Ulysses
James Joyce
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 8279 |
il/pr/25 a
Sommige boeken lijken van muziek gemaakt. Omdat ze over muziek gaan, zoals Doctor Faustus van Thomas Mann of The Time of Our Singing van Richard Powers. Of omdat hun taal zelf haast muziek is, zoals Salammbô van Gustave Flaubert of Max Havelaar van Multatuli. In De Leeuwerik zet Paul Claes een symbiose van beide op. Hij vervlecht in deze twaalfde-eeuwse vertelling een stuk westerse middeleeuwse geschiedenis met de hoofse stijl en een poëtisch antropologische muziekgeschiedenis van die tijd, zonder daarbij hermetisch te worden. Bovendien loopt zijn tekst als een lied. Tussen pakweg Faust II van Goethe en dit benijdenswaardige boekje in zal je niet veel van zulke huzarenstukken vinden.
De Leeuwerik gaat over Raimon, een adellijke jongeling die vader en erfdeel verliest en van kloosterling tot pelgrim verwordt. In droom en daad dient hij zijn religieuze en artistieke imperatieven tegen elkaar in te brengen, en uiteindelijk moet hij kiezen tussen twee vrouwen, onder wie zijn moeder. Dit fragment is even leerrijk als leep:
'Guido van Arezzo was de naam van de vernieuwer. Als monnik had hij tijdens de vespers op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper een hymne gehoord waarvan elk halfvers telkens een toon hoger begon dan het vorige. Dat bracht hem op de gedachte telkens de eerste syllabe van elke regel te kiezen om de opeenvolgende noten een naam te geven: UT queant laxis REsonare fibris / MIra gestorum FAmuli tuorum / SOLve polluti LAbii reatum / Sancte Ioannes. In onze taal luidde dat lied als volgt: Om uw dienaren op trillende snaren / wondere dingen te laten bezingen / Zuiver van zonden hun onreine monden / Heilige Johannes. [... ] In mijn Romaanse taal, die een dochter was van het Latijn, hadden al die eenlettergrepige woorden een zin: DO was Geven, RE was Zaak, MI was Mij, FA was Maken, SOL was Zon, LA was Zij. Elke opeenvolging van noten vormde als vanzelf de tekst van een lied. Zo betekende LA SI DO RE MI FA SOL: "Als zij iets aan mij geeft schijnt de zon."'
Aan dit fragment hoeft niets te worden toegevoegd: het zegt precies hoe het zit. De hymne voor Johannes de Doper was bij wijze van spreken de voorloper van 'Do-re-mi, a female deer' uit The Sound of Music . Ze inspireerde Guido van Arezzo (991-1033) inderdaad tot de naamgeving van de noten en een prototype van de muzieknotatie die we vandaag nog kennen. 'Ut' werd mettertijd door 'do' (van 'Dominus', heer) vervangen om vocale redenen, en pas in de zeventiende eeuw kwam iemand op het idee om Sancte Ioannes tot SI samen te trekken. De parallel met profane teksten die Claes hier trekt, is allicht apocrief, maar schetst wel mooi hoe taal altijd een spel is geweest. Dat ze dat nog lang mag blijven.
La Fenice-Tubéry (Ambronay).
Frank Hellemans
ob/kt/06 o
Wie wil weten hoe middeleeuwers dachten, kon tot nu toe het best terecht in De naam van de roos van Umberto Eco. Paul Claes, die naast zijn vertalerswerk ook naam en faam verwierf met zijn historische romans, pakt nu uit met De leeuwerik, waarin de mentaliteit van de middeleeuwer in de twaalfde eeuw en het thema van de hoofse liefde centraal staan. Eco had het in zijn detective over de eerste helft van de veertiende eeuw en kon er terloops ook zijn semiotische passie in kwijt. Claes wekt de vroege middeleeuwen in de Provence weer tot leven en maakt via het hoofdpersonage duidelijk hoe hijzelf vandaag tegen literatuur aankijkt. Intertekstueel variëren op bestaande modellen, zoals de tropator -troubadour negenhonderd jaar geleden al deed, dat is ook de poëtica van Paul Claes. In die zin is deze hoofse liefdesgeschiedenis niet zomaar een literaire verkenning van de middeleeuwse tijdsgeest, maar eveneens een pro domo van Claes zelf.
'De luit danste op mijn rug als de vleugel van een engel.' Het duurt lang voordat Raimon, protagonist in De leeuwerik , zijn roeping van speelman of troubadour ontdekt en de luit ter hand neemt die hem beroemd zal maken. Eerst moet hij als novice in het klooster van het Zuid-Franse Miraval ontdekken hoe zijn oom-abt de katjes in het donker knijpt. Van observator van de verboden liefde van de abt wordt hij viator : als straf voor zijn voyeurisme moet hij op pelgrimage naar Santiago de Compostella. Onderweg leert hij zijn ware roeping kennen en ook zijn echte liefde. Azalaïs, vrouw van Rocabruna en zelf troubadour, neemt Raimon in dienst als haar page én hoofse minnaar. Ondertussen worden beide tortelduifjes meegesleept in de maalstroom van de geschiedenis. In een wervelende finale verliezen ze alles, komen ze terecht in de draaikolk van de ketterse katharen om uiteindelijk toch nog elkaar te vinden - maar zoveel sadder en wiser . De wijze woorden van de monnikenleraar Faustinus van in het begin krijgen dan hun volle lading: de liefde ( amor ) is onlosmakelijk verbonden met de dood (mors ) zodat, aldus deze voorloper van Sigmund Freud, je maar beter op zijn Romaans van amors (liefde én dood in een) kunt spreken.
Claes suggereert met een inleidend citaat uit het beroemde leeuwerikenlied van de Occitaanse troubadour Bertrand de Ventadour dat hij een romaneske monografie maakte over deze minstreel. (Of over de troubadour Peire Vidal die op goede voet stond met dame Azalaïs van Montferrat.) Maar eigenlijk wilde Claes laten zien hoe de moderne literatuur, zoals hij die zelf met brio bedrijft, in de Zuid-Franse hoofse lyriek van de twaalfde eeuw werd geboren. Het autonome spel met woorden vindt daar zijn wonderlijke oorsprong: 'Elk lied was een troop, een variant op een vorig lied.' En natuurlijk dat in de middeleeuwen dit jongleren met woorden een religieuze ondertoon had: 'Zoals God een heelal vol harmonie schept, verbinden zij ( dichters en musici, nvdr) in hun kunst alles met alles: tonen met tonen, betekenissen met betekenissen.' Knap hoe de erudiete Claes de middeleeuwse manier van kunst maken maar ook van hoofse liefde beleven, oorlog voeren en overleven tout court in dit liefdesverhaal verweeft. Je komt zo de geboorte van de notenbalk door Guido van Arezzo te weten, de allegorische manier van denken van de middeleeuwer tot en met de kathaarse misantropie: 'Wij rouwen om elk kind dat geboren wordt. Iedere geboorte is een overwinning van de Prins van de Duisternis.' En natuurlijk dat Claes, de superbe exegeet van gedichten, het niet kan laten om ook een masterclass poëzieanalyse in een fragment te verwerken. Raimon heeft het dan met name over de beroemde eerste Tityrus-versregel van Vergilius in diens Bucolica : 'Het getinkel van de geitenbelletjes trippelde door zijn zesvoetig vers.'
Zoals Claes al in De kameleon de achttiende-eeuwse verlichte pruikentijd tot leven bracht, of de humanistisch-decadente tweede eeuw van Hadrianus in Psyche, zo weet hij in De leeuwerik de twaalfde hoofse eeuw op te roepen in al haar dubbelzinnigheid van crea-tieve en destructieve passie. Oorlog, geweld en bedrog waren schering en inslag. Maar op die mestvaalt groeide dus ook de bloem van de liefde en de hoge literatuur. De leeuwerik is De rode ridder voor volwassenen. Johan heet hier Raimon en diens blonde stripvamp wordt omgetoverd tot Raimons muze Azalaïs: 'Ik slaap in duisternis, / Azalaïs, / uw Maan verrijst weldra, / Lucifera.'
Matthieu Kockelkoren
In een reeks historische romans over de kentering van de Europese cultuur beschrijft de vooral van zijn virtuoze vertalingen bekende Paul Claes (1943) hier in een decor van de 12e eeuwse Provence de wederwaardigheden van de jonge burchtheer Raimon. Aanvankelijk als opstandige monnik voor straf op pelgrimage gestuurd ontdekt hij zijn muzikale gaven en raakt hij in de ban van een 'Belle dame sans merci', die hem de verfijnde kwellingen van de Hoofse liefde doet ervaren. De avontuurlijke tocht wordt beschreven met veel gevoel voor het pittoreske detail en opgesierd met interessante uitweidingen over de vroege muziekgeschiedenis en het groeiende, sectarische verzet tegen de losbandigheid van de geestelijkheid. In deze erudiete terzijdes munt het avonturenverhaal zeker uit, maar de intrige zelf heeft alle karakteristieken van een wat larmoyante ... kasteelroman. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.