Het walvisoor
Bart Plouvier
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Manteau, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5542 |
31/12/2008
Met de roman Dorpers voegt Bart Plouvier een nieuw hoofdstuk toe aan zijn romancyclus over het fictieve dorp Gistrode, gelegen in de schaduw van Koekenstad. Eerder stond het al centraal in Het Gelag (Nijgh en Van Ditmar, 1995), Het Gemis (Manteau, 1998), De Biechtspiegel (De Leeswolf 2000, p. 10) en De Gele Vlag (De Leeswolf 2003, p 412).
Gistrode is een op het eerste gezicht typisch Vlaams dorp waar het leven evenwel zijn ongewone gang gaat. Plouvier schildert er in een plastische tussentaal zijn eigen universum. De dokter is altijd dronken, pater Donatus zweeft over de dijken en de IJsmadam jaagt de vissers van de Gezegende Bruinvis de stuipen op het lijf. De doden gaan soms op café, en als het onweert, rijdt de Heer van de Osselaerhoeve in een brandende karos door het dorp. Kortom, Plouvier schetst een wonderlijke wereld waarin magie en realiteit nauw met elkaar verbonden zijn. Want de personages en hun belevenissen mogen dan nog zo excentriek zijn, ze kampen toch met dezelfde vragen als iedereen, zoals: wat is liefde? Waar komen we vandaan? En vooral: wat hebben we hier in godsnaam verloren?
Centrale figuur is Hieronymus Joos, ofwel Pépé van 't Zeetje, die bijna honderd jaar geleden van de kust naar Gistrode trok. Liggend op zijn sterfbed vertelt hij allerlei anekdotes uit zijn leven aan zijn achterachterkleinkind Jonas, of hij geeft commentaar bij de hoofdstukken waarin andere personages centraal staan. Pépé is met andere woorden de rode draad die het boek samenbindt, want eigenlijk is Dorpers eerder een collectie verhalen dan een echte roman. En daar ligt net het zwakke punt van dit boek: je hoopt als lezer dat de verschillende verhalen organisch in elkaar zullen grijpen om uit te groeien tot een geheel, zodat het boek meer is dan de som van zijn delen, maar daarvoor is de figuur van Pépé te weinig een bindende factor. In het laatste hoofdstuk is het dorp bv. helemaal van de kaart omdat Pépé uiteindelijk gestorven is, maar we hebben er het raden naar waaraan Pépé die status verdiend heeft. Ook de wisselende kwaliteit van de verhalen komt de eenheid van het boek niet ten goede. Plouvier is op zijn sterkst in de brieven die in het boek staan, omdat hij daarin de personages het best tot hun recht laat komen. Elders staan de verhalen wel eens te veel ten dienste van de hocus pocus en van de buitenissigheid van personen en toestanden.
Desondanks leest Dorpers als een trein, en weet Plouvier af en toe de gevoelige snaar te raken. Alleen jammer dat die geregeld overstemd wordt door overdreven tromgeroffel. [Johan Paulussen]
J.T.G. Maas
In deze roman "bouwt" Plouvier verder aan zijn mythisch-fantastische fictieve Vlaamse dorp Gistrode en aan de bewoners die het bevolken. We herkennen figuren uit zijn eerdere romans: veelal kleurrijke figuren in gecompliceerde relaties. Hoewel het fraaie Vlaams voor veel Nederlandse lezers wel wat lastig zal zijn (hardop lezen kan helpen), is het taalgebruik van Plouvier literair en boeiend. Het boek bevat tegelijk humoristische en schrijnende passages, ontsproten aan de rijke fantasie van de auteur, maar ook met verwijzingen naar de realiteit. Plouvier (uit 1951) is een van de interessantste auteurs in het Vlaamse taalgebied en zeker de moeite waard om gelezen te worden. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.