebben al eeuwenlang een verhouding, zij het verre van een geslaagde en vol wederzijdse vooroordelen en onbegrip. Rond 2005 besloot Benali naar het Midden-Oosten te reizen. Een van de redenen was dat hij even genoeg had van het klimaat in Nederland dat na de moord op Fortuyn en Van Gogh danig verhard en verrechtst was. Een andere reden was dat hij Arabisch wilde leren, en dat doe je toch nog het best ter plekke. Het toeval wil dat de voorbije vijf of zes jaren cruciaal zijn geweest voor de geschiedenis van de islamitische wereld aan het begin van deze eeuw. Wat er precies allemaal is gebeurd en wat uiteindelijk geleid heeft tot de verrassende Arabische revoltes, zal later door historici en sociologen worden geanalyseerd. Nu hebben we niets anders dan de vele getuigenverslagen. Oost=West kan op die manier gelezen worden. Benali is geen historicus of socioloog. Hij heeft de voorbije vijf jaar door Noord-Afrika en het Midden-Oosten gereisd. De aanleiding tot de reizen is zeer verschillend en dat lees je ook aan de teksten af. Maar de verslagen van Benali zijn wel iedere keer zoektochten naar wat jongeren en vooral jonge kunstenaars in de Arabisch-islamitische wereld beweegt. Hoe ze in vaak onmogelijke omstandigheden niet alleen overleven, maar ook werken en hun plek zoeken in samenlevingen in crisis: ‘Die jongeren, zo zag ik de afgelopen vijf jaar, hebben aan niets anders gewerkt, door hun artistieke werk waar in dit boek verslag van wordt gedaan, door hun hartenkreten en door hun aanwezigheid in het publieke debat, dan vaste voet aan de grond te krijgen in zowel Oost als West.’
De vraag hoe je je als buitenstaander — Benali is in Europa geboren (‘Kind van de verzorgingsstaat’) — moet gedragen in vaak extreme omstandigheden en hoe je daar op een eerlijke manier over bericht, achtervolgt ook Benali. Het is een constant zoeken naar de juiste afstand, een zoeken naar een literaire retoriek die zich niet al het vreemde zo maar toe-eigent. Dat zoeken is het pregnantst wanneer Benali in 2006 in Beiroet verblijft op het ogenblik dat Israël Libanon binnenvalt. Benali heeft een mooie literaire pen en weet die ook te gebruiken. Dat wreekt zich echter in bepaalde dagboekpassages, die te veel bewerkt, te goed geschreven lijken. Zinnen als ‘Beiroet sterft aan het einde van de avond als bruidsmeisje en wordt ’s ochtends wakker op haar eigen begrafenis’ zijn misschien sterk, maar ze trekken in deze context van een oorlog te veel de aandacht op zichzelf. Ze dreigen zich te verliezen in hun eigen effect, ook al zijn ze inhoudelijk natuurlijk niet fout. Ze hebben iets artificieels. Oorlogsverslaggeving is een moeilijk journalistiek genre. Op andere momenten zit Benali er echter midden op. Wanneer hij het heeft over de woede en de machteloosheid van zijn vrienden en collega’s in het beschoten Beiroet, merkt hij op: ‘Intellectuelen gedijen in de proloog of de epiloog van een verhaal, maar niet in het verhaal zelf.’ Helderder kan een beeld niet zijn. Of deze omschrijving van Jeruzalem als ‘een stad waar je juist heen gaat om niet te hoeven praten, het niet met elkaar eens hoeft te zijn, waar het elkaar dood wensen tot een hoge kunst is verheven’. Benali schrijft met veel empathie, hij probeert te begrijpen wat die dialoog tussen Oost en West zo moeizaam maakt, en hoe dat een effect heeft op het artistieke en culturele leven in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Hij komt niet met verrassende antwoorden, maar dat kan niemand hem kwalijk nemen. Dat is het terrein van de politiek. Maar hij komt ook niet echt met verrassende observaties of beschrijvingen. En dat is wel jammer, want dat is zijn terrein als schrijver . Het boek bevat mooie en lezenswaardige passages, maar ze blijven minder lang hangen dan zijn romans. Benali heeft in deze teksten wat weinig weerstand opgezocht.
[Erwin Jans]
Redactie
Bundel met reisverslagen, reportages en beschouwingen over de Arabische wereld en de verwevenheid tussen Oost en West van schrijver/televisiepresentator Abdelkader Benali (1975). Benali bezocht tussen 2004 en 2009 Turkije, Libanon, Syrië, Jordanië, Israël, Palestina/Gaza, Egypte en Marokko. Tijdens zijn reizen sprak hij met verschillende mensen en deed observeringen. Verder bevat de bundel twee stukken over Nederland, onder meer over de recente politieke ontwikkelingen. Een flink aantal stukken verscheen eerder elders. De reportage 'Berichten uit een belegerde stad' (over zijn verblijf in de Libanese hoofdstad tijdens de oorlog tussen Israël en Libanon in 2006) verscheen eerder als afzonderlijke uitgave. Met een inleiding van de auteur. www.abdelkaderbenali.nl.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.