Hoe groen klinkt een gitaar? : en 99 andere dingen die je moet weten over klassieke muziek
Pieter Bergé
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 784 BACH |
31/12/2005
Het derde kwart van de 18e eeuw is voor veel muziekkenners en -liefhebbers een zwart gat; een periode die tussen twee hoogtepunten uit de muziekgeschiedenis valt. Voorafgegaan door de glorietijd van de barok (Bach, Händel, Vivaldi) en gevolgd door de Weense klassiek. Volgens Pieter Bergé -- docent musicologie aan de KU Leuven -- doet zo'n visie afbreuk aan de waarde van de componisten uit die periode. Hij wil ze veeleer duiden als 'vroeg-klassiek': zij wilden in hun composities een eigentijdse toonkunst realiseren (als reactie op het verleden), maar zagen zichzelf helemaal niet als voorlopers van een nieuwe bloeiperiode. Carl Philipp Emanuel Bach (tweede oudste zoon van Johann Sebastian) is in zijn ogen de ideale figuur om deze periode tot zijn recht te laten komen: een eigenzinnige, briljante componist, die als geen ander de artistieke verscheidenheid van deze periode belichaamt.
Deze kleine luistergids bestaat uit twee delen: in het eerste deel wordt de culturele en muzikale context van de periode geschetst; in het tweede deel krijg je een overzicht van Bachs belangrijkste werken. De epiloog duidt het cultuurhistorisch en muzikaal belang van de componist.
Ondanks de beperkte omvang is dit boekje een gedegen studie, die zeer gedetailleerd en met veel feitenmateriaal de persoon van Carl Philipp Emanuel Bach en diens composities belicht. In de ogen van de auteur verdient hij veel meer waardering dan hij tot nu toe kreeg. Deze studie komt nog het best tot haar recht in combinatie met de cd 'Carl Philipp Emanuel Bach. Sinfonie' (Eufoda 1357). [Jan Vermeiren]
Hans Wagemans
Als tweede zoon van de grote Johann Sebastian Bach werd Carl Philip Emmanuel (1714-1788) een van de belangrijkste schakels tussen barok en 'klassiek'. Hij werkte zo'n twintig jaar als componist aan het hof van Frederik de Grote in Berlijn (overigens op een tamelijk ondergeschikte post) en daarna ook zo'n twintig jaar als cantor van de vijf grootste kerken in Hamburg. Zijn productie is verbazingwekkend: honderden klaviersonates, tientallen klavierconcerten, honderden liederen, bergen cantates, motetten en oratoria, en ook nog twintig Passionen! Zijn kerkelijk werk is niet van opvallende kwaliteit, maar met name zijn klaviermuziek (waarbij men moet denken aan klavecimbel, maar ook fortepiano en zelfs clavichord) is vaak heel typerend voor de overgang tussen barok en 'klassiek', tussen de tijd van J.S. Bach en de opkomst van Haydn en Mozart. Op bewonderenswaardige wijze heeft de auteur heel deze geschiedenis overzichtelijk en diepgaand uiteengezet op ongeveer vijftig pagina's. Kleine druk. Parallel met het boek verschijnt een cd (Eufoda 1357).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.