Lagerwal : gedichten
Luuk Gruwez
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 3425 |
Roger Huisman
il/pr/03 a
‘Psilo' is een verzameling korte verhalen die een inkijk geven in het sombere en angstige leven van het hoofdpersonnage, in een vorm "die dicht aansluit bij de poëzie". De voornaamste gedrevenheid van Psilo is zijn angst om te verdwijnen uit het bestaan, zegt Gruwez: "Hij is zich bewust van zijn nietigheid in het grote universum. Het is tegelijkertijd troostend te beseffen dat je, in de woorden van Cees Nooteboom, "een broodkruimel op de rok van het universum" bent én huiveringwekkend dat je voortdurend geconfronteerd wordt met het besef wat je bent."
‘Psilo' zag het levenslicht in september 2005 toen Luuk Gruwez voor het Radio 1-programma ‘Gulliver' iedere zondagavond een stukje voorlas. "Je mag ‘Psilo' niet in één ruk uitlezen, dit is een vorm van proza die gediend is met een langzaamheidslectuur waarbij ook poëzie gebaat is."
Chris Lomme
Luuk Gruwez is een bezige bij, hoewel de literatuur hem "soms de strot uitkomt". Hij werkt voor Chris Lomme aan een monoloog van een roomijsverkoopster. Helemaal in de kinderschoenen, maar toch al goed voor zeker 20 bladzijden notities is zijn ambitieus en intrigerend project om twee monologen over seriemoordenaar Andras Pandy te schrijven. "Ik voer een uitgebreide correspondentie met Andras Pandy", zegt Luuk Gruwez die een keurig samengebonden bundel brieven en notities opdiept. "Pandy is een fervent lezer van mijn werk. Na drie, vier brieven heb ik hem in Leuven-Centraal opgezocht."
Wat waarom is Gruwez zo geboeid door Andras Pandy? "Een zekere fascinatie voor het kwaad, ja. Pandy heeft een hoog Blauwbaard-gehalte, dat thema kan je gebruiken om een nieuw soort mythologie te creëren."
De bezoeken aan Pandy zijn aan strenge regels onderworpen: "Ik mag geen notities nemen, zwijg stil van opnames maken. Pandy maakt voortdurend aantekeningen op zijn handen. Ik durf dat niet, uit vrees betrapt te worden zodat ik niet mag terugkeren. Een bezoek kan een lange of een korte sessie zijn. Bij een lange sessie moet Pandy in de helft van het gesprek naar een aparte ruimte. Daar wordt hij volledig uitgekleed en gefouilleerd om te zien of hij niets gekregen heeft."
"Pandy heeft een enorme verzameldrift. Zo heeft hij altijd zijn afgeknipte hoofdhaar bij de kapper meegenomen om zijn hoofdkussens op te vullen. Als een verzameling totaal en volledig is, dan is het bestaan verzameld. Dit is een vorm van weerstand tegen de grote verdwijntruc van het bestaan."
Philip Hoorne
rt/aa/04 m
Zie de mens. Hij heet Psilo. In alle columns in dit nieuwe boek van Luuk Gruwez staat zijn naam in de titel en hijzelf centraal, maar Psilo is altijd iemand anders. Uiteindelijk blijkt hij de universele mens te zijn, geanatomiseerd, uiteengerafeld in verhaaltjes. Psilo denkt veel na en durft zichzelf op een en hetzelfde paginaatje weleens 'tegen-denken'. Hij vindt dit, maar hij vindt ook dat. Hij stelt vragen die hij ogenblikkelijk zelf beantwoordt. In die antwoorden klinkt twijfel, maar ook zelfverzekerdheid. Psilo is een beetje een etter. 'Get a life!' roepen wij hem toe als hij weer eens zanikt over de ongemakken van het ouder worden, hoe hij het verleden en de toekomst boven het heden prefereert, dat hij over te veel zichzelf beschikt en fundamenteel ontroostbaar is.
Luuk Gruwez weet deksels goed hoe de mens in elkaar steekt: gecompliceerd. En spijts zijn smalltalk, sitcoms en stand-upcomedians is de mens niet meteen de prettigste diersoort op aarde. Het is niet de bedoeling dat wij Psilo een toffe peer vinden, want dat is hij niet. Gruwez, zo blijkt uit zijn oeuvre, loopt trouwens zelf niet bijster hoog op met het wezen 'mens'. Mededogen en begrip, dat wel, maar dat is niet hetzelfde als liefde. Psilo lezen is in de spiegel kijken. 'Psilo weent niet om de doden van de wereld, maar om de backhand van zijn tennisidool en om een onverhoopte trouwpartij in zijn lievelingssoap. ' 'Psilo verzamelt anderen met de bedoeling dat zij voor hem applaudisseren. ' 'Psilo dacht aan het einde der tijden. En natuurlijk het meest aan zijn eigen einde, altijd weer belangrijker dan het einde der tijden.' In die spiegel zie je iemand die je makkelijk zou kunnen haten, ware het niet dat het jezelf is die je daar ziet. Maar - en dat maakt veel goed - Psilo is ook een dromer, een fantast en een melancholicus. 'Psilo wil niet zijn. Psilo wil dromen dat hij is. Er zijn er te veel die zijn.'
Fraai uitgewerkte gedachten en poëtische zinnen, zoals we die van een van Vlaanderens beste dichters mogen verwachten, maar ook toogwijsheden en gezeur. Doe, lezer, waar wij helaas de tijd niet voor hadden: beperk u tot één Psilootje per etmaal, dan valt dit boek best te pruimen.
31/12/2007
Luuk Gruwez is vooral bekend als dichter, maar manifesteert zich steeds nadrukkelijker ook als prozaïst. Wie zijn oeuvre overziet, merkt dat de prozaschrijver Gruwez niet wezenlijk van de poëet verschilt. Onafhankelijk van het genre draagt hij steeds dezelfde boodschap uit. De inhoud van zijn werk is monomaan, enkel de vorm is soms anders. En zelfs daarin valt een evolutie te bespeuren, want Gruwez' poëzie wordt prozaïscher ? sinds Dikke mensen (1990) steeds meer verhalende gedichten of verzen waarin een personage een monoloog uitspreekt ? en zijn proza wordt alsmaar poëtischer. Dat laatste blijkt uit de recente bundel Psilo.
Dat boek bevat 52 erg korte verhaaltjes (voor elke week van het jaar een?) waarin een vreemd heerschap, het titelpersonage Psilo, telkens de hoofdrol speelt. Hoezeer Psilo op het eerste gezicht een karikatuur mag lijken, al snel wordt duidelijk dat het een allegorische figuur is, waarin elke lezer wel iets van zichzelf zal herkennen. Zijn naam is afgeleid van de naam van de hoogste berg van Kreta, Psiloritis, en bevat meteen de tragiek van dit meneertje. Hij streeft naar het absolute, maar is door zijn nietigheid gedoemd om te mislukken. Dat is echter niet het ergste, echt wreed is dat hij zich daar ook hyperbewust van is. Het besef klein en onmachtig te zijn verlamt hem. Psilo is geen held, maar een loser die, geconfronteerd met zijn beperktheid, zichzelf niet probeert te overstijgen, maar slechts zijn eigen dispositie observeert en beredeneert. Een echt verhaal is Psilo dan ook niet, het bundelt een aantal rake overpeinzingen over leven, liefde en dood met als centrum het gemoed van een personage. Soms verzandt Gruwez daarbij in zondagsfilosofie en af en toe komt hij dicht in de buurt van de sentimentaliteit en de pathetiek. Niet iedereen zal dat kunnen smaken, maar het moet gezegd: Gruwez is met verve pathetisch.
Wie vertrouwd is met het werk van Gruwez, merkt dat hier al zijn geliefde thema's bijeengebracht zijn in de weemoedige Psilo: de onbeduidendheid van de mens, het absurde van het leven, de hang naar zachtheid en troost als compensatie daarvoor, het escapisme, de tederheid voor de geliefde en vooral de vraag naar het grote verdwijnen en wat er dan nog rest. Zonder auteur en personage aan elkaar gelijk te willen schakelen, is duidelijk dat de vragen waarmee Psilo worstelt ook de obsessies van Gruwez zijn. In die zin bereikt de schrijver met Psilo een inhoudelijk culminatiepunt. Tegelijk vindt hij ook een evenwicht tussen poëzie en proza. De stukjes in Psilo zijn nl. prozagedichten: een verhalende vorm waarin, zonder al te geforceerd te zijn, ook voluit aandacht voor de stijl mogelijk is. Niet enkel excelleert Gruwez in gevatte uitdrukkingen, hij zet ook een heel arsenaal poëtische technieken in (herhalingen, alliteraties en assonanties) die ongemerkt bijdragen aan de melancholische sfeer. Ook de mooie, suggestieve tekeningen van Ilah, bekend van het stripfiguurtje Cordelia, ondersteunen die stemming. [Carl De Strycker]
T. van Deel
Luuk Gruwez heeft met de prozabundel 'Psilo' zijn variant geschreven in de 'meneertjes' traditie, denk aan 'Meneer Teste' van Valéry. Niet lang geleden deed Hedda Martens iets dergelijks, in 'Iemandsland'. Het komt er op neer dat het personage zichzelf in ieder kort hoofdstuk over iets, wat dan ook, ondervraagt en op die manier zijn of haar eigen portret schildert, hoe wisselvallig dat dan ook mag uitpakken. De hoofdstuktitels spreken boekdelen: Psilo en zijn verleden, en zijn lijf, en de kwade dronk, en de geschenken, en de leugen, etc. Intrigerende titels als: Psilo spant een rechtszaak tegen God aan, Psilo krijgt bezoek van Luuk Gruwez. Die laatste knipoog doet vermoeden dat Gruwez zichzelf niet veraf denkt van zijn alter ego. In de overvloed aan meneertjes literatuur is deze bundel zeker wel genietbaar, vanwege de zorgvuldige, maar ook wat weinig compacte en eigenaardige formulering. Meneer Kortom van Nicolaas Matsier is een stuk intrigerender. Het begint al met de eerste zin: "Meneer Psilo's grootste probleem is dit: ooit is hij meer geweest dan wat hij nu is en nooit zal hij meer zijn dan wat hij ooit is geweest." Een kwestie die met de mentaliteit, de melancholie en al die voor Gruwez zo kenmerkende gemoedstoestanden heeft te maken. Opzienbarend is anders.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.