De terroristenjaagster : het ware verhaal van een vrouw die infiltreert in radicaal islamitische groeperingen
Anoniem
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Roularta, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ANON |
31/12/2004
Een vrouw in Berlijn is ongetwijfeld een van de meest intrigerende en tegelijk ontluisterende egodocumenten uit de Tweede Wereldoorlog. Meteen roept het herinneringen op aan de dagboeken van Anne Frank, het joodse meisje uit het Achterhuis in Amsterdam dat niet terugkeerde uit de nazivernietigingskampen. De verschillen zijn wezenlijk, maar de doorstane angsten en onzekerheid, en ook de moed en de wil tot overleven zijn in beide dagboeken op iedere pagina aanwezig. De anonieme jonge Duitse vrouw heeft het weliswaar overleefd, maar na vijf jaar nazidictatuur beleeft zij in 1945 in Berlijn alles behalve een 'bevrijding'. Berlijn is een grotendeels stukgeschoten stad. Het ontbreekt de bewoners al sinds jaren aan essentiële levensmiddelen. Zowat iedere nacht is er bomalarm en telkens worden andere stadsdelen verwoest. De vrees zit erin dat de Amerikanen die oprukken uit het westen, met Berlijn van plan zijn wat ze met Dresden deden: platbombarderen. In het oosten rukken de Russen op naar de hoofdstad, en het is algemeen geweten dat zij uit zijn op weerwraak voor de wreedheden begaan door de SS tegen de Russische bevolking. De burgers, en dat zijn vooral vrouwen, bejaarde mannen en kinderen, wachten bangelijk af in kelders en openbare schuilplaatsen.
Het zijn uiteindelijk de Russen die het eerst de stad bereiken. Hun stapsgewijze contacten met de bevolking worden sober en realistisch beschreven. Intenties en weerstand van zowel bezetter als belegerden worden wederzijds behoedzaam afgetast. Twee tegengestelde werelden, op het stuk van ideologie, zeden en gewoonten, treffen elkaar voor het eerst in een existentieel dieptepunt. De bevolking is uit op levensmiddelen en bescherming, de bezetter is uit op seks en tederheid. Soms leidt de mix van tegengestelde betrachtingen tot tragische confrontaties, met dood en verkrachting als gevolg. De vrouw in de dagboeken weet evenwel een compromis te sluiten met een Russische officier: bescherming en proviand in ruil voor tederheid en seks. Het blijkt een leefbare combinatie, die evenwel littekens achterlaat -- zo stelt de schrijfster al op het eind van haar loutering: "Ik ben voorlopig onbruikbaar geworden voor mannen". Wanneer haar vriend Gerd terugkeert van het front, laat ze hem haar dagboeken lezen. Hij vraagt haar waar de afkorting "vkrtn" voor staat. Ze vertelt hem dat het "verkrachting" betekent, waarna hij haar verlaat.
De anonieme schrijfster bleek achteraf een journaliste en het werk verscheen voor het eerst in 1954 in Amerika. Het vermoeden dat de dagboeken 'herwerkt' en 'gepolijst' zouden zijn, doet geen afbreuk aan de authenticiteit en het werkelijkheidsgehalte van dit unieke en beklijvende relaas. [Staf Schoeters]
Redactie
Een ca. 30-jarige ontwikkelde, bereisde vrouw uit Berlijn schrijft van 20 april tot 22 juni 1945 in haar dagboek wat ze meemaakt aan het eind van de Tweede Wereldoorlog als de Russen oprukken naar Berlijn. Terwijl haar vriend dienst doet aan het front, woont zij tijdelijk op de zolderverdieping van een groot huis. Vanaf 27 april zijn de Russen in de stad en gedragen zich als overwinnaars waarbij vooral de vrouwen worden vernederd en op grote schaal verkracht. Omdat auteur wat Russisch spreekt, kan ze vaak bemiddelen, maar ze wordt zelf ook veelvuldig verkracht. Nadat de Russen zijn vertrokken, komt haar vriend terug die niet aankan wat ze heeft meegemaakt en vertrekt. Dit dagboek van de anonieme auteur verscheen in 1954 in Amerika, in 1957 in Nederland, en pas in 1959 in Duitsland waar zoveel ophef was dat ze het pas na haar dood (in 2002) herdrukt wilde zien. In het nawoord bij de Nederlandse vertaling wordt de discussie, die in Duitsland bij de heruitgave opnieuw is ontstaan, samengevat door de Nederlandse uitgever. Het verslag is indrukwekkend door de oprechtheid, de intelligente manier waarop de auteur de gruwelijke gebeurtenissen in perspectief plaatst en de subtiele humor. De vertaling is goed. Zwartwitomslagfoto van vrouwen met een fiets.
Annemieke Hendriks
rt/aa/21 m
Ik had 'Een vrouw in Berlijn' niet eerder willen lezen. Het dagboek van Marta Hillers uit het voorjaar van 1945 werd beroemd als het openhartige, zij het anonieme verslag van de massale verkrachtingen door sovjetrussische militairen rond de Slag om Berlijn. Zij deelde die ervaringen alleen al in de Rijkshoofdstad met minstens honderdduizend vrouwen. Vooral de Duitse besprekingen bij de heruitgave in 2003 drongen het beeld op van een zwaar, zielig en zeurend dagboek, dat mogelijk ook was vervalst. De sentimentele verfilming uit 2008 versterkte dat beeld nog.
Wat was ik op het verkeerde been gezet. Had ik Trouw toentertijd maar gelezen. Uit die recensie wordt geciteerd in de zevende(!) druk: 'nooit larmoyant en op de meest krankzinnige momenten zelfs geestig'. Sterker, wat een humor en zelfspot, lichtheid en scherpte heeft de vijfendertigjarige Marta Hillers in haar aantekeningen gelegd. "Ons leven is een kitscherige keukenroman", vat ze de bedreigende en absurde gebeurtenissen van die weken samen. In een 'kelderhol' en een onveilig, koud en kapot vertrek, tussen puin en de uitwerpselen en haringstaarten van de ongenode gasten, beseft ze dat een 'Russki' op je buik altijd nog beter is dan een 'Ami' (bom) op je kop. Meezuipen dus maar, en dan de blik op oneindig.
Zij was een vrijgevochten freelancejournalist met werkervaring in Moskou en Parijs. Haar dagboek beschrijft veel meer dan vrouwenleed: overleven in de Berlijnse ruïnes. Dat doet ze weergaloos. Zoals die enorme rij voor de slager, omdat er vlees in aantocht zou zijn. Daar valt een bom bovenop, er zijn doden... Maar tien minuten later staat er weer zo'n rij.
Galgenhumor wisselt ze af met genadeloze observaties. Over Hitlers weggevluchte officieren die zinloze barricaden achterlieten maar geen broodnodige waterpompen. Nederlaag? Dan kon het volk verrekken. En over het restant Duitse mannen in de Rijkshoofdstad, 'miserabele figuren' die de vrouwen niet wisten te beschermen.
Met het Rode Leger toont ze nog een zeker mededogen. Deze 'Ivans' hadden in vier jaar tijd geen dag verlof gehad, dus... Allen waren belabberde minnaars, maar niet per se barbaren. "Weer een volkomen nieuw type uit de schijnbaar onuitputtelijke collectie die de USSR ons heeft gestuurd." Sommige officieren zijn verkrachter, beschermer en voedselleverancier tegelijk. De beste Russen weten een ontwikkelde vrouw zowaar op waarde te schatten, meldt ze. Kom daar bij haar landgenoten maar eens om.
Opvallend is hoe taboevrij de Berlijnse vrouwen, voor even, met het thema omgaan: "Hoe vaak ben jij...?" Vage bekenden omarmen elkaar, vaselinepotten en adressen van abortusartsen worden uitgewisseld. Verder is er niet veel solidariteit. Men besteelt elkaar. Hillers stelt het nuchter vast en spaart zichzelf niet.
Na de Duitse capitulatie werd over dit alles vooral gezwegen. 'Een vrouw in Berlijn' kon in 1959 slechts door een kleine Zwitserse uitgeverij op de Duitse markt worden gebracht. Het vuil dat de toen nog anonieme auteur over zich heen kreeg, maakte dat zij alle verdere uitgaven tot haar dood verbood. Vijf jaar eerder was 'A Woman in Berlin' al in de V.S. verschenen. In de Koude-Oorlogsjaren lustte men wel pap van communistische verkrachters. Ook in Europa had het boek succes. De Nederlandse uitgave van 1955 vond liefst 12.000 lezers: vier maal zoveel als de Duitstalige.
De Duitse uitgeversweduwe heeft in 2003 de identiteit van 'Anoniem' onthuld. Dat was niet netjes, maar wel begrijpelijk. Na de succesvolle heruitgaven van het dagboek na Hillers' dood in 2001 kreeg de Duitse geschiedwetenschap de originele schriftjes en correspondentie. Pas afgelopen jaar werd er een soort eindoordeel over de authenticiteit van het dagboek geveld.
Welnu, pakweg de helft van de tekst komt letterlijk uit Hillers' manuscript. Met oog op de publicatie had ze bekenden geanonimiseerd, wat context en reflectie toegevoegd, en van haar krabbels volzinnen gemaakt. Gelukkig maar.
Resteert de vraag, in Duitsland telkens weer opgeworpen, of Marta Hillers haar eigen positie in het Derde Rijk heeft weggegumd. Ach, volgens de bronnen was ze geen partijlid en schreef ze voor relatief onschuldige tijdschriften: over tuinieren, voor de jeugd... Wanneer de eerste Ivans opdoemen, beseft ze dat ze haar kwelgeesten aan 'Adolf' te danken heeft. Ze schrijft: "Steunde ik hem zelf? Was ik tegen? Ik zat er in ieder geval middenin en ademde de lucht in die ons omgaf."
Vert. Frouke Slofstra, Cossee.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.