Jaargetijden
Bernard Dewulf
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : DEWU |
Paul Demets
ob/kt/17 o
De typografie van de cover Bernard Dewulfs nieuwe bundel Naar het gras doet aan brailleschrift denken. Dat is passend, want Dewulf tast op een zintuiglijke en zinnelijke manier de werkelijkheid af. Hij herkauwt die. De titel van de bundel kunnen we op meerdere manieren interpreteren: gemodelleerd naar de werkelijkheid, aards. Maar ook: met veel aandacht naar het onooglijke, schijnbaar onbelangrijke kijkend. Het zijn allemaal aspecten die deze poëzie bijzonder maken.
In Naar het gras wordt veel gekeken. Soms naar het levenloze, zoals een pop. Dewulf beschrijft hoe die ook ons bekijkt en wat dat met ons doet: 'Het is een afgestorven licht, een oud/ glaucoom dat ons traag ontbindt./ Het is het kijken van iets dodelijks./ Het is geen blik, het is niet blind.'
Maar nog veel vaker wordt er naar het levende gekeken. En dan vooral naar de vrouw. Dat herinneren we ons nog van Dewulfs vorige bundel Blauwziek (2006). Wat kan Dewulf bij de lezer lust opwekken door de manier waarop hij naar vrouwen kijkt. Hij hanteert daarbij geen eenzijdig standpunt. In de voorlaatste afdeling laat hij bijvoorbeeld Jo, het model van Edward Hopper dat voor hem als de ongenaakbare stripper op diens prachtige schilderij Girlie Show figureerde, aan het woord: ' Elke vrouw heeft hij uit mij bedacht/ die ik niet in de spiegel zag.' Dewulf stelt het verbeelde centraal, in dit geval de pose die het model voor de schilder aanneemt. Op die manier blijven beiden van elkaar verwijderd. In 'Summer in the City', ook weer een gedicht naar een schilderij van Hopper, omschrijft de dichter die afstand als 'Wij zijn de spelers van elkaar,/ zo begrijpen wij ons levensecht bestaan..'
Ook in de gedichten vanuit het perspectief van de man lezen we over dat onbenaderbare: 'Door de sleutelgaten heb ik haar bekeken/ van de deuren die ons scheiden./ In de kamers heb ik haar begluurd, alle uren die wij er niet samenkwamen.'
In 'Anita', een reeks gedichten ontstaan uit een samenwerking met schilder Vincent Geyskens, lezen we verwijzingen naar huid, die verfhuid kan zijn, maar net zo goed kunststof, zoals in het werk van Geyskens. Het natuurlijke wordt hier naast het kunstmatige geplaatst, het kwetsbare naast het agressieve van porno, het vrouwelijke naast het androgyne. In 'Pearls and Swine' schrijft hij: Anita is niet thuis/ Zij is niet onder de levenden, zij is niet onder de doden. Zij is het levenloos bewijs/ dat alles ademloos nog kijkt.' In deze afdeling gaat het wel vaker over afwezigheid, zoals in 'Om' : Water langs de steen,/ schaatser rond het wak,// ik zal u niet,/ ik moet leven om u heen.'
En in 'Verlies', het gedicht dat ik koos, omschrijft Dewulf het verdwijnen en de afwezigheid als essentiële aspecten van zijn poëtica. Zij vormen immers 'de oorzaak van het gedicht'. Er spreekt veel mededogen uit deze poëzie. Niet verwonderlijk dus dat Dewulf in deze bundel een aantal gedichten opgenomen heeft die hij geschreven heeft voor mensen die in Antwerpen in alle eenzaamheid gestorven zijn. De dichter heeft ook mededogen met de dingen, zoals de spullen die we naar het containerpark brengen. Daar leiden ze opnieuw een leven dat onafhankelijk is van ons: 'Hier wachten de dingen// in steenslag van herinneringen,/ op nieuwe jaren, ontbonden// maar geduldig als alleen de dingen/ konden in de jaren onder ons.'
Precies door te kijken naar het onaanraakbaar nabije, voelt de dichter zich van elders. En door oog te hebben voor het vergankelijke, wordt hij deel van het heden. Wat een boeiende reis naar het aardse biedt Bernard Dewulf ons in Naar het gras.
VERLIES
Omdat ik me zo vaak verloren heb
in dat zingen van de dingen,
in de momenten van de mensen,
omdat het me het liefste was
zo te verdwijnen, zo het lichtst
en dichtst te zijn
bij de oorzaak van het gedicht
omdat ik me zo vaak vergeten ben
in de klembeet van de middagen
immer de gapende schaduwen
omdat het mijn natuur was,
mijn onmetelijk gewicht,
mijn neiging tot daadwerkelijkheid,
was er niemand.
Bernard Dewulf
***
Atlas/Contact, 64 p., 19,99 euro.
Luuk Gruwez
il/pr/12 a
Met Naar het gras dient Bernard Dewulf zich voor het eerst sinds Blauwziek uit 2006 met een nieuwe bundel aan. Het is er een geworden waarin het kijken een prominent instrument is in de menselijke communicatie. Bekend is dat de dichter een grote affiniteit heeft met beeldende kunst. De Amerikaanse schilder Edward Hopper (1882-1967) dicteert in deze bundel zelfs een volledige cyclus zonder dat hij (op één opdracht na) met name genoemd wordt. Maar de titels van deze gedichten refereren wel aan diens schilderijen. Hopper wordt tot het New Realism gerekend. Dat kun je tot op zekere hoogte ook over Dewulf beweren: er zit veel alledaagsheid in zijn werk, alledaagsheid die soms bedrieglijk is.
Communicatie krijgt het in deze verzen hard te verduren. Mensen blijven gevangen in een cocon van eenzaamheid. 'Dagelijks hebben wij elkaar ontwaard,/ nooit hebben wij elkaar gevonden', staat er te lezen in een gedicht dat veelzeggend 'Dwaling' heet en dat wel een dans van aantrekking en afstoting lijkt te zijn. Veel nader bij elkaar dan kijken kunnen wij doorgaans niet komen. Tussen mensen zitten ramen en vitrines. En de spiegel reflecteert alleen maar het eigen beeld: dat van de kijkende dichter in dit geval. Het is voor hem geen sinecure zijn identiteit te definiëren, want dat kan hij pas doen in zijn relatie met de ander, met wie het contact nooit helemaal bevredigend is. Iedereen is een vreemde: 'elkeen alleen'. Dewulfs personages doen er alles aan om hun bestaan in de gevestigde wereld te bevestigen en te verzekeren. Maar zelfs als zij enigszins wanhopig aan het surrogaat, aan de sekspop, de home movie zin proberen te ontlenen, blijven zij vruchteloos op zoek naar de reden die aan het bestaan ten grondslag ligt. Eén gedicht vangt nochtans aan met een regel waaruit zou kunnen blijken dat dit een fluitje van een cent is: 'Kom, kind we gaan de reden vinden'.
Sensueel
Er zit in deze poëzie een tragisch aandoende spanning tussen de realiteit en het surrogaat. De conclusie luidt dat ook bij dit laatste geen bevrediging of heling te vinden is. Er zit een grote sensuele drijfveer in deze verzen. Bijvoorbeeld in de gedichten over Anita bij de collages van Vincent Geyskens en in een ander gedicht waarin Susanna zich onder de douche klaar wrijft. Maar dit voorkomt niet dat de tentakels van de eenzaamheid machtiger om de ik-figuur heen grijpen dan welke omhelzing ook.
Een gedicht als 'Ontwaken' is een van de enige waarin het menselijke samenzijn een positievere kleur krijgt. Het lijkt over een langdurige relatie te gaan. 'Ik vond u een ochtend in ons bed./ Daar houdt de kamer ons al jaren samen', dicht Dewulf. En hij eindigt met: 'Zo gaat het nu al jaren. Geen dag dat ik u/ niet terugvind waar wij waren.' Kamer en bed zijn her en der in de bundel, ondanks alles, de plekken die mensen aan elkaar binden en hen laten ontsnappen aan de zuigkracht van de draaikolk.
Verliezers
Intussen streeft de dichter er niet enkel naar voor zichzelf een acceptabele identiteit uit te bouwen, hij heeft daartoe ook plaats en tijd nodig. Plaats? Is het misschien de poëzie die de beste invulling kan zijn, zo'n beetje in de zin van Slauerhoffs overtuiging dat er enkel in gedichten te wonen valt? Ja en nee. Want als de dichter niet uit zijn woorden komt, waar vindt hij dan onderdak? 'Als hij niet uit zijn woorden komt, de dichter,/ waar is hij dan:/ in wiens huis, aan welke hand, in wier kruis,/ in welk verband.' Het zijn vragende dichtregels die, bewust of onbewust, niet door een vraagteken worden gevolgd. Misschien omdat het antwoord duidelijk is: niemand. Men is niemand. Het is uiteindelijk eigen aan ieder mens een verliezer te zijn. Ook deze dichter kan dit niet verhelpen. Zelfs niet in zijn fraaiste verzen. Mogelijk daardoor demonstreert hij wel veel empathie met de beschadigde mens in het algemeen, met de eenzamen, de beschadigden en de doden, met hen die naar verten hunkeren, naar een overkant, bijvoorbeeld, zoals een Poolse jodin, tijdens de Tweede Wereldoorlog op de vlucht met de Red Star Line die haar vanuit Antwerpen naar Canada moet varen. Collegialiteit met verliezers kenmerkt in hoge mate Dewulfs werk. Zijn vraag is en blijft: hoe ontkom je aan het besef niemand te zijn? Ook vluchten naar de overkant is geen optie.
Zoals wel vaker in poëzie is de dichter een passant die voortdurend moet bewegen naar een doel waarvan hij niet weet of het hem bevallen zal, of het hoe dan ook bestaat en of het hem bij de persoon zal brengen die diep in zich de mogelijkheden voor een acceptabel samenzijn draagt. In verzen die in al hun neerslachtigheid vaak schitteren, zelfs als ze niet altijd van dezelfde kwaliteit zijn, blijft Dewulf onderweg. Zoals de mensen die hij beschrijft.
Atlas Contact, 64 blz., 19,99 € (e-boek 12,99 €).
Albert Hagenaars
Verleiden is belangrijk voor Bernard Dewulf (1960, Brussel). Denk aan zijn essays over de aantrekkingskracht van kunst. Ditmaal weet hij in gedichten, sterker dan voorheen, de lezer deelgenoot te maken van esthetisch en ander genot. Dat berust onder meer op de keuze voor woorden die onbestemdheid weergeven maar tegelijk suggestie oproepen (ruisen, drentelen, ontwaren, schampen), origineel verwoorde, grammaticaal ontrouwe details (niet verkeer maar klein verkeer, niet schommels maar late schommels) en een aangenaam stromend ritme. Inhoudelijk verweeft hij onderwerpen als liefde en lust, vervulling en gemis. Een belangrijk thema is dan ook het zoeken naar geluk en het vasthouden ervan, tegen beter weten in! Behendig speelt hij vrouwelijke symbolen (kokerrok, spinnen, holte) uit tegen mannelijke (piemel, penseel, meesters). Dit alles levert onderhuidse spanning op en een aanhoudende reeks verrassingen: 'Hij deelt mij op in velen, / nooit ben ik in hem heel geweest. // Wij zijn de spelers van elkaar'. Deze poëzie is niet alleen boeiend voor poetry watchers maar voor elke aandachtige lezer!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.