Niets liever dan zwart
Antjie Krog
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Contact, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KROG |
31/12/2004
Nelson Mandela bouwde na zijn vrijlating in 1989 steen voor steen zijn gevangenis na in het veld in Qunu. Antjie Krog, de Zuid-Afrikaanse schrijfster die bekendheid verwierf als dichter en als auteur van De kleur van je hart (over de Waarheids- en Verzoeningscommissie), interpreteert in haar nieuwe boek Een andere tongval Mandela's besluit zijn gevangenis mee te nemen naar de vrijheid als volgt: "Die geelbakstenen kluit van vijandigheid vormde hij om tot een thuis. [...] Hij haakt niet naar wat nieuw is, maar hij transformeert het oude, hij dwingt het zich aan te passen". 'Transformatie' is misschien wel hét centrale woord in Krogs nieuwe boek.
Meanderend tussen heden en verleden -- haar persoonlijke verleden en dit van haar land -- maar evenzeer vooruitdenkend naar de toekomst, analyseert Antjie Krog in Een andere tongval de wegen van verandering die zich sinds de afschaffing van de apartheid in haar land en sinds de eerste democratische verkiezingen aftekenen. Ogenschijnlijk is heel wat, zoniet alles veranderd. Maar achter de façade blijven de oude vooroordelen meespelen. Helemaal vooraan in haar boek beschrijft Krog een schoolsportwedstrijd waar blanke en zwarte kinderen gezamenlijk aan deelnemen. Mooi zo, ware er niet het commentaar dat zij moet aanhoren. Volgens een blanke atletiektrainer "was het, toen de zwarten nog boos waren en wilden wat wij hadden, beter, omdat ze alles wilden. [...] Maar toen ze onze plaatsen eenmaal hadden ingenomen, kwamen ze tot de ontdekking dat ze ervoor moesten werken. [...] En die mensen, die vinden dat dus niks". Een zwart schoolhoofd uit Maokeng ziet het anders: "Het is niet belangrijk of er iets veranderd is, voor je het weet hebben de blanken de boel zo gemanipuleerd dat alles in hun voordeel werkt". Antjie Krog laat bij haar terugkeer naar haar geboortestad Kroonstad, zo'n 170 kilometer ten zuiden van Johannesburg, zoveel mogelijk betrokkenen aan het woord, ze noteert op een journalistiek-afstandelijke manier hun uitspraken, de dialogen die ze met hen voert, ze waagt zich zonder opdringerigheid of betweterigheid aan een aanzet tot interpretatie ("Het is moeilijk manoeuvreren tussen waarneming en waarheid in dit land"). Hoe blank en zwart (leren) omgaan met het verleden, is van kapitaal belang in het licht van de toekomst. Niet de oppervlakkige veranderingen, die maken dat je zwarten nu whisky kan zien drinken op tv en die in wezen alleen veranderingen zijn op gebieden waar ze er niet toe doen, maar transformatie, die volgens een bedrijfspsycholoog hierop neerkomt: "Je kunt een nieuwe manager aanstellen, of een nieuwe naam verzinnen voor je bedrijf of zelfs je land, zonder van richting te veranderen, zonder het 'firmament' te wijzigen. Er verandert iets zonder dat het wordt getransformeerd. Transformatie betekent dat een afdeling een interne wijziging ondergaat. [...] Als zwarten witten vervangen, maar dezelfde structuren, visies en houdingen blijven behouden, dan is er slechts sprake van verandering". Of, zoals Krog het later zal toepassen op de beslissing van Nelson Mandela om zijn autobiografieLong walk to freedom onmiddellijk in het Afrikaans te laten vertalen: "Hij dwingt Afrikaners terug te gaan naar de wortels van het woord dat zij exclusief op zichzelf van toepassing hebben gemaakt, om het met anderen te delen, de taal van de apartheid te transformeren tot een taal van eenwording en te ontdoen van het vocabulaire van macht en vergelding".
Uit die waaier van visies die vertolkt worden in het boek, krijgt -- zonder dat Krog ook maar één moment de indruk wekt dat zij of wie dan ook 'de' waarheid in pacht heeft -- de idee vorm dat het land en zijn bewoners de som zijn van hun verledens en dat die verledens mee bepalen hoe tegen de toekomst wordt aangekeken.
Als om dit alles ook op een heel persoonlijke manier te vertolken, schuift Antjie Krog tussen de hoofdstukken waarin het relaas wordt gebracht van haar gesprekken met al die betrokkenen, haar eigen autobiografie, hier gepresenteerd onder de vorm van dagboekfragmenten; in de afstandelijke zij-vorm schrijft zij over zichzelf: hoe zij de poëzie ontdekt, de magie van het woord leert proeven en haar eerste gedichten schrijft.
In de delen die volgen neemt Antjie Krog tekstflarden op uit een essay dat haar moeder ooit schreef over de Anglo-Boerenoorlog (1899-1902), memoreert ze het interview dat ze in het kader van de werkzaamheden van de Waarheids- en Verzoeningscommissie afnam van Deborah Matshoba. Verder analyseert ze uitgebreid en vanuit een persoonlijke betrokkenheid de politieke evolutie in haar land, van de vrijlating van Nelson Mandela tot en met de aanpak van diens opvolger Thabo Mbeki. Ook hier blijft zij oog en oor hebben voor de typisch Afrikaanse problematiek: schrijvend over Mandela, staat ze stil bij het traditionele leiderschap dat zo nadrukkelijk het politieke bewustzijn blijft kleuren, maar dat Mandela, die vanuit zijn familieachtergrond adviseur was van de Thembu-koning, juist wilde overstijgen.
Even boeiend en indringend zijn de vragen die Krog voor zichzelf formuleert aangaande haar schrijverschap. De spanning bv. die zij ervaart tussen haar poëzie (in het Afrikaans) en haar journalistieke werk (in het Engels). Schitterend hoe zij tot deze slotsom komt: "Prozaschrijvers creëren een landschap dat ze moeten overzien, dichters ontginnen een ader van geluid". Of nog, als zij met de poëziekaravaan Timboektoe heeft bereikt en daar in het Afrikaans het prachtige gedicht 'Die boot knoop die water aan die lug' voorleest, en daarbij deze bedenking maakt: "Hier weerklinkt de taal die haar ziel haar bestaan gaf: gelittekend en besmet door zoveel schaamte en vernedering doordat hij zijn vermogen tot medelijden was kwijtgeraakt en meedogenloos regeerde. Maar in zijn pogingen een nieuw ritme te vinden in een nieuw land, is de taal, zoals in de jaren van zijn ontstaan, kwetsbaar en broos geworden op de tongen van hen die hem spreken". [Jooris Van Hulle]
Drs. Cees van der Pluijm
De Zuid-Afrikaanse dichteres en prozaïste Antjie Krog legt in haar werk nauwgezet en op persoonlijke wijze verantwoording af van haar relatie tot de politiek-sociale realiteit van haar land. Ze doet dat indrukwekkend en ook zichzelf niet ontziend. Dit boek is een verbrokkelde roman, zowel in de tijd als in de ruimte. Krog gaat op zoek naar de vraag wat er geworden is van de idealen, ze bezoekt de plaatsen van haar jeugd, haalt herinneringen op en beschrijft als een journaliste de werkelijkheid. Dit boek bestaat uit een aantal vervlochten verhalen en geeft daarmee de actuele en de historische complexiteit weer die zich niet in één verhaal vertellen laat. Krog blijft daarnaast de dichteres die de taal liefheeft. Dit is een ambitieus boek, briljant geformuleerd en gecomponeerd; de lezer blijft verbijsterd achter (net als bij Krogs meesterlijke "De kleur van je hart"), verbijsterd om zoveel humor, wijsheid, inzicht en virtuositeit. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.