Levenshonger : roman
Marie Kessels
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KESS |
31/12/2006
Niet vervloekt van de Nederlandse schrijfster Marie Kessels is een boek zonder genre-aanduiding en zonder achterplattekst. Het kondigt zich dus aan als eenvoudig een tekst. In een vloeiende stijl, waarin de woorden over elkaar heen buitelen, vangt Kessels haar boek aan. Op de tweede pagina staat het nobele motief van haar schriftuur, als "één stem zich losmaakt en alle aandacht voor zich opeist". Die stem plaatst ze in een "stemmenarchief". Soms houdt Kessels mijn aandacht vast. Dikwijls klinkt ze als de manische vrouw op een bankje in het station die voor een imaginaire groep haar apologie uitspreekt. Leest u mee: "Het was een stem uit het niets en wat gezegd werd verdween ook weer in het niets, het loste op in de paarse avondhemel, hoog in de lucht boven ons hoofd, alsof de stem het omhoog had geschoten in de richting van de sterren en de planeten, of naar de vriendelijke regenwolken waaruit geen spatje naar beneden viel." Na deze zin voel ik me alsof ik te veel baklava heb gegeten.
Als een groot schrijftalent als Marie Kessels zomaar wat voor zich uit schrijft, volgens de methode van de associatie of de écriture automatique, dan raast en daast haar stem, holderdebolder over de heuvels van haar verbeelding. Wellicht schrijft ze bij volle maan, wijdbeens voor haar lessenaar, de handen in haar zij. Ze staat verhevigd in haar erg particuliere ruimte en tijd. Zoals de Naald waarover ze schrijft: "Vooral 's nachts kunnen we uren ingespannen zitten luisteren of de Naald in aantocht is, dat is ons voornaamste vertier [...], het bedwelmende geluid van een soevereine macht, [...] dat de dreiging van de Naald een systematisch, absoluut karakter heeft [...]." Enzovoort. Deze zin loopt over 17 regels! En toch heb ik nauwelijks een idee waarover het gaat.
Niet vervloekt is een bundeling van 23 teksten, soms prozaïsch, soms essayistisch. De teksten waarin ze een herinnering ophaalt, een emotie onderzoekt of een verhaal vertelt, worden afgewisseld met in cursief gedrukte aforismen, zoals die over de Naald. Ze zijn erg duister, zonder kop of staart, gekunstelde mythen, de hersenspinsels van een solipsiste. Van mij mag een auteur ver gaan in het onverstaanbare, maar ergens in de tekst moet de lezer kunnen binnentreden, een dialoog aangaan. Bij Kessels wordt de tekst al te vaak dichtgetimmerd. Ze beseft dat ook als ze schrijft: "Van welke denkende geest zitten de gedachten niet vol breuken en kloven, en wilde sprongen die het de moeite waard maken dát hij denkt!" Iets verder schrijft ze: "De waarheid, de waarheid waarvan je op ieder uur van de dag zo'n intens besef hebt, laat je levenslang in het ongewisse, dat is het onverdraaglijke." Mooie paradox of onzin?
Maar er staan ook mooie teksten in het boek. Kessels is op haar best als ze haar thema aanschouwelijk maakt, toont. Dan wordt ze een rasechte chroniqueur van de kwetsbare mens in een gekwetste samenleving. In 'Burenliefde' beschrijft ze hoe ze zich ontfermde over een Albanees gezin door het financieel uit de nood te helpen. Ze raakt vertederd door deze mensen. Maar algauw wordt ze van weldoener, die zich soms al te menselijk op de borst klopt, tot slachtoffer van een onbeschaamde inhaligheid. Een mooi portret. In 'Bijna 50' schrijft ze over ouderdom en over menstruatie. "Wat me zo goed bevalt aan de vrouwelijke cyclus is hetzelfde als wat me er slecht aan bevalt: geen twee dagen zijn hetzelfde, iedere dag heeft zijn eigen kleur, een beetje zoals de uren van de dag ieder hun eigen kleur hebben, waartegen de gebeurtenissen steeds weer afsteken." Ze weet met verve haar overpeinzingen te tillen boven het kleffe gebabbel van het vrouwenblad.
Tot slot wens ik Marie Kessels in haar volgende boek meer speelgenot. Ik vermoed dat ze dat ook zichzelf toedicht: "In korte tijd ben ik onbegrijpelijk zwaar op de hand geworden, zwaartillend, helemaal een 'gevoelsmens'. [...] Wie niet tot spelen in staat is, wordt als hij niet uitkijkt in die rottigheid gekóókt, als een knol, en dat is weinig verheffend." [David Nolens]
J.A.M. van den Broek
Kessels (1954) verkoopt in het dagelijks leven koffie op het station in Den Bosch. Haar observaties tijdens haar werk heeft ze verwerkt in haar nieuwste boek. Je kunt het moeilijk een roman noemen, omdat een plot ontbreekt. In 23 hoofdstukken presenteert ze een samenhangend geheel van fragmenten waarin ze allerlei interessante vragen stelt en beantwoordt. Haar filosofische observaties en zoektochten vragen een hoge concentratie van de lezer. Zo bespreekt ze bijvoorbeeld de onderwerpen wraak, hartstocht en woede uitgebreid tot zij ze van alle kanten heeft belicht. In de langere hoofdstukken staat de relatie van de ik-verteller met een 63-jarige man centraal. Deze worden afgewisseld met korte hoofdstukken van 1 of 2 pagina’s in cursief, waarin een soort van mythische wezens aan het woord komen over hun rituelen en gebruiken. Kessels schrijft zorgvuldig en openhartig. Een spanningsboog ontbreekt; haar werk is waarschijnlijk allereerst voor liefhebbers van ideeënromans interessant. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.