Van noten en tonen : wegwijs in muzikale begrippen
Ignace Bossuyt
Ignace Bossuyt (Auteur)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Davidsfonds Uitgeverij, 2017 |
VERDIEPING 3 : FEESTPALEIS : OVER MUZIEK-FILM : 781.2 BOSS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2010 |
VOLW. : NON FICTIE : 781.2 BOSS |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Davidsfonds Uitgeverij, 2017 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : BOSS |
00/00/0000
Niets zo moeilijk als over muziek praten! Muziek heeft immers geen intrinsieke betekenis. Is een hoge noot opgewekt, een lage depressief? Is een snel tempo vrolijk en een langzaam droevig? Veel hangt af van het gevoel van de luisteraar, van de context van het stuk en van de uitvoering. Er zijn echter ook objectieve parameters; lang niet alles is subjectief en interpretatieafhankelijk. Muziek is immers een strak gestructureerd systeem waarover je wel degelijk toetsbare uitspraken kan doen. In Van noten en tonen: wegwijs in muzikale begrippen geeft Ignace Bossuyt, emeritus hoogleraar musicologie aan de K.U. Leuven, een spoedcursus jargon. Wat je normaal in drie, vier jaar muziekschool krijgt aangeleerd, is hier gebundeld in een boekje dat je op een uurtje of twee kan doorwerken (daarbij weliswaar stevig gehinderd door de onooglijk kleine letter waarin het gesteld is).
Een lexicon van de belangrijkste muzikale termen, telkens begeleid van voorbeelden, beslaat de tweede helft van het boek. Het eerste deel bevat een inleiding in de grondbegrippen van de muziek. Een eerste hoofdstuk gaat over geluid en tonen, de noten en het notatiesysteem (notenbalken en sleutels). Het tweede behandelt metrum en ritme, het derde consonantie en dissonantie, en in het vierde komen grote en kleine toonaarden aan bod en wordt het begrip 'modulatie' uitvoerig besproken. Het volgende deeltje is gewijd aan het tempo en het laatste aan klankkleur. Slechts 69 bladzijden heeft Bossuyt daarvoor nodig. Voor wie voorkennis heeft, is dit een prima opfrissing van de basics van de muziektheorie. Is dit boekje echter daadwerkelijk bedoeld voor de muzikale leek, dan lijkt het toch wel sterk dat wie van bladzijde twaalf tot zeventien pas noten leert lezen, op pagina achttien meteen de openingsmaten van een strijkkwartet van Haydn kan interpreteren. Hoewel Bossuyt stap voor stap te werk gaat, met bij alle kwesties illustraties en voorbeelden uit de muziekgeschiedenis, gaat het voor oningewijden ongetwijfeld te snel. En dan zijn er ook nog een aantal lacunes. Bossuyt haalt voornamelijk voorbeelden uit de barok en de klassiek aan ? de romantiek is voor hem al een stroming die te veel experimenteert met de hier besproken regels. Modernistische muziek is bijgevolg volledig afwezig in zijn betoog. De dodecafonie van Schönberg wordt weggezet als experiment en Bartoks grillige maatsoorten en -wissels blijken stof voor gevorderden. En dan is er nog een kwestie die niet helemaal volledig uiteengezet wordt. Waarom fa kruis en sol mol (hetzelfde geldt voor la kruis en si mol) op de piano dezelfde toets, toch niet dezelfde noot zijn, wordt aan de hand van het fenomeen leidtoon verklaard. De meer fysische/wiskundige uitleg ? waarbij ze eigenlijk licht van elkaar verschillen in toonhoogte ? wordt niet gegeven. Het neemt niet weg dat Van noten en tonen een degelijke inleiding is en het lexicon een handig naslaginstrument. [Carl De Strycker]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek geeft Ignace Bossuyt, emeritus hoogleraar musicologie van de K.U. Leuven, een spoedcursus muziekjargon. Wat je normaal in drie, vier jaar muziekschool krijgt aangeleerd, is hier gebundeld in een boekje dat je op een uurtje of twee kan lezen (daarbij weliswaar gehinderd door de onooglijk kleine letter). Het eerste deel is een inleiding in de grondbegrippen van de muziek: geluid en tonen, de noten en het notatiesysteem, metrum en ritme, consonantie en dissonantie, grote en kleine toonaarden, modulatie, tempo, en klankkleur. Het tweede luik is een lexicon van de belangrijkste muzikale termen, die telkens begeleid gaan van voorbeelden. Voor wie voorkennis heeft, is dit boek een prima opfrissing van de basics van de muziektheorie, maar voor wie niet ingewijd is, gaat het wel wat te snel. En dan zijn er ook een aantal lacunes. Zo haalt Bossuyt voornamelijk voorbeelden uit de barok en het classicisme aan, en is modernistische muziek is zelfs helemaal niet vertegenwoordigd. Niettemin is Van noten en tonen een degelijke inleiding en, dankzij het lexicon, een handig naslaginstrument.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.