Jakob von Gunten : een dagboek
Robert Walser
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : WALS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : WALS |
Hans Cottyn
rt/aa/20 m
De Tanners van de Zwitserse schrijver Robert Walser (1878-1956) is een vervelend boek. Het is lastig, vermoeiend, dik, anekdotisch, erratisch, overbodig, aanmatigend, vreemd, onevenwichtig, ergerlijk, traag, babbelziek, dronken, manisch. En toch is het een evenement waar je bij wilt zijn. Maar pas op.
Het verhaal is in zijn futiliteit nauwelijks na te vertellen. Het gaat over de jongeman Simon Tanner, zijn zus en zijn drie broers, die allen de eerste stappen in het burgerlijke leven zetten, enkele ontmoetingen links en rechts, een paar kleine evoluties, enkele onooglijke fantasieën. Simon, 'twintig jaar en iets daarboven', is zonder veel vermomming de jonge Walser zelf. Hij zwerft en dwaalt en probeert van zijn extreme doelloosheid toch een volwassen verantwoordelijkheid te maken, zonder veel succes. 'Ik heb op het platteland en in de stad gewoond maar ik heb tot nu toe nog geen mens op aarde een enigszins opmerkelijke daad bewezen.' Zelfkennis is er wel.
Simon zoekt vast emplooi bij een boekhandelaar, als bediende, bankbediende of als klerk. In zijn professionele relaties botst zijn curieuze persoonlijkheid frontaal met de verwachting van de goede zielen die hem toch een kans willen geven. De jobs zijn weinig duurzaam, en steevast krijgt de werkgever achteraf een bolwassing. 'Op uw kantoren, waar zoveel ophef over wordt gemaakt, waar iedereen zo graag wil werken, is van enige ontwikkeling van een jongeman geen sprake. Ik heb er lak aan van dat voorrecht te genieten dat is verbonden met de uitbetaling van een vast, maandelijks salaris. Ik verkommer, versuf, verslap, verkalk erbij.'
Modernist
Alle hulde aan vertaler Machteld Bokhove die nu ook weer prachtig Nederlands maakt van wat toch erg particulier Duits is. Na Jeroen Brouwers in de jaren 80 haalt ze met De vrouw op het balkon en andere prozastukjes (2013), Jakob van Gunten, een dagboek (2016), De wandeling (2015) en De rover (2018) de krenten uit de nalatenschap van Walser.
Een tip voor wie Robert Walser wil leren kennen: begin niet met dit boek of met De rover, het kortere werk is beter verteerbaar als instap. Maar wie De rover gelezen heeft- zoals De Tanners ook een werk dat in enkele weken geschreven is - weet waaraan zich te verwachten. Je voelt in elke lange, slepende zin weer de roes, niet alleen die van de alcohol, ook die van de voortgang van de woorden. De Tanners is eerst geschreven voor het bedacht werd - slechts zes weken in 1907 had Walser voor zijn eerste roman nodig. Er zijn flitsen van humor en absurdisme, maar het is toch in de eerste plaats een volgehouden oefening in de monologue intérieur, vlak voor dat een ding was bij Marcel Proust of Virginia Woolf. Bij de modernisten is de bewustzijnsstroom een keuze en een procedé, bij Walser een manische noodzaak en een uitweg. 'Dat is de fout in mijn romans', blikte Walser dertig jaar later op zijn boeken terug, 'ze zijn te buitenissig en te reflexief, in de compositie vaak te slordig en grillig.' Zelfkennis dus, misschien te laat, maar niettemin.
Vrije expeditie
De mooiste stukken in De Tanners zijn toch opnieuw die waarin intensief over berg en door dal wordt gewandeld. Op een van die tochten ontdekt Simon het stoffelijk overschot van de poëet Sebastian. Het is een griezelige voorafspiegeling van het einde van Walser zelf. Hij werd op kerstdag 1956 dood in de sneeuw gevonden nadat hij niet terugkeerde naar de instelling voor psychiatrische patiënten waar hij al decennia verbleef.
Maar dat wandelen, het is duidelijk dat het Walser al in zijn jonge leven soelaas bracht, zoals het ook het proza van zijn debuut doet oplichten. De Tanners is zo bekeken ook weer een boek dat gaat over de slijmerige stilstand van het geregelde, stedelijke, sociale bestaan versus de natuurlijke, haastige voortgang van een vrije expeditie. Het is een schrijver die in dat vlieden zijn bestaan vindt, het voortdurende moeten reiken naar de volgende voetstap, en de treurnis over de voetstap die voorbij ging. Het wandelen schiep orde in een mistig hoofd, en het bracht de dagen tot een aanvaardbare eenheid terug. 'Er zat iets moois, iets verlossends, vergevingsgezinds in dit voortgaan van de tijd. Hij ging voorbij aan de bedelaars evenals aan de president van de republiek, aan de zondares en aan de gezelschapsdame. Hij liet je veel dingen als klein en onbeduidend ervaren; want hij alleen stelde het verhevene en grootse voor.'
Vertaald door Machteld Bokhove, Koppernik, 325 blz., 22,50 €. Oorspronkelijke titel: 'Geschwister Tanner'.
J. IJbema
Sterk autobiografisch getinte roman over een jonge vrijbuiter die wat verwonderd in het leven staat, weinig behoeften kent en het in geen enkele baan lang kan uithouden. De vrijheid, het wandelen en vele willekeurige ontmoetingen vullen zijn bestaan, waarbij werken eerder een onderbreking dan een doel vormt. Het boek bestaat uit een geheel van losjes verbonden episodes, waarin de zwerftocht, het toeval en de familieleden een soort van rode draad vormen. Beschouwing, fantasie, beschrijving van gevoelens en een romantische sfeertekening zijn de elementen waar het in dit fijnzinnig geschreven, maar wel wat tijdgebonden literaire werk uit 1907 om draait. De Zwitserse schrijver Robert Walser (1878-1956) werd vooral door collega-schrijvers gewaardeerd en geldt in kringen van kenners als geheimtip.
Annemieke Hendriks
rt/aa/07 m
Simon Tanner is een Zwitserse jongeling die de lezer van nu in prettige, en wellicht ook verontrustende verwarring achterlaat. Maar welke uitwerking moet deze 'rare snuiter', zoals de hoofdpersoon van 'De Tanners' zichzelf noemt, wel niet gehad hebben op de lezer van 1907, toen de roman verscheen?
Robert Walser tartte in zijn debuut 'Geschwister Tanner' alle literaire conventies van zijn tijd. De plot navertellen heeft geen zin. Telkens wanneer je denkt een verhaallijn te ontwaren, neemt de auteur je verwachtingen genadeloos op de hak. We volgen Simon Tanner op zijn omzwervingen door berg en dal, zijn ontmoetingen vol min en onmin met zijn broers en zuster, en in een paar toevallige baantjes tussendoor. 'De Tanners' begint met een hilarische scène in een boekhandel, waar Simon een week op proef werkt. Na die week vertelt hij de boekhandelaar in een beschaafde toespraak de waarheid. "Denkt u dat het er met mijn jeugd zo slecht voorstaat dat ik het nodig heb om die in een waardeloze boekwinkel te laten verkrommen en verstikken?" Zo raast hij lekker door.
Tot zover lijkt Simon Tanner een klassieke Taugenichts, dat is - en was ook in 1907 - nog wel te plaatsen. Maar dan gaat Walser met zijn hoofdpersoon, gemodelleerd naar hemzelf, op de loop. Bij sprookjesachtige wandeltochten vol natuurlyriek komt steevast een vervreemdende twist. Op een nachtelijke boswandeling ziet Simon een vriend liggen, een dichter die doodgevroren blijkt. "Wat was een dode dan?", mijmert hij. "Tja, een oproep tot leven. Verder helemaal niets." Vrolijk vervolgt hij zijn weg. En hij vindt het heerlijk om op het platteland met kapotte schoenen te lopen. "Als hij geld kreeg zou hij er niet gauw aan denken zijn schoeisel te laten repareren, heel kalmpjes aan en niks gauw! Misschien zou hij er twee weken over doortreuzelen; want wat maken twee weken uit op het platteland! In de stad moest je alles snel doen, maar hier had je de schone plicht alles van de ene dag naar de andere door te schuiven, beter gezegd, het schoof helemaal vanzelf door."
Je kunt Robert Walser met zijn vernieuwende, absurdistische stijl, die ook nu nog origineel klinkt, niet genoeg citeren. De filosoof Walter Benjamin meende dat Walser met elke zin zijn vorige zin wilde doen vergeten. Simon valt zichzelf inderdaad vaak in de rede, vooral als hij over de liefde filosofeert. Nu eens speelt hij de alwetende verteller, dan weer gaat hij bijna autistisch in zijn eigen gedachtenstromen op. Hij is een soort Ramses Shaffy die souverein en vol verwondering door het leven banjert, en daarbij burgerlijkheid en bureaucratie ver van zich houdt.
De laatste vijfentwintig jaar van zijn leven vond Robert Walser (1878-1956) rust in een psychiatrische kliniek, poetste er vol toewijding het zilver, en weigerde nog te schrijven.Veel lezers heeft hij nooit gekregen. Ook later werk als 'De wandeling' bleef voor de fijnproever. Maar door beroemde collega-auteurs werd hij direct omarmd. Voor Franz Kafka vormde Walsers proza vol existentieel gelummel een groot voorbeeld. Kafka hield van de eenvoud ervan: 'slechts eenvoud werpt licht op de wereld'. Ook Robert Musil en Hermann Hesse waren onmiddellijk Walserfans.
Robert Walsers werk is een inspiratiebron voor grote collega's gebleven, zoals Sebald en Coetzee, en recenter bijvoorbeeld de gelauwerde dichter, schrijver en vertaler Anneke Brassinga. Zij roemde in een essay Walsers heldere, ritmische taal, en benadrukte hoe gevaarlijk het is om hem te lezen: je kon je eigen 'kippendrift' zomaar kwijtraken. 'Gevaarlijk', dat is misschien wel het grootste compliment dat je een auteur kunt maken.
Walsers bedwelmende woordenroes relativeert inderdaad alle menselijke ambities. Hij laat je meegenieten, en tegelijkertijd huiveren, van de nietige plek die wij in de kosmos innemen. Toegegeven, dat zijn grote woorden. Je moet hem gewoon zelf lezen, de man die grote woorden juist verafschuwde. Altijd weer zijn er, ook in Nederland, pogingen ondernomen om Robert Walser onder de lezers te brengen. Jeroen Brouwers heeft werk van hem vertaald. En nu is het vertaler Machteld Bokhove die deze unieke auteur hier levend houdt, ditmaal samen met de jonge uitgeverij Koppernik. In 2018 verscheen bij hen al 'De rover'. En volgend jaar brengen ze 'De bediende' uit. Een moedige onderneming.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.