Ulysses
James Joyce
Paul Claes (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2008 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VERZAMELBUNDEL : CLAE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERZAMELBUNDEL : CLAE |
em/ov/28 n
Die vormgeving maakt van Claes' selectie een monumentje. Aan zelfverzekerdheid ontbreekt het Claes niet. Want hij stelt die gedichten niet zonder meer voor als zijn persoonlijke en dus subjectieve lievelingsverzen, maar geeft ze een objectieve waardering en belang door de verzameling te omschrijven als 'de canon' van de Nederlandstalige lyriek. Voor hem is ze de toetssteen van alle poëzie.
De selectie begint met het nog altijd ontroerende 'Hebban olla vogala' uit het laatste kwart van de elfde eeuw, tot het indrukwekkende slotgedicht uit Chrysanten, roeiers (1977) van Hans Faverey. Tussendoor passeren veel gedichten die niet iedereen meteen uit het hoofd kan opzeggen, met als waarschijnlijk grootste verrassing een prozagedicht uit de roman Max Havelaar (1860) van Multatuli.
Claes presenteert niet zomaar een bloemlezing, hij becommentarieert elk gedicht (en bij Hooft, Vondel en Gezelle zijn er dat telkens drie) systematisch. Dat doet hij zowel in historisch, biografisch, inhoudelijk en technisch opzicht, als in de nawerking van het gedicht. Zo nodig geeft hij er een woordverklaring bij.
Claes schrikt er niet voor terug om zich pedagogisch op te stellen. Waarom zou hij ook? Hij weet er toch meer van dan wij. (mr)
31/12/2009
Het is even slikken, hoe klassiek het omslag met Hollands landschap, de gouden titelletters en de gouden schutbladen van dit boek ogen. Maar nu er canonlijstjes van alles en nog wat verschijnen, mocht een canon van de Nederlandstalige poëzie in tachtig gedichten niet ontbreken. In zijn inleiding legt Paul Claes uit wat hij onder de literaire canon verstaat: "een verzameling van literaire werken die door de tijd zijn gespaard en als erfgoed bewaard dienen te blijven". Hij wijst zelfs op de analogie tussen culturele selectie en natuurlijke selectie. Een canon samenstellen is dus ? al denkt een bloemlezer als Gerrit Komrij daar anders over ? per definitie niet origineel. Toch heeft Claes zeker ook eigen voorkeuren laten meespelen, die hij enigszins objectiverend verantwoordt. Een vormvast gedicht dat verwijst naar de biologische basis van ons bestaan, naar algemeen menselijke ervaringen of naar de maatschappelijke orde heeft meer kans om de culturele evolutie succesvol te doorstaan dan een te gezocht, ontregelend of ingewikkeld gedicht.
De bloemlezing is in vier periodes ingedeeld: middeleeuwen (17 gedichten), nieuwe tijd (19), romantiek (28), moderne tijd (16). Elke periode krijgt een korte inleiding over de maatschappelijke en culturele achtergrond, thematiek en techniek, die als je ze na elkaar leest een meesterlijke literatuurgeschiedenis in een notendop vormen. Dan volgen chronologisch de gedichten, voorafgegaan door een korte noot over leven en werk van de dichter en een systematisch commentaar bij elk gedicht (situering, techniek, thematiek en nawerking). Bij de oudere teksten staat woordverklaring of zo nodig een hertaling. Bovendien is de bloemlezing uitvoerig en vaak origineel geïllustreerd. Behalve evergreens als het schutblad met 'Hebban olla vogala' en de miniatuur van Hendrik van Veldeke uit het Manesse-handschrift vind je bv. een schilderij met een dodendans uit een kerk in Tallin, het blazoen van de Amsterdamse rederijkerskamer De Eglantier, een prachtig portret van de oude Vondel, een van de roemruchte foto's (nu eens niet zwart-wit, maar in sepia gereproduceerd) van Willem Kloos door Willem Witsen enz. Vaak is ook het gedicht in manuscript of het omslag van de bundel afgebeeld.
Het commentaar is een wonder van gebaldheid. Op nog geen bladzijde zegt Claes meer dan de meeste commentatoren. De classicus die hij nu eenmaal is, legt de finesses van woordkeuze, metriek en structuur bloot, schetst in enkele zinnen het thema en wijst en passant op intertekstuele verwantschap met passages uit de Bijbel, de klassieke of de moderne literatuur. Helemaal oorspronkelijk is de rubriek 'nawerking', die nog maar 's getuigt van zijn immense belezenheid en naar volledigheid lijkt te streven. Bij Vondels 'Kinder-lyck' mis ik wel 'De vader van de baby Constantijn' uit Ed Leeflangs bundel Bewoond als ik ben. Over de keuze kan ? ook dat is kenmerkend voor een canon ? natuurlijk worden gediscussieerd. Hooft, Vondel en Gezelle zijn met drie gedichten vertegenwoordigd. Bredero, Gorter en Van de Woestijne en Nijhoff met twee. De meeste dichters dus maar met één gedicht. Sommigen zullen het jammer vinden dat Van Ostaijen alleen met 'Melopee' aanwezig is, Achterberg met 'Eben Haëzer', Lucebert met het poëticale 'ik tracht op poëtische wijze', Claus alleen met 'De moeder'. Anderen vragen zich wellicht af waarom Gerrit Kouwenaar ontbreekt (Faverey staat er wél in), of Marnix Gijsen niets beters heeft geschreven dan 'Geschenk van mijn vader' en of er voor Marsman niets typischers in mocht staan dan 'Herinnering aan Holland'. Dit is net de functie van een canon: "tot ijkpunt dienen voor onderwijs, kritiek en cultuur", in het besef dat de canon nog steeds onder vuur staat.
Dat er in deze bloemlezing niet alleen veel te bewonderen en te bevestigen valt, maar commentaar en woordverklaring ook geregeld nieuwe inzichten brengen, is niet het enige dat de lezer hier op zijn qui-vive houdt. Dat doet ook de soms verrassende keuze: het middeleeuwse lied van Heer Everzwijn, dat de meesten enkel van Claus kennen, Multatuli met Saïdjahs zang 'Ik weet niet waar ik sterven zal', O.K. de Laey met een West-Vlaams staaltje van 'objectieve poëzie', en het prachtige maar nog steeds in te kleine kring bekende 'Goede morgen? Hemelse mevrouw Ping' van Fritzi ten Harmsen van Beek. En daar staat ook de spitse en soms speelse stijl van Claes borg voor: de fijnzinnige bijschriften bij de dichtersportretten, de bijna systematische vermelding in de biootjes van de doodsoorzaak, het goed gekozen motto uit het oeuvre waarmee elk stukje over een dichter opent. Dat Kloos' definitie van kunst als de 'aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie' eerst berucht en later befaamd wordt genoemd, is te opmerkelijk om niet bedoeld te zijn. Claes wijst in zijn inleiding immers op het typisch moderne herleiden van poëzie tot gevoelsuiting. Wel foutief lijkt me de toeschrijving van de aquarel 'Melopee' aan Hugo van Campendonk in plaats van aan Heinrich Campendonk. Ook qua vormgeving is het boek een streling voor het oog. Als het niet zo'n torenhoog cliché was: dit is een bloemlezing die geen enkele poëzieliefhebber in de Lage Landen zich mag ontzeggen. [Erik de Smedt]
T. van Deel
Paul Claes is de gedroomde canon-bloemlezer, omdat zijn keuze het volle pond geeft aan de traditie, evenwichtig en overkoepelend is, én omdat hij zijn keuze van erudiet en bondig commentaar voorziet. De poëtische canon van Claes – maar tachtig nederlandstalige gedichten – bestrijkt vier periodes: middeleeuwen, nieuwe tijd, romantiek, moderne tijd. Welke gedichten hebben de natuurlijke selectie in de culturele evolutie overleefd? Hebban olla vogala. Eens meienmorgens vroe. Heer Halewijn. Het Wilhelmus. Sal nemmermeer gebeuren. De moerbijtoppen ruischten. Ik heb de witte waterlelie lief. De moeder de vrouw. Oote oote oote. Volgens een vaste opzet bespreekt Claes van al deze gedichten achtereenvolgens: situering, techniek, thematiek en nawerking. Van de dichters, als al bekend, geeft hij kort een indruk van leven en werk. Het is een uitermate stimulerende, didactische bloemlezing plus commentaar geworden, waarin die gedichten zijn opgenomen en besproken die onmiskenbaar tot de huidige harde kern van ons poëtisch erfgoed behoren en nog altijd op de een of andere manier zijn blijven meespelen in de poëzie door de eeuwen heen. Een gids als Paul Claes fungeert als een cultureel ijkpunt, hij gelooft in de canon, want daarzonder valt de poëzie in duigen. Royaal geïllustreerd.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.