De wilde detectives : roman
Roberto Bolaño
Roberto Bolaño (Auteur), Aline Glastra Van Loon (Vertaler), Arie Van der Wal (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1136 |
31/12/2009
Alles is al onomkeerbaar verloren
De onlangs vertaalde roman 2666 van de Chileense auteur Roberto Bolaño werd in 2004, een jaar na Bolaño's overlijden, in Spanje uitgegeven. Bolaño toont zich hierin Cervantes, don Quichote en Sancho Panza in één persoon: een schrijver die het romangenre een onmiskenbaar eigen stempel geeft, een fanaticus die via lezen en schrijven de onvatbare werkelijkheid in een even onvatbare schriftuur voor zijn lezers openbreekt, een schelm en ironicus die zijn afstand tot de realiteit in een geheel eigen stijl openbaart.
Volgens Bolaño kan de literatuur in onze tijd geen oplossingen aanreiken, omdat de lineaire tijd ? die (bij Bolaño) van genesis naar apocalyps in het zoeken zelf wordt opgelost ? niet langer onze horizon is. Daardoor verandert Bolaño de opzet van de roman. Of radicaliseert hij het genre door het zoeken zowel inhoudelijk als vormelijk een nieuw leven in te blazen, daarbij geïnspireerd door voorgangers en auteurs van avonturenromans. Maar bij Bolaño ontbreekt het einde (van de zoektocht) en wordt het opgeslorpt in een frenetiek schrijven dat slechts zijn eigen dolle dynamiek kan volgen. Alle rampen die op het einde der tijden zouden moeten losbreken, zijn al een integraal onderdeel van het huidige zoeken zelf. We gaan nergens heen, wat de weg zelf tot onderwerp van onze stappen herleidt. We schrijven ons niet langer naar een einde, maar het gebrek aan einde opent in lezer en schrijver onmetelijke (en verschrikkelijke) horizonten, die alleen door verte en niet door nadering bestaan. We beleven al de rampen die we in de toekomst hebben geprojecteerd.
Eigenlijk wilde de stervende Bolaño niet dat 2666 in één boekdeel zou worden uitgegeven. De auteur wilde vijf afzonderlijke maar qua thematiek en schrijfstijl zeer verwante romans publiceren en zo de economische toekomst van zijn vrouw en kinderen veiligstellen. In een appendix bij de roman stellen Bolaño's erfgenamen dat ze uit "respect voor de literaire waarde van het werk" tegen de laatste wil van de schrijver zijn ingegaan door de roman "in zijn totale omvang in één enkele deel [te] publiceren". Maar al in de roman zelf speelde Bolaño met de idee van een kolossaal boek: "Wat een trieste paradox, dacht Amalfitano. Zelfs geletterde apothekers wagen zich niet meer aan de grote, onvolmaakte, onstuimige werken die zich een weg banen in het onbekende. Ze kiezen voor de perfecte oefeningen van de grote meesters. Of wat hetzelfde is: ze willen de grote meesters zien terwijl die zich trainen in het schermen, maar ze willen niets weten van de echte gevechten, waarin de grote meesters strijden tegen 'dat', het 'dat' dat ons allemaal angst aanjaagt, het 'dat' dat intimideert en koppig volhoudt, waar bloed en dodelijke verwondingen en stank aan te pas komen."
2666 bestaat uiteindelijk dus uit vijf afleveringen. In de eerste ('Het deel van de critici') delen vier literatuurprofessoren, Jean-Claude Pelletier (een Fransman), Piero Morini (een Italiaan), Manuel Espinoza (een Spanjaard) en Liz Norton (een Engelse) dezelfde fascinatie voor het werk van de enigmatische Duitse schrijver Benno von Archimboldi. De betrokkenheid tussen de vier neemt al snel kosmopolitische vaudevilleproporties aan ? inclusief een ménage à trois (er wordt nogal wat afgeneukt in deze roman...) ? en mondt uit in een nonsensicale pelgrimstocht naar Santa Teresa (een kopie van het Mexicaanse Ciudad Juárez) aan de grens tussen Mexico en de Verenigde Staten, waar Nobelprijskandidaat Archimboldi zou zijn opgemerkt. En verdwenen...
De stad Ciudad Juárez kwam de afgelopen jaren niet zelden in de pers. Daar werden en worden immers honderden vrouwen vermoord, vaak na verkrachting of andere misdadige mishandelingen. En de dader(s) word(en) niet gevonden. Of men zoekt niet goed, wat betekent dat de politie hoogstwaarschijnlijk met opzet de verkeerde richting uitkijkt of zelf in de affaires betrokken is. In Mexico worden drugshandel en wapenverkoop door een aantal criminele netwerken of kartels 'beheerd'. Wie op een of andere manier, vaak zonder het zelf te beseffen, een strobreed in de weg legt van die misdadige maffia, wordt geëlimineerd.
Toen president Obama in april 2009 Mexico aandeed en openlijk zijn steun uitsprak voor zijn collega Calderón (toch geen politieke geestesgenoot van de zwarte president), kwam slechts één thema naar boven drijven: de drugshandel waarin de beruchte kartels met hun schietgrage handen het hoge woord voeren. Ondanks het feit dat de Amerikanen een muur optrokken om Mexicanen buiten te houden, blijven de problemen schrijnend actueel. Obama heeft drie drugkartels op de zwarte lijst van maffiaorganisaties gezet. Zo kunnen de VS bv. de banktegoeden van die criminele bendes bevriezen. Jaarlijks zijn de drugbaronnen 'goed' voor 10.000 moorden. Maar er is meer aan de hand dan de drugshandel. Obama wil ook een verdrag tegen de wapenhandel goedgekeurd zien dat door Bush gesaboteerd werd. Drugs en wapens, het zijn vooral Amerikaanse problemen die een Amerikaanse oplossing vereisen. Maar de VS exporteren blijkbaar liever hun problemen dan er sluitende oplossingen voor uit te dokteren. Toch zou Obama een interamerikaans verdrag (eigenlijk een verkoopsverbod voor aanvalswapens) willen goedgekeurd zien door de senaat. In het afgelopen jaar alleen al heeft Mexico 35.000 wapens afgepakt die in de VS werden gekocht... Drugs en wapens dus, een gevaarlijke mix, waarmee Bolaño zijn dolle 'schrijfmachine' voedt.
Waarom deze politieke achtergrondinformatie in een recensie over een uitermate literair schrijver? Omdat Bolaño zich telkens weer vastbijt in een politiek-sociaal probleem en er een literaire dimensie aan geeft. Gedaan met het magisch realisme à la Márquez, die zich bv. in Honderd jaar eenzaamheid volop geïnspireerd heeft op de lineaire, apocalyptische tijd van de joods-christelijke beschaving maar ook van het marxisme. Wat eens als een soort wonderen werd beschreven, is nu tot onoplosbare gruwelen verworden. Een apocalyps is allesvernietigend en Bolaño slooft zich uit om die permanente wereldoorlog, die al is uitgebroken en velerlei verschijningsvormen heeft, te beschrijven. De auteur zet zich niet alleen af tegen nationale literaturen en het literaire establishment (in zijn onlangs heruitgegeven roman De wilde detectives wordt zelfs een moord op Octavio Paz beschreven), hij ondergraaft ook de stereotypen en is een kosmopolitische auteur die in zijn thematiek op de hele wereld is afgestemd. Bolaño is een literair en politiek bewust schrijver in een geglobaliseerde wereld, die beseft dat alle ideologieën hebben afgedaan en dat er voor de complexe problemen geen oplossing te vinden is. Hij beschrijft het kwaad in zijn vele vormen, en gaat resoluut uit van een fundamentele patstelling: waar men vroeger nog las om te ondervinden welke oplossingen de schrijver kon aanreiken, legt men zich nu neer bij een notie die van de Chileense schrijver een schrijfbeest maakt: alle onderzoek blijft zonder gevolg, het onderzoek zelf wordt uitvergroot tot een heuse manier van schrijven (een labyrintische plot waarin veel anekdotes en verhalen een plaats krijgen, een onoplosbare queeste, doorspekt met ironie en af en toe ook een korreltje cynisme).
In het eerste deel van 2666 vinden de literatuurcritici de verdwenen schrijver Archimboldi (een verwijzing naar de Italiaanse maniëristische schilder Giuseppe Arcimboldi uit de 16e eeuw) niet, ze mislukken in een Nieuwe Wereld waarvan ze de codes niet kennen. Maar hun zoektocht leidt in het tweede deel ('Het deel van Amafitano') naar een gefrustreerde, in Spanje wonende Chileense balling en professor Amalfitano, die zich onledig houdt met experimenten à la Marcel Duchamp, zoals een geometriehandboek buiten aan de waslijn hangen om de theorie in de werkelijkheid te laten doordringen. Hier beschrijft Bolaño de verbanden tussen avant-gardistische literatuur en filosofie. Amalfitano heeft ooit iets van Archimboldi vertaald. Nu leeft hij met zijn 17-jarige dochter Rosa in het gevaarlijke Santa Teresa.
In de derde aflevering van de roman, 'Het deel van Fate', voert de auteur Quincy Williams (Oscar Fate) op, een zwarte Amerikaanse journalist die ideologisch dicht bij de Zwarte Panters staat en zich na de dood van zijn moeder in de sportwereld waagt. Fate gaat tegen zijn zin naar Santa Teresa om een bokswedstrijd te verslaan. Hier lezen we al over de verdwijningen van de meisjes in de streek, die spaarzaam en progressief al in het eerste en tweede deel waren vermeld. Fate ontdekt de gruwel van de vrouwenmoorden en zou er graag over schrijven, maar vangt bot bij zijn hoofdredacteur. Verder is hij getuige van enkele brutale scènes in een discoteek die ongetwijfeld onder de controle van de georganiseerde misdaad valt. Hij is ervan overtuigd dat in deze moorden het geheim van de wereld ligt.
In het vierde en lijvigste 'Deel van de misdaden' ontpopt Bolaño zich tot een heuse detective die minutieus een honderdtal vrouwenmoorden beschrijft, zoals een forensisch arts dat zou doen. Volgens hispaniste Ilse Logie, die in een lezing o.m. het apocalyptische karakter van 2666 analyseert, is dit deel "de kern [van de roman] en ook zijn 'krater' of zwarte gat die de mislukking van elke wet en beschaving condenseert". Bolaño beschrijft pijnlijk gedetailleerd de stuntelige onderzoeken die door alle politiekorpsen worden gevoerd, "terwijl journalisten, verdachten en een vrouwelijke afgevaardigde van de [staatspartij] PRI in de hoofdstad Mexico 'wilde detectives' worden". Uiteindelijk wordt een tot Amerikaan genaturaliseerde Duitser, Klaus Haas, aangeklaagd en gevangengezet, hoewel het moorden gewoon blijft doorgaan. Bolaño vat de hele Mexicaanse machocultuur samen in één zin: "Vrouwen zijn als wetten, ze zijn gemaakt om geschonden te worden."
In het vijfde deel, 'Van Archimboldi', maken we nader kennis met de raadselachtige schrijver en zijn biografie. Hij vocht mee met de Duitsers tegen de Russen in de Tweede Wereldoorlog, en na heel wat omzwervingen en de ontdekking van zijn schrijverschap reist hij over de hele wereld met een tikmachine, vijfhonderd witte bladzijden en een hoopje kleren. Op zijn tachtigste vestigt hij zich, jawel, in Santa Teresa. Tijdens de oorlog heeft Hans Reiter ? de echte (?) naam van Archimboldi ? de schriften van ene Ansky ontdekt, waaruit ook de gruwel van de Holocaust blijkt. Hier ontwikkelt Bolaño het thema van de nietsontziende beul die toch in staat blijkt tot gevoelens van genegenheid (in de schoot van zijn nietsvermoedende familie). Ilse Logie vat haar interesante analyse als volgt samen: "Terwijl hij beide zijden van de Atlantische Oceaan overbrugt, bouwt Bolaño een geschiedenis van geweld en vernieling op, die gestalte geeft aan de apocalyptische bekommernissen van het einde van de 20e eeuw. Hoewel de verteller met de bijbelse apocalypticus de noodzaak deelt van de interpretatie en zingeving van onze ervaring van de geschiedenis, onderdrukt hij het lichtende visioen van de verwerkelijking van de collectieve redding om alleen nog de monsterachtige werkelijkheid te openbaren. Anderzijds behoudt de auteur ook de twee parallelle zoektochten die in de Apocalyps van Johannes aanwezig zijn: het begrijpen van de geschiedenis en de mogelijkheid om dat begrip om te zetten in de schrijfdaad." In de titel van 2666 zit het cijfer 666, dat in de Apocalyps het teken is van het Beest, van de antichrist, symbool van het kwaad dat in dit boek op vele niveaus geanalyseerd en beschreven wordt. De belofte van een radicale verandering van oude in nieuwe werelden wordt opgeheven en alleen de plagen van de 20e eeuw blijven over, zonder hun oplossingen. Dat is ongetwijfeld de lezing die Bolaño maakte van de zin van Baudelaire die hij als motto van zijn roman citeert: de wereld is "[e]en oase van verschrikking te midden van een woestijn van verveling." [Bart Vonck]
Drs. Michael A. Vissers M.Ed.
Vernieuwende roman in vijf afdelingen met als fysiek middelpunt de stad Santa Teresa in Noord-Mexico bij de Amerikaanse grens. We volgen experts in het werk van de obscure schrijver Archimboldi naar deze plaats (de schrijver zou zich daar ophouden), maken kennis met een universitair docent en zijn dochter Rosa en met een journalist die naar Santa Teresa toekomt en Rosa het leven redt. In het volgende deel staat het onderzoek centraal naar de honderden vrouwenmoorden die in die regio plaats vonden; en in het laatste deel, dat in Duitsland speelt, komen we veel te weten over Archimboldi. De Chileen Bolaño (1953-2004) is dé Spaanstalige schrijver van zijn generatie. Eerder schreef hij o.a. de bekroonde roman 'De wilde detectives' (ook verschenen als 'De woeste zoekers'). Dit postuum verschenen magnum opus laat je niet los: mooie, ontroerende, spannende en erotische passages wisselen elkaar af. Bolaños pakkende schrijfstijl doet aan Borges of Cortázar denken. Kortom; een ideaal boek voor lange zomeravonden. Met nawoord en verklarende woorden- en namenlijst. Glastra-van Loon en Van der Wal hebben met deze soepele vertaling een grote prestatie geleverd. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.