In de schemer
Juan Benet
Juan Benet (Auteur), M. Vanderzee (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Kievenaar, © 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BENE |
Marijke Arijs
us/ug/28 a
Gabriel García Márquez had zijn Macondo, William Faulkner zijn Yoknapatawpha County en Juan Carlos Onetti zijn Santa María. Dat zijn stuk voor stuk mythische plekken die alleen op de literaire landkaart te vinden zijn. Juan Benet (1927-1993) placht zijn boeken te situeren in het imaginaire Región, een onheilspellende parallelle wereld waar getormenteerde personages ronddolen.
Vreemd genoeg is de Spaanse schrijver, een van de invloedrijkste van de twintigste eeuw, in ons taalgebied altijd vrijwel onbekend gebleven. De vertalingen van zijn roman In de schemer (IJzer, 2006) en Dertien en een halve fabel en fabel veertien (Leguaan, 2002) hebben daar geen verandering in gebracht, want de publicatie is nagenoeg onopgemerkt voorbijgegaan. Benet is sowieso nooit populair geweest, ook niet in Spanje. Zijn debuutroman, Volverás a Región, die pas na verschillende afwijzingen in 1967 het licht zag, werd een cultroman, maar vond nauwelijks lezers. De reden is niet ver te zoeken. Zijn werk is radicaal vernieuwend, volslagen uniek en in geen enkel hokje onder te brengen. Het is geen gemakkelijke kost, maar dient veroverd te worden, want de schrijver had aan realisme een broertje dood. Uitgeverij Kievenaar onderneemt nu een nieuwe poging om de versmade Spanjaard voor het Nederlandstalige publiek te ontsluiten. Met ware doodsverachting heeft M. Vanderzee zich aan de aartsmoeilijke vertaling van Een graf/Numa, een legende gewaagd.
De twee novellen uit deze bundel spelen, hoe kan het ook anders, in Región. In Een graf, dat iets heeft van een spookverhaal, is er sprake van een landgoed met een verwilderde tuin, een bewaker en een naamloos jongetje, dat aan zijn lot is overgelaten en wacht op de terugkeer van een mysterieuze vrouw. In het landhuis hangt het portret van een minstens zo geheimzinnige generaal, zijn overgrootvader, een man die al herhaaldelijk is vermoord maar telkens uit de doden is opgestaan. In de boze buitenwereld woedt er een burgeroorlog. Het verontrustende verhaal doet denken aan Henry James, maar ook aan Faulkner, aan wie Benet zijn schrijversroeping te danken had. Het is relatief toegankelijk, met behapbare zinnen en een sobere stijl.
Dat laatste kan niet worden gezegd van Numa, een complexe novelle over een onneembare berg en zijn meedogenloze bewaker. De opziener wordt geacht de plek met hand en tand te verdedigen en schakelt alle indringers zonder pardon uit. Dat doet hij zonder goed te weten waarom, volgens een principe dat hem ooit is bijgebracht, maar waar hij het fijne niet meer van weet. In zijn persoon zijn actie en bespiegeling verenigd en dus geeft de man zich over aan redenaties over de tijd, over verbodsbepalingen en transgressie, traditie en moderniteit, rede en passie. Zijn laatste tegenstander, dat weet hij, zal door de eigenaar van de berg gestuurd worden om hem uit te schakelen en zijn taak over te nemen. Als puntje bij paaltje komt, zullen zijn beschouwingen moeten wijken voor een actiescène, een spannend gevecht op leven en dood tussen twee mannen. Het kafkaëske verhaal, van een absurdisme dat ook veel aan Beckett te danken heeft, wordt voortgestuwd door veronderstellingen, gissingen en hypothesen. Numa is Benet op zijn best.
De personages van deze schrijver zijn grondeloos eenzaam, wachten op iets dat niet komt en krijgen maar geen hoogte van zichzelf, noch van de buitenwereld, ook al staat hun bewustzijn permanent op scherp. Pogingen om hun geheimen te ontraadselen zijn per definitie tot mislukken gedoemd, want zelfs na grondig lezen en herlezen valt er niet altijd een peil op te trekken, maar ach, wat maakt het uit? Is de reis niet belangrijker dan de bestemming? Bovendien is het prettig verdwalen in de labyrintische constructies en de ingewikkelde tussenzinnen van deze ondoorgrondelijke auteur. Voor wie van zijn tastende, cryptische aanpak maar geen genoeg kan krijgen, heeft uitgeverij Kievenaar de vertaling van Je zult terugkeren naar Región op de planning gezet. De onvolprezen debuutroman van Juan Benet verschijnt volgend jaar in het Nederlands, en dat zou verdorie tijd worden ook.
Vertaald door M. Vanderzee, Kievenaar, 128 blz., 19 €.
Drs. Michael A. Vissers M.Ed.
Deze twee uit het Spaans vertaalde novellen uit 1971 en 1978 spelen in Noordwest-Spanje rond de burgeroorlog (1936-1939). In het eerste verhaal spelen een landhuis met een open graf en een klein jongetje een rol. Langzamerhand komen we erachter aan wie dat graf behoort en zijn we getuige van de ontwakende seksuele gevoelens van het jongetje. In het andere verhaal bewaakt een opziener een berg tegen indringers, terwijl dichtbij een (burger)oorlog woedt. Juan Benet (Madrid, 1927-1993) debuteerde met 'Volverás a región' (1967) gevolgd door nog drie romans, met als laatste 'La otra casa de Mazón' (1973) plus enkele verhalen en essays. Deze preludes op zijn romandebuut dompelen je onder in een wereld die lijdt aan eenzaamheid en (zelf)isolement en komen daardoor verrassend actueel over. Ook door de mythische regio (a la Yoknapatawpha of Macondo van Faulkner of Márquez). Intrigerende plots, waarin tijd een illusie blijkt, trekken je in een magisch-realistische wereld. Dit werk in een soepel lezende vertaling van M. Vanderzee (geen geringe prestatie!) verdient een groot lezerspubliek en vormt een welkome voorbereiding op de vertaling van 'Volverás'.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.