Kroniek van een verzonnen leven : roman
Charles Ducal
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : DUCA |
Paul Demets
ob/kt/30 o
De nieuwe bundel van Charles Ducal is een culminatiepunt waarin verschillende aspecten van zijn werk samenvloeien. Hij onderzoekt wie hij is door glimpen die we opvangen van zijn jeugd op de boerderij. En tegelijk zien we de geëngageerde dichter aan het werk die we kennen uit zijn recentste bundels.
Met de titel van het boek, De koers van de eeuw, wijst Ducal erop dat we ons in een wedren bevinden. De koers van de eeuw roept economische waarden op, want het woord 'koers' doet uiteraard aan de beurskoers denken. De titel roept ook reminiscenties aan het wielrennen op, net als aan de vaarrichting van een schip. Die verschillende betekenissen verwijzen naar enkele aspecten die we in de verschillende delen in deze bundel terugvinden: de genadeloze koers die de tijd inzet op het moment dat we geboren worden, de vergankelijkheid en de druk die de werkelijkheid op ons uitoefent. Ducals visie op de huidige samenleving en op hoe de toekomst eruitziet, is niet bepaald rooskleurig. Want we leren niet uit onze fouten: 'Is er een leraar aanwezig/ om lessen te trekken? Misschien dat op een eiland,/ later, alles weer ooit opnieuw. Misschien./ Maar niemand van ons zal het zien.' De werkelijkheid, de vele vluchtelingen bijvoorbeeld die een beter leven zoeken , komt zo hevig binnen, dat we ze soms liever niet zien en we ons geweten proberen te sussen: 'Wij gaven hun soep en oude kleren, leerden/ hun strompelen door onze taal. Op die manier/ herstelden wij de grenzen van onze verbeelding,/ zorgden, grootmoedig, voor passend onthaal.'
Kindertijd
De verbeelding ontstaat in de kindertijd. Ducal groeide op in een landbouwersgezin dat veel belang hechtte aan traditionele normen en waarden, geïnspireerd door de opvattingen van de katholieke kerk. Dat wordt in de beeldspraak weerspiegeld. De gewone mensenkinderen worden in de leegte geboren, 'een bloedplas die de wereld niets belooft'. De dichter zou zich willen losmaken van het verleden, nu de vader, die de plicht belichaamde waardoor hij zich als zoon genoodzaakt voelde om zich te bewijzen en deel te nemen aan de wedren van de maatschappij, overleden is. Maar het lukt hem niet: 'Nu hij dood is, is hij opnieuw zo nabij/ dat ik, klaarwakker, het licht aan moet steken/ om zijn koude hand voor te zijn.'
De relatie met de geliefde behoort niet alleen tot de werkelijkheid, maar ook tot het domein van de verbeelding: 'De man die de vrouw schept legt in haar hoofd/ zijn honden te slapen.' Van harmonie is geen sprake. Dat kan niet, want hoe de lichamen van de geliefden ook 'aan elkaar geknoopt' zijn, er duiken schimmen uit het verleden op, die in opgaan in de geliefde: 'Wat door zijn bloed gaat, donker en traag,/ zijn modderklompen op leeftijd, zij komen/ van ver over natte akkers, en verdwijnen// in haar.' Uiteindelijk, stelt Ducal, bevrijdt de man zich uit de vrouw, 'om nergens aanwezig te zijn.' De vergankelijkheid loert daarbij om de hoek. Onthechting is nodig: 'Mijd de mond die je kust,/ de blik die je vindt, de hand die je streelt./ Verander het vlees dat je liefhebt,/ jou liefheeft, vandaag nog in steen.'
Engagement
De relatie met de ouders, maar ook met de geliefde, hebben altijd een centrale plek in Ducals poëzie gekregen. En in deze bundel is dat niet anders. Maar sinds hij tussen 2014 en 2016 de eerste Dichter des Vaderlands werd, is zijn poëzie explicieter op de maatschappij betrokken. Hij bedt zijn engagement in zijn persoonlijke leefwereld in. Tegelijk laat hij zien hoe gecompliceerd het is. Want waar is de plaats van de dichter? Kan hij wel voortdurend bezig zijn met wat er in de wereld gebeurt? Het gedicht, belichaamd door de vrouw, dient zich soms aan, lezen we in 'Afgemeld': 'Soms komt een gedicht vanzelf in de kamer,/ strijkt over de ogen en dooft het scherm./ Alle wereld die iemand heeft opgestapeld/ tot ik lost op.' En iedereen is een kind van zijn opvoeding. De dichter heeft geleerd om stil te blijven zitten, midden in de natuur, 'terwijl de wereld zich bezeert', schrijft Ducal in een prachtig gedicht dat de spanning tastbaar maakt. In 'Sprakeloos' luidt het: 'Men trekt zich de wereld vreselijk aan/ maar de angst geldt alleen deze kamer.' Niet verwonderlijk misschien dat de dichter in deze bundel een beweging maakt die in de binnenwereld begint, dan naar buiten gaat, de maatschappij in, om bij de eigen, ouder wordende persoon uit te komen.
Het zou al te simpel zijn om te beweren dat Ducal voeling mist met de actuele poëzie die zich hoofdzakelijk van het vrije vers bedient, omdat hij eerder traditionele vormprocedés hanteert. Het dwingende karakter van Ducals gedichten wordt namelijk versterkt door de klassieke vorm. Ducal varieert trouwens ook: vaak gebruikt hij tweeregelige verzen, maar sommige gedichten tellen regels van zes verzen. Niet alle gedichten hebben bovendien dezelfde lengte. Maar het halfrijm en het eindrijm zorgen voor muzikaliteit en sterke interne samenhang. De vorm weerspiegelt het wereldbeeld van Ducal: alles is met alles verbonden, maar niet op een harmonieuze manier. Integendeel: in het universum van Ducals poëzie wringt en schuurt het. En precies die frictie maakt De koers van de eeuw bijzonder.
Atlas Contact, 112 blz., 21,99 €.
Marc De Pril
In ‘De Koers van de Eeuw’ voert de allereerste ‘Dichter des Vaderlands’ (2014-2016), de Leuvense Charles Ducal (1952, ps. Frans Dumortier), de lezer mee op een reis door de mijlpalen in zijn leven. In een zeventigtal gedichten, verdeeld over tien cycli, volgt de dichter een parcours ‘van de binnenwereld naar de buitenwereld’ waarbij hij stilstaat bij zijn niet steeds aantrekkelijke kindertijd, beïnvloed door religie, weinig warmte, angst en een strenge vader. ‘Men trekt zich de wereld vreselijk aan / maar de angst geldt alleen deze kamer’ (uit 'Sprakeloos'). Nuchter analyserend dendert de dichter de dood tegemoet en gaat daarbij de maatschappelijke werkelijkheid of wantoestanden niet uit de weg. Aldus wordt de ‘Koers’ ook een rit van de buitenwereld naar de binnenwereld, passerend langs de verliefdheid die liefde wordt. De voorlaatste cyclus heet passend ‘Daarachter is niets’: ’Alle woorden verdwenen, alle die kleven / aan vrouwen, inzichten, dromen, de dood / als een almaar eigener geworden gewicht’ (uit 'Leeggelopen'). Een Koers van vooral muzikale halfrijmen die aanzetten tot lezen van poëzie, liefst hardop. Ducal werd overladen met talrijke internationale prijzen en genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs 2019.
Charles Ducal
2/ei/22 m
Terwijl elders in huis een wielerwedstrijd wordt gekeken, begeleid door Vlaams commentaar, lees ik de nieuwe bundel van Charles Ducal: De koers van de eeuw. Nu bevat die bundel geen gedichten over wielrennen, maar indirect misschien toch ook weer wel.
Als je een koers bekijkt als een tocht met een start en een finish, een toer met een vooraf onbekend verloop, dan zou je zo'n wedstrijd als metafoor voor het leven kunnen zien. En dat leven trekt in deze gedichten voorbij, van geboorte tot sterven.
Allereerst is er het leven van één mens. Dat van een jongetje dat man is geworden, een man op leeftijd, voor wie de dood dichterbij is dan de kindertijd. Al zijn de indrukken van lang geleden, toen er op het boerenerf een man langskwam met een geslacht varken, nog altijd levendig: 'Het touw strakgespannen// over de rug van de man sleurt tweehonderd pond/ dood door het beeld, dat zich nu grift/ in het hoofd.'
Zoals ook ouders, inmiddels gestorven, er nooit niet zijn.
Het zijn thema's uit vroeger werk - familierelaties, liefde, geloof - die ook in deze nieuwe poëzie voorbijkomen. In door klank en ritme gedreven regels, waar het onder een helder oppervlak van taal borrelt en dreigt.
Want De koers van de eeuw gaat evengoed over het leven van de mensheid, al zou Ducal dat abstracte woord liefst van z'n achtervoegsel ontdoen, om de mens die vaak verdwijnt in systemen en achter getallen, weer een gezicht te geven. Om de moslimvrouw die een paar jaar geleden op het strand van Nice door agenten werd vernederd, weer vrouw te laten zijn. Om vluchtelingen te zien als volwaardige mensen die meer kunnen dan 'strompelen door onze taal'.
Dat engagement, dat vrij nieuw is in zijn poëzie, brengt ook ongemak. Ducal heeft er dan ook geen al te hoge verwachtingen van. Kan wereldleed echt raken? Blijft, behaaglijk voor de eigen haard, de oorlog ver weg niet veilig binnen de kaders van het scherm? 'Soms schreeuwt/ de straat, zelfs op het scherm, een bange hand/ die aan de deuren rukt, maar ons huisje is gezellig/ dicht.'
Atlas Contact; 112 blz. € 21,99
Janita Monna schrijft wekelijks over poëzie.
Grootmoedig
Zij kwamen dichter, almaar dichter, tot zij
zichtbaar werden voor onze lenzen.
Als een bewegend woud uit de mist opgedoemd,
even wonderlijk, want ongezien binnen de grenzen
van onze verbeelding. Dit waren dus mensen
als wij, even vatbaar voor kou, vermoeidheid,
een glimlach. Er liepen kinderen door onze schermen.
Er vloeiden tranen. Alsof de gerechtigheid sprak,
zo stonden wij ons te schamen voor ons geluk,
onze huizen, onze concerten, onze winkelkarren.
Hoe hen weer onzichtbaar te maken? Herleidbaar
tot dweil, kartonnen beker, vingerafdruk?
Wij gaven hun soep en oude kleren, leerden
hun strompelen door onze taal. Op die manier
herstelden wij de grenzen van onze verbeelding,
zorgden, grootmoedig, voor passend onthaal.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.