Niets liever dan zwart
Antjie Krog
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Podium, cop. 2006 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : KROG |
31/12/2006
Lijfkreet, de nieuwe bundel van Antjie Krog, is nadrukkelijk opgevat rond lichamelijkheid. Krog analyseert op een bijzonder sterke poëtische manier het fenomeen van het ouder worden. We mogen uiteraard blij zijn met de Nederlandstalige uitgave van deze bundel, maar waarom de veelzeggende Afrikaanse titel Verweerskrif als Lijfkreet werd vertaald, blijft me een raadsel. Iets van het verzet waar Antjie Krog het juist over heeft, het zich niet zomaar willen neerleggen bij een situatie die zich aandient en waar zij niet naast kan kijken, gaat daarmee wel heel direct verloren. Blijft uiteraard het genieten van de poëtische kracht die uit de verzen van Krog spreekt. De verrassende beeldspraak, de steeds wisselende vormkeuze voor de gedichten (van het klassieke sonnet tot een bijna-woordgedicht), de secuur overdachte opbouw van de bundel: het maakt van Lijfkreet een bundel die tot lezen en herlezen uitnodigt.
In de eerste van de drie afdelingen verkent Antjie Krog de feitelijkheden waarmee de ouder wordende vrouw zich geconfronteerd weet: het feit dat ze zichzelf erop betrapt "dat ek my oë verhonger neerlê op jong rimpellose velle", of direct volgend op dit gedicht, de acht menopauzesonnetten, over 'die warm gloede' (de opvliegers), de vaststelling hoe moeilijk het is te aanvaarden dat het lichaam zich "nie meer kan intensifieer tot 'n verrukte knal". Op deze reeks van acht sonnetten volgt dan het 'Leave me a lonely began', waarin ze beschrijft hoe de ober in een tearoom haar als een deel van het meubilair gaat zien. Aan dit alles verbindt Krog, vanuit de in haar poëzie steeds terugkerende thematiek, de (poëticale) vraag naar de positie van de taal: "hoe en waarmee / verwerf 'n mens die woordeskat van ouderdom?"
Afdeling twee uit de bundel houdt al evenzeer een vorm van positiebepaling in, dit keer tegenover de sociale problematiek waarmee Zuid-Afrika (nog steeds) wordt geconfronteerd: de kloof tussen rijk en arm (lees: tussen blank en zwart/bruin), over "haar onvermoë om 'n eerbare lewe / in verhouding tot die armes te lewe". In de slotafdeling staat de Tafelberg, als metafoor voor het land en zijn problemen, centraal. In een reeks seizoensgebonden dagnotities evoceert Antjie Krog de eeuwige berg, dit in perspectief geplaatst met haar eigen lichamelijkheid, die zij beleeft en ervaart, "jy 's my heel enigste mandaat om / die aarde lief te hê".
Lijfkreet is een hoogtepunt in het oeuvre van Antjie Krog, een hoogtepunt ook in de contemporaine Zuid-Afrikaanse poëzie. [Jooris Van Hulle]
Drs. Cees van der Pluijm
Antjie Krog (1952) is zonder twijfel een van de belangrijkste Zuid-Afrikaanse dichters en prozaïsten. Haar werk werd in Nederland ruim uitgegeven, vertaald en gerecenseerd. ´Lijfkreet´ is een stevige bundel nieuwe poëzie die al veel aandacht trok. Het opmerkelijkste eraan is misschien wel de openlijke en soms bijna brutale en onthutsende toon waarop de dichteres het lichamelijk verval beschrijft van het ouder worden en de overgang. Seks, allerhande private lichaamsfuncties, relatie, emoties -- alles hangt samen met de grote hormonale veranderingen. Krog neemt geen blad voor de mond en emancipeert de poëzie hiermee op grootse wijze. Hoewel er op de bijgeleverde vertalingen veel aan te merken is (ze houdt het midden tussen letterlijk en herdichtend, maar slaat de plank soms jammerlijk mis), is deze bundel bewonderenswaardig vernieuwend, schokkend, verrassend en groots van taal.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.